Straks een nieuwe federale en Vlaamse regering? Prima, het mediabeleid kan er alleen maar beter op worden. Dat denken wij, dat hopen alle radiomakers. Deze laatsten zijn dan ook volop bezig hun stellingen in te nemen, om extra aandacht te vragen (eisen) voor een beter beleid en meteen een deel van de koek voor zich op te eisen. – NEEN heb je, JA kun je krijgen -, is het motto. En gelijk hebben ze.
Op 24 juni maakten we melding dat ook de twee Vlaamse federaties van particuliere etherradio’s volop aan een gezamenlijk memorandum werkten, dat de belangrijkste bekommernissen in hun sector zou verduidelijken. Het rapport is klaar en daarom staat het hieronder!
MEMORANDUM TER ATTENTIE VAN DE ONDERHANDELAARS
De decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995 alsmede hun ministeriële uitvoeringsbesluiten, hoofdstukken en artikels met betrekking tot de particuliere radio’s zijn nog niet afgewerkt. Op verschillende punten dienen zij volgens ons ook dringend aangepast. Dit alles dient prioritair behandeld te worden om de radio’s:
- Levensvatbaar te maken. – In de mogelijkheid te stellen een normale concurrentie te voeren t.o.v. de openbare radio’s. – Te verlossen van de tientallen specifieke betuttelende en ondermijnende administratieve verplichtingen.
DE DECRETEN
- Met de huidige vermogens is het onmogelijk om op de meeste plaatsen voldoende luistercomfort te bieden. Voor de uitbouw van samenwerkingsverbanden zijn momenteel minstens 40 à 45 radio’s nodig om gans Vlaanderen en Brussel te bestrijken. Gekoppeld aan de verplichting om minstens vier en een half uur ontkoppelde eigen lokale programma’s uit te zenden maakt, maakt dat een dergelijk professioneel verband financieel onrendabel is. Het spreekt vanzelf dat met de huidige vermogens ook een eventueel zelfstandig bestaan van een kwaliteitsradio economisch onmogelijk blijft. Grotere vermogens zouden moeten toegelaten worden, zodat het zelfstandig bestaan op professioneel vlak mogelijk wordt en zodat een samenwerkingsverband kan volstaan met 20 à 30 radio’s voor een dekking van Vlaanderen en Brussel.
- In de decreten en in de uitvoeringsbesluiten dienen de betuttelende en beperkende normen inzake het verplichtend mededelen en opgeven van inlichtingen zoals de lijst van alle medewerkers, hun opleiding en ervaring, de ‘verbondenheid van de beheerders met de regio’, de beschrijving van de studio- en andere ruimtes, enz. te worden afgeschaft. (NB: voor kabelradio’s, regionale televisie-omroepen, landelijke televisie-omroepen bestaan al deze verplichtingen niet).
- Technisch dient er voor de particuliere radio’s ook de ondubbelzinnige mogelijkheid geschapen om in stereo uit te zenden, alsmede, net zoals de regionale televisies, in hun zendgebied op de kabel te kunnen.
- Tevens wensen wij een optimale benutting van de FM-frequentieband. Door de VRT-radio’s niet langer over te beschermen, is het immers mogelijk om particuliere radio’s te spreiden over de ganse breedte van de FM-band.
Algemeen denken wij dat het nuttig is dat er een kaderdecreet komt om te sterke concentraties in de mediasector te beperken. Inzonderlijk bij het verlenen van erkenningen voor particuliere radio- en TV-omroepen, moeten monopolie, oligopolie of trustvormingen onmogelijk gemaakt worden.
Daarnaast moeten dringend de eerste stappen gezet worden naar een nieuw algemeen frequentieplan dat een optimale en zuinige verdeling garandeert van alle beschikbare frequenties zowel voor openbare als voor particuliere radio ‘s. Het voorbereidend werk hiertoe moet dringend opgestart worden, zoniet riskeren we eind 2001 (het aflopen van de beheersovereenkomst met VRT en het aflopen van de huidige erkenningen) opnieuw in de onmogelijkheid te zijn een weloverwogen toekomstplan voor de sector te implementeren. Een politiek van verandering kan inzake radio vooral het einde van een aanmodderend beleid betekenen.
Philippe Persoons (foto boven)
Voorzitter Vlaamse Radio Federatie VFLR
Bruno Heyndrickx
Ondervoorzitter VEVORA