RadioVisie

  • .
    Spotlight
    .

2005: Retro-interview 75 jaar publieke radio: Jo met de Banjo

De publieke radio is 75 jaar jong. RadioVisie ‘viert’ mee. In ons eigen archief (31 jaar jong) steken behoorlijk wat interviews met radiomakers allerhande. We meenden dat het een niet onaardig idee was om ‘gesprekken van toen’ boven te spitten met zij die voor een deel 75 jaar populaire publieke radio mee hielpen maken. Hoe dachten ze toen? Welke waren hun plannen en dromen? Wat is er van geworden?

De Banjo, die eigenlijk echt Jo De Clercq heet, verdween begin jaren tachtig bij de publieke omroep. De Leuvenaar zat evenwel niet stil. Hij startte zijn eigen Vrije Radio Leuven. Werd (tweede-) schepen van Cultuur, ICT, markten en feestelijkheden in Herent en Provincieraadslid voor Vlaams-Brabant. Vanaf 1989 mocht hij het publiek opwarmen bij VTM (o.a. Tien Om Te Zien). Bij dezelfde commerciële omroep was hij een tijdlang presentator van ‘De Shoplijn’ (tele verkoop). Voice over voegen we zeker toe aan zijn lijstje activiteiten. Net als songwriter voor onder meer M-Kids en Jimmy Frey. RadioVisie sprak in het voorjaar van 1979 met Jo De Clerq. Het interview verscheen op 23 maart in editie 17 van ons tijdschrift.

JE ZAL MAAR ‘DE BANJO’ HETEN

In Vlaanderen kun je jezelf als mooie jongen op twee manieren kwijt. Je wordt zanger, of (en dan wordt er al eens gezegd dat je gefrustreerd bent) deejay. Dit laatste is het geval met de populaire BRT-deejay Jo met de Banjo. De frustratie mag je vergeten, het deejay-zijn niet. Jo is dus niet alleen een aardige deejay, die er ook nog als een playboy uitziet, Jo bedacht zichzelf met een allervreemdste naam en een ruime bekendheid, ook zelfs in Nederland. Succes was meteen gegarandeerd.

Jo werd evenwel zonder banjo geboren op 16 februari 1947 als Jo de Clercq. Jaren later (toen had hij ook al de gebruikelijke en voor anderen ongebruikelijke schoolopleidingen achter de rug) stortte hij zich met hart en ziel in een door BRT-medewerker Jan Schoukens georganiseerde deejay-wedstrijd. Uit een totaal van 420 kandidaten kwam Jo als winnaar naar voren geschoten. Het was 1968. De BRT 1-poort stond meteen wagenwijd open voor de heer De Clercq. Onze kersverse radio-deejay werd toen omringd door toenmalige topdeejays als Mike Verdrengh en Zaki. Een betere leerschool was moeilijk denkbaar.

Maar aan de roemruchtige ‘Popsectie’ van Jan Schoukens (tien jaar later wordt er nog steeds over gesproken) kwam een einde. Bij BRT 2 Omroep West-Vlaanderen waren inmiddels twee presentatoren opgestapt. Jacques Verdonck van de zaterdagse programma’s en Carl ‘duw op de knop’ D’Hondt van de zondagse. Jo dook samen met Bart van der Laar het opengevallen gat in. Dat heeft hem geen windeieren gelegd. Als free lance-medewerker kan hij via BRT-radio zijn naam duchtig pluggen en dat werpt zijn vruchten af bij de vele drive-in shows. Bij Jo met de Banjo zitten de commerciële hersenen op de juiste plaats.”

ZWAAR VEROUDERD RADIOSYSTEEM

  • Je werkt niet vast bij de BRT?

Jo met de Banjo: “Dat klopt, ik werk als los medewerker. Dat betekent wel dat we maar aan twee programma’s mogen meewerken. Op zaterdag en zondag ben ik te beluisteren op BRT 2 in het programma ‘Westpoint’. Verder doe ik de samenstelling en regie van de ‘Sportmarathon’ ’s zondags op BRT 1. Als losse medewerker mogen we ook niet meer verdienen als 24.000 BEF bruto per maand. Dus mensen die denken dat we er rijk van worden, kunnen dit nu wel vergeten. Door de vakbonden is er een poging gedaan om het overwoekeren van de BRT door losse medewerkers in te dijken. Dat is eigenlijk het uitroeien van de symptomen zonder de ziekte aan te pakken. Dat komt omdat het hele systeem bij de BRT verouderd is. Er zijn een heleboel posten die in dit verouderde radiosysteem niet goed opgevangen worden. Daarom zijn de mensen die juist het werk bij de BRT moeten doen uitgerekend de losse medewerkers. Dat zijn de werkbijtjes, terwijl een heleboel andere jobs nog dateren uit het vroegere radiobestel, wat eigenlijk niet meer kan.”

