Gaat morgen de geschiedenis in als ‘het begin van het definitieve einde van de lokale radio’? Uit diverse signalen kunnen we opmaken dat minister van media Sven Gatz op 1 december mogelijk ‘zal landen’, zoals hij het zelf met enig gevoel voor beeldspraak uitlegt. Wordt het lange en vele geduld beloond, worden de resterende erkenningen voor lokale radio eindelijk bekend gemaakt? Die kans bestaat. Maar wat daarna?
Het was aangekondigd als een soort ‘masterplan’, de definitieve rehabilitatie van de lokale radiozenders in Vlaanderen. Naar politieke normen klink het zoiets prima. Als we de conceptnota bekijken, hebben de ‘lokalen’ inderdaad meer technische mogelijkheden gekregen. Na flink puzzelwerk zou iedereen tevreden moeten zijn. Maar dat lijkt niet het geval. Stel dat je bij de ‘winnaars’ bent en je krijgt een vergunning voor een grotere stad. Je mag er met een vermogen van ongeveer… 30 Watt gaan uitzenden. Is jouw signaal daarmee in de hele comfortzone goed te ontvangen? Hoogstwaarschijnlijk niét!
Netwerkzenders moeten maar 1 product aanbieden
Bovendien ben je niet alleen in ‘jouw’ stad. Je krijgt er liefst vier netwerkradio’s bovenop als concurrent. En net zij hebben de goede, hoogvermogen frequentie ‘ingepikt’. Bovendien zullen ze ook nog eens op DAB+ te horen zijn vanaf dag 1. Jouw lokale radio “mag op FM blijven uitzenden”. Moet je je klanten dan gaan uitleggen dat je vanaf 1 januari minder sterk (slecht?) te ontvangen zal zijn? De netwerkzenders zullen allemaal beter te beluisteren zijn en ze hebben geen kosten per apart/aansluitend gebied, want ze moeten slechts één enkel product maken.
Ze kunnen dus goedkoper werken, meer promotie doen, lagere reclametarieven hanteren en weldra je verkoper wegkapen. Je mag het deze laatste niet kwalijk nemen. Hij of zij moet ook eten. Wie denkt in die omstandigheden nog een volwaardige lokale omroep in een stad te kunnen uitbouwen is dapper. Uiteraard zijn er in zeer landelijke gebieden clusters gemaakt voor lokale radio. Maar daar kon een professionele, commerciële omroep toch al niet overleven. Die zijn twintig jaar geleden al gestopt en gratis aan een netwerk overhandigd. Om ervan af te zijn. Of misschien hangt er wel een dorpje aan jouw hoofdzender? Maar in de stad zelf is er geen ontvangst.
Slechts 2 ‘goede’ frequenties blijven over
Om een goede lokale omroep te kunnen realiseren heb je een zendgebied van minstens twintig kilometer omheen een stad nodig. De S.A.R.C (strategische adviesraad voor het Beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media) vond het een gemiste kans dat men daar niet voor gekozen heeft. Maar er werd niet naar geluisterd. Men had haast, héél véél haast. S-Radio moet in de lucht. Zijn we (te) kritisch? In Vlaanderen zijn er vanaf januari nog twee frequenties gereserveerd waarmee een lokale radio behoorlijke kansen krijgt. De 98.0 FM in Antwerpen en de 98.8 FM Brussel. Maar die laatste kan je eigenlijk al niet meer bij de gewone lokale radio rekenen.
Een degelijke hoogvermogen zender in Antwerpen, dat is zo ongeveer de complete oogst van de belofte om de lokale radio meer kansen te geven. Geen digitale toekomst om te ondersteunen. “Dat kan men toch niet betalen”, klink het. Maar is dat zo? Misschien. Misschien niet. Maar de vraag werd niet gesteld aan de betrokken partijen. Het werd over hun hoofden beslist. Ooit, in de eerste helft van de jaren 80, was Vlaanderen een voorloper in radioland. Intussen zijn we terug in 1986 beland. Alles wat in 2003 werd bedongen, is ’vakkundig’ weer afgepakt. Misschien kunnen we morgen de ‘gelukkigen’ beter condoleren in plaats van feliciteren.