Ik weet het zeker, noch de mazelen, noch de Fanta Führer, noch Vladimir Vodka gaan me dit jaar tegenhouden om 53 jaar terug te keren in de tijd. Ik trek opnieuw naar het Duitse Lüdenscheid waar een groot deel van mijn militaire ‘carrière’ zich afspeelde bij de 6TTR. Het hotel is al geboekt. Het zal me benieuwen hoe alles in meer dan een halve eeuw (on)gelijk is gebleven.
De come back van Lucy
Vorige kerst kreeg ik plots een berichtje van Lucy, een Vlaams meisje dat ik in 1972 in Lüdenscheid had leren kennen. Haar pa was er beroepsmilitair bij de BPS (Bureau Postal Secundaire). Postmeester – hoe dat heette in het leger weet ik niet meer -, in kazerne De Leie. Omdat na mijn drie maanden opleiding als telexoperator in Mechelen de ABL niet direct een geschikte job voor mij had gevonden in Duitsland, werd ik in zijn postkantoor gedropt.
Brieven sorteren, telegraaf kantoor bemannen en vooral kelner spelen in de (illegale) kantine achterin het kantoortje. Beroeps militairen kwamen er van in de vroege ochtend, via de achterdeur, hun post afgeven of ophalen. Niet aan het loket, wel onopvallend achterom. In het bezemhok van het kantoortje stonden vele bakken met vele soorten bier. Er werd gretig en snel gedronken. Vijf frank voor een consummatie. Er werd alleen of met de collega’s gedronken. Was dit laatste het geval, dan ontstonden er spontaan… feestjes.



En dat moet ongetwijfeld één van de redenen zijn waarom sommigen hun legertijd als de ‘mooiste tijd van hun leven’, omschrijven. Maar ik wijk af. Terug naar Lucy. Ze had mij gevonden via de socials. De niet essentiële details voor het vervolg van dit stukje, laat ik achterwege. De hoofdlijnen zijn wel belangrijk. Ik werd bevriend met de vader/postmeester en mocht regelmatig bij hem thuis langsgaan. Leuke familie, fijne dochter(s).
Eén van de zaken die ze misten zo’n 150 kilometer van hun geboortegrond (Poelkapelle) was het kunnen luisteren naar… Radio Veronica. Enfin, wat doe je als behulpzame milicien? Je schakelt enkele Nederlandse vrienden in en je vraagt hen om programma’s op cassettebandjes op te nemen. ‘De Top 40’ (voor Lucy), ‘Koffietijd’ (voor de mama) en de ‘Rob Out Show’ (voor de papa). Om er naar enkele te noemen. Mijn correspondenten woonden allen in de Randstad, de opnamekwaliteit was bijgevolg uitstekend. De hele familie content.
Voor wat hoort wat…
Ieder garnizoen in Duitsland had een Cantine Militaire Cantine (CMC). Belgische winkels waar de militairen en hun families taksvrij konden kopen. En dat ging ver. Van voedingsmiddelen al over kledij tot… audio-apparatuur. Kortom, in ruil voor de opgenomen Veronica-bandjes heb ik honderden spotgoedkope audio-cassettes van gereputeerde merken en vinyl elpees de grens overgesmokkeld. Alweer iedereen blij.
Na mijn legerdienst – inmiddels was Radio Atlantis in de lucht en nog iets later Radio Mi Amigo – nam ik zelf tientallen bandjes op. Uit Duitsland kreeg ik in ruil schoenendozen vol tapes van BFBS (British Forces Broadcasting Service) en AFN (American Forces Network). Plus brieven, veel brieven. Lucy en ik werden ‘penpals‘. En we zagen elkaar af en toe, als ze met haar ouders de Belgische familie kwam bezoeken. Maar zoals het wel vaker gebeurt, uiteindelijk wordt het contact langzaam minder. De afstand, het gebrek aan communicatiemiddelen, plus een hoop andere activiteiten die de bovenhand krijgen. Je verliest elkaar uit het oog.
Haar laatste brief dateert van augustus 1976. Er volgden nog enkele jaren nieuwjaars- en verjaardagswensen. En toen hield ook dat op. Tot eindejaar 2024 dus. Lucy was back en meteen de trigger om dit jaar een vakantie te plannen naar Lüdenscheid. Op zoek naar herinneringen van toen botste ik op een vijftal strookjes fotonegatieven. Dingen die tegenwoordig nog zelden te zien zijn. Een kwarteeuw geleden waren ze gemeengoed, nu zijn ze zo zeldzaam als een regenvlaag in de lente van 2025.
Negatieven hebben is één, er bruikbare beelden van maken is weer iets anders. Een oud postcollega schoot me ter hulp. De man woont (nog steeds) het grootste deel van de dag in zijn donkere kamer. Hij ontwikkelde met een vlotheid eigen aan ‘die hards’, de negatieven. Vreemd om daarna in één keer terug in de tijd gekatapulteerd te worden naar 1972. Niet dat ik me nog veel herinner van mijn onopvallende carrière in het leger. Af en toe enkele flitsen. Ik vrees dat het bij gebrek aan inleving en interesse nooit een echte plek in mijn geheugen heeft gekregen.
° JLB gaat vermoedelijk op 30 april nog eens naar zee.




Dat van die CMC’s (de naam wist ik niet) klopt wel degelijk. Toen ik op internaat zat in Hasselt begin jaren 80 hadden de kinderen waarvan de ouders in Duitsland militair gestationeerd waren de mooiste, grootste en meest complete radio-cassettespelers, de zogenaamde “ghetto blasters”. Met dolby-B opname, korte golf band en vele andere niet zo gekende knopjes… Allerlei opties die de Belgische modellen zelfs niet hadden. En zij maar bluffen over de aankoopprijs…