“Efficiënt wordt er dus bij de BRT niet gewerkt. En met veel te veel mensen, wat weer de consequentie heeft, dat er doelloos met poen wordt gesmeten. Losse medewerkers kunnen ook van de ene op de andere dag op straat worden gezet en hebben geen enkele sociale voorziening. Dus mensen die al een hele tijd bij de BRT werken en dikwijls een gezin hebben te onderhouden, nemen alles voor lief en hobbelen braaf in het systeem mee zonder tegen te sputteren. Ik heb wel eens meegedaan aan een soort staking die om eerdergenoemde reden op een flop uitdraaide. Freelancers hebben zich niet georganiseerd. Ik ben zelf vrijgezel en dus permitteer ik mezelf af en toe eens een flinke dosis kritiek op het verouderde systeem te spuien. En omdat we als losse medewerkers maar 24.000 BEF kunnen verdienen, schnabbel ik er natuurlijk het een en ander bij… “

HART VOOR DE VLAAMSE ARTIESTEN

  • Hoe sta je zelf tegenover de Vlaamse muziek?

Jo met de Banjo: “Eerst moet ik kwijt dat de Vlaamse top 10 helemaal buiten mij om verplaatst is van zondag naar de zaterdag. Die beslissing komt van boven af, zonder dat ik erbij word betrokken. Een meneer achter een bureau beslist dat, weet ik veel. Hier heb je trouwens een knap voorbeeldje van dat verouderde systeem waar ik het net over had.”

Spotlight

“Goed, ik presenteer dus die Vlaamse top 10. Dat is mij opgelegd. Dat moet ik in mijn programma opnemen. En die hitparade is trouwens aan weinig wijzigingen onderhevig omdat het aanbod niet groot genoeg is. Platen houden het daar soms maanden uit, ook in de BRT top 30. Over het algemeen sta ik positief tegenover de Vlaamse artiesten. Ik draai ze ook zoveel mogelijk. Echt minderwaardige producten draai ik niet. Je naam staat immers onder het programma. Hier in België hebben we een soort Toppop-achtig tv-programma nodig om onze artiesten wat meer ruggensteun te geven. Ik vind wel dat de Belgische artiesten wat meer durf moeten tonen.”

HET INSTITUUT HITPARADE

  • Vind je hitparades nog passen in de huidige tijd?

Jo met de Banjo: “Ja, zeker wel, maar ik vind de samenstelling van de BRT- hitlijst nu niet helemaal juist. Ik vind dat de presentator van de hitlijst het recht zou moeten hebben om in samenwerking met z’n producer of met meer deejays, naast die officiële samenstelling van de hitlijst, die uiteraard al een beetje achter loopt, toch aan begeleiding te doen. Laten we zeggen voor zo’n tien procent. Als een nummer gaat dalen, dat het dan ook inderdaad blijft dalen en niet zoals nu in de hitlijsten gebeurt, dat een nummer stijgt, dan weer zakt, uit de hitlijst verdwijnt en na drie weken er weer in verschijnt. Dat er toch een beetje lijn inzit, dat zou ik willen veranderen. Meer mag je natuurlijk niet doen.”

“De BRT top 30 is trouwens niet geheel een hitlijst die de verkoopcijfers moet weerspiegelen. Die Belgische Nationale Hitparade vind ik waardeloos, omdat het initiatief om deze hitlijst in het leven te roepen is uitgegaan van een kleine platenfirma die onmogelijk objectief te werk kan gaan. Al met al is een hitparade op de radio brengen nog steeds aantrekkelijk. Het competitie-element trekt veel luisteraars en men hoort de populaire platen van dat ogenblik. Alleen maken de kleinere platenfirmaatjes zoveel tamtam eromheen omdat hun platen er weinig of niet in voorkomen. Vooral ook, omdat ze denken dat ze altijd weggeduwd worden, wat niet noodzakelijk zo is. Dus zij gooien roet in het eten en stellen de hitparades in een kwaad daglicht. In de positie van de underdog denk je altijd dat je achtergesteld wordt, maar omdat ze kleiner zijn, heb je minder mogelijkheden tot distributie en ga maar zo door. Het is een beetje een cirkel waar kleinere platenfirma’s in ronddraaien, maar ik zie daar een-twee-drie geen oplossing voor. Voor mij al met al geen reden om de hitparade op te blazen, want dan heeft niemand er nog iets aan.”

