Nog voor de aftrap van het nieuwe seizoen aanstaande zaterdag likte de Spaanse voetbalcompetitie de wonden na een uitermate bewogen periode. De financiële ontsporingen door het discutabele beleid mede in hand gewerkt door de draconische maatregelen in de bestrijding tegen Covid-19, vergrootten de totale schuldenput waardoor zich een extra kapitaalsinjectie opdrong. Al was het maar om geen gezichtsverlies, tegenover onder meer de rijkere Engelse concurrenten, te lijden.
Van rebellie tot pandemie
Diverse factoren hadden de gang van zaken grondig verstoord. De federale regering in Madrid zat nog niet zo lang geleden met de Catalaanse kwestie opgezadeld en moest hemel en aarde bewegen om een breuk met grootmacht FC Barcelona op het nippertje te vermijden. Tijd om op adem te komen was er trouwens niet. De wild om zich heen slaande pandemie gijzelde niet enkel de economische sector, maar ook de toeristische sector, dé bron van inkomsten voor het land.
Tegelijk werd de voetbalcompetitie zwaar gedwarsboomd omdat er moest worden gespeeld zonder publiek. De hallucinante beelden van lege tribunes in de majestueuze sporttempels hadden de echte beleving enorm geraakt. De boekhouders van de doorgaans welvarende teams zaten met de handen in het haar en konden nauwelijks inkomsten noteren waardoor drastische bezuinigingen zich opdrongen.
Potje paniekvoetbal
In een stuntelige poging om een compleet rampscenario te vermijden, richtte een aantal Europese ploegen, onder impuls van het noodlijdende Real Madrid en FC Barcelona de Super League op. Deze gesloten competitie koesterde de ambitie om meer kwalitatieve duels aan te bieden in ruil voor extra en – vooral – voor hogere inkomsten om zo de leefbaarheid op lange termijn van de sport te garanderen. De voetbalwereld daverde op zijn grondvesten.
Misnoegde fans van onder meer Liverpool en Manchester United trokken massaal de straat op om hun ongenoegen in niet mis te verstane woorden te uiten. Dat het project ter waarde van vier miljard dollar, voorgeschoten door Qatar via de JP Morgan Bank, snel in elkaar stortte, was grotendeels te wijten aan een telefonisch gesprek van de misnoegde Russische president Vladimir Poetin met de eigenaar van Chelsea, Roman Abramovich. Kwestie van de onverbreekbare relatie van hoofdsponsor Gazprom met de UEFA Champions League te benadrukken. De Londense bazen aan Stamford Bridge kozen wijselijk eieren voor hun geld en haakten af. Een initiatief dat snel navolging kreeg waardoor de Zuid-Europese initiatiefnemers verweesd achterbleven.
De dubbele doorbraak
De zoektocht naar een degelijke ondersteuning eindigde bij de private maatschappij CVC Capital Partners in Londen en in Luxemburg, zij hadden tevergeefs gepoogd om een vaste plek in de Serie A te krijgen. De onderhandelingen, met als inzet 10% van de aandelen bij La Liga, leidden tot een totale investering van maar liefst 2,7 miljard euro waarbij de verenigingen voldoende ademruimte kregen om de schulden weg te werken. Zo ontving FC Barcelona 250 miljoen euro om orde op zaken te stellen, weliswaar met de belofte om 70% in de infrastructuur te steken en om de salarissen van het personeel met 15% naar omlaag te halen.
Bovendien maakt La Liga werk van een streamingdienst, die binnen vijf à zes jaar de consument in staat zal stellen om via alle mogelijke multimedia-kanalen de wedstrijden van haar of van zijn favoriete team te volgen. Dit moet de kosten, die men doorgaans betaalt voor onder meer de pakketten van Movistar en Orange, flink drukken. Zodoende krijgt men zelfs de mogelijkheid om een seizoenspas of om losse ‘games’ als de Clasico aan te schaffen.
Op deze manier hoopt men, in navolging van de wereldbekende Amerikaanse NBA basketball league de fans met voordelige tarieven en zonder contractuele verplichtingen te lokken. Ook de betrokken elftallen varen er wel mee want door deze goedkeuring is men in staat om de uitzendrechten, zonder het inschakelen van tussenpersonen, binnen eigen beheer te houden. Wordt vervolgd. (FVM)