DE RADIOSITUATIE IN VLAANDEREN

  • Hoe bekijk je de radiosituatie in dit land?

Jo met de Banjo: “Och, we lopen tussen de twintig en vijftig jaar achter. We zouden een tussenformule moeten hebben van het Amerikaanse en Nederlandse systeem. Nu zitten we met de situatie dat er bij de BRT totaal geen programmering is. Het zijn allemaal verouderde structuren. Er is geen controle op, er is geen concurrentie, ze doen maar wat. Het is een oud instituut uitgegroeid is tot een doolhof. Het is toch grote onzin dat bij de BRT zo’n duizend mensen werken. In zo’n klein land als het onze.”

“En we hebben hier alles dubbel, alles een keer voor de Vlamingen en alles een keer voor de Walen. Met een ontzaglijke pak poen, zonder dat iemand daarvoor ook maar enige verantwoordelijkheid hoeft af te leggen. Dan vraag ik me toch af wat er gebeurt. Maar het is allemaal politiek natuurlijk. Alle partijen zijn goed vertegenwoordigd en de koek is mooi verdeeld. En hup, erover zwijgen en maar aanrommelen! Er gebeurt ook niks nieuws bij de BRT. Er komen weinig jonge mensen aan bod. Het is een trage luie wind die er doorheen waait. Een revolutie hoef je bij de BRT nooit te veerwachten.”

EEN RADIOSTATION MET RECLAME

  • Wat vind je van commerciële radio?

Jo met de Banjo: “Commerciële radio zoals in Engeland blijkt toch wel heilzaam te werken. Van mij mag het wel, concurrentie houdt er een beetje de zweep op, waarom niet! Het geeft alleen maar een beter eindproduct naar de luisteraar toe. Het nadeel is dat het weer om business gaat, dat er dus reclame mee gemaakt kan worden. Dat maakt het nou juist zo moeilijk omdat er dan onmiddellijk te veel kapers voor de kust komen. Bij ons wordt radio bijlange niet optimaal benut en nog steeds beschouwd als een soort volksopvoedend cultuurinstrument.”

DE EIGEN IDEEËN VAN JO

  • Als je zelf een station mocht opzetten, hoe zou je dat doen?

Jo met de Banjo: “Ik zou om te beginnen toch proberen zestien uur per etmaal in de lucht te blijven. Langer vind ik een beetje moeilijk, maar als er genoeg interesse en geld voor zou zijn, mag voor mij de klok rond worden uitgezonden. Per deejay een twee uur durende show. Gevarieerd, zowel voor de jeugdigen als voor de huismoeders bijvoorbeeld. De programmastijl zou aan het uur van de dag moeten worden aangepast. Rustige muziekjes voor de middag, op de middag de beuk erin en ’s middags bijvoorbeeld het betere elpeewerk. Dat kan uitgedokterd worden.”

“Luistercijfers kunnen bij een verstandige interpretatie nuttige gegevens opleveren. Aan de basis dus van twee uren show. Alle programma’s gepresenteerd, met jingles en reclames ertussen. Maar reclame in beperkte mate en ik dacht ook alleen verantwoorde reclame, die gecheckt wordt. Misschien zelfs wel met een begeleiding van de consumentenbonden. Wel een mooi idee om die jongens dan ook te laten meewerken. ’s Avonds elpeewerk, niet te vergaand, zodat het voor het grote publiek aantrekkelijk blijft. Met een nieuwsdienst ertussen, beperkt en met een zeer soepele manier van werken, zodat gemakkelijk kan worden overgeschakeld voor belangrijke berichten, verkeersinformatie, etc…”

RADIO VANAF DE NOORDZEE

  • Heb je al naar de zeezenders geluisterd?

Jo met de Banjo: “Ja natuurlijk. In de zestiger jaren was het je van het: Big L, Caroline en Veronica. Daar luisterde ik allemaal naar. De laatste jaren was het alleen een slap aftreksel van wat een goede radio was. En dan bedoel ik Radio Mi Amigo en in mindere mate Radio Caroline. Kwalitatief was Mi Amigo erg zwak. De goede deejays zijn naar mijn gevoel na een tijdje verdwenen. De programmatie liet te wensen over, de jingles waren slecht gemaakt, kortom de fut was er duidelijk uit. Nee, voor mij hoefde dat niet meer. Kwalitatief kon Mi Amigo niet meer verder.”

“De piraten over het algemeen hebben toch voor de nodige veranderingen gezorgd en hebben duidelijk laten zien dat radio op een attractieve manier gebruikt kan worden. Om die reden vind ik het spijtig dat er geen goede zeezenders meer zijn. Nu vecht een zeezender tegen de bierkaai en de tijd om met een zeezender veel poen te kunnen verdienen is ook voorbij. Het succes van deze stations was ook voor een deel te danken aan het avontuurlijke wat er rondhing, het zich afzetten tegen de gevestigde waarden en gevestigde macht, kortom tegen het staatsmonopolie. Ze heetten niet voor niets piraten. In Nederland heeft een piraat nog enigszins kans om in het omroepbestel terug te komen. Het vereist wel een hoop geduld, poen en doorzettingsvermogen. In België is zoiets al bij voorbaat onmogelijk. Dat is eigenlijk geen goede zaak.”

ALLEEN WERKEN KAN EN MAG NIET

  • Bij de BRT heeft iedere deejay zijn technieker?

Jo met de Banjo: “Ik zou liever alles zelf willen doen. Maar de studio’s bij de BRT zijn zo ingericht dat je wel met een technieker moet werken. Ik zou liever de platen en de jingles zelf bedienen en alleen de eindmodulatie aan een technieker over laten, want daar heb je toch wel een echte technicus voor nodig. De rest zou ik dus best zelf willen doen. Het zou de vlotheid van het programma nog duidelijker naar voor laten komen. De hele bouw van de studio’s en de technische installaties maken het self-supporting-systeem hier totaal onmogelijk”.

EEN LEVEN NAAST DE RADIO

  • Wat doe je naast jouw radiowerk voor de BRT?

Jo met de Banjo: “Ik heb een drive-in show om in mijn onderhoud te voorzien, zoals dat heet. Dat is de Joepie’s Popparade die nog steeds uitstekend loopt. In het weekblad Joepie zie je daarvan elke week advertenties. Ik doe de drive-in show samen met een vriend van mij. Theaterburo KING verzorgt de boekingen voor ons en doet erg z’n best om ons ‘on the road’ te houden. Ik denk dat wij een van de best werkende drive-in shows zijn en dan bedoel ik dat we kwalitatief aan de top staan. Misschien wel een van de beste van België. Ik doe gastoptredens van tweemaal één uur.”

DE BANJO OOK OP TELEVISIE

  • Wat zijn je toekomstplannen?

Jo met de Banjo: “Geen duidelijke. Nog wat met de drive-in show. Maar het is nog niet duidelijk wat. Ik ben ook teksten aan het maken voor zangers en groepen. Misschien dat het meer die kant op zal gaan. Ik ben het nog steeds aan het uittesten. Wie weet! Ik heb ook nog televisie gedaan. Dat is een hele andere manier van werken. Je hebt het allemaal minder in de hand dan bij de radio. Bij de radio kun je zelf het programma samenstellen en presenteren. Behalve het starten van de platen en jingles heb je er een overzicht van. Bij de televisie presenteer je het programma en voor de rest heb je er niks mee te maken. Het rode lampje floept aan en daar ga je dan. Het is een ander medium, maar ik deed het wel graag.”

“In de zomer ben ik op pad met de mobiele studio van de BRT. Op zaterdag- en zondagmiddag wordt een programma van op locatie uitgezonden. Deze mobiele studio is werkelijk een technisch hoogstandje. Maar jammer genoeg is ie niet zo goed om mee te toeren. Hij is ontworpen voor en door de heren technici. De presentatoren zijn in deze niet gehoord. Toch is het wel gezellig om op deze manier programma’s te maken. Je doet er weer een stuk ervaring mee op”.

HET ‘VERPLICHTE’ SLOTVRAAGJE

  • Het laatste vraagje, ben je gevoelig voor kritiek?

Jo met deBanjo: ‘Ik hoop van wel ja (lacht). Er zit altijd iets van waarheid in, als je maar weet waar het vandaan komt.’

Interview Johnny Player – Cartoon: Joey


Populair bij RadioVisie
Hans Knot Column: Tijd voor Teenagers

Hans Knot Column: Tijd voor Teenagers

Totale make-over voor Zoe FM

Totale make-over voor Zoe FM

Don`t copy text!