RadioVisie is zo’n halve eeuw aanwezig in het radiolandschap. Hoe het allemaal begon en met vallen en opstaan evolueerde, heb ik eerder dit jaar in enkele tientallen afleveringen bij elkaar geschreven. De reeks ‘Toen Radio een Visie kreeg’ is nog niet klaar. Verre van zelfs. Ik had me voorgenomen om daar in het najaar mee door te gaan, het is voorlopig bij dat voornemen gebleven.
Van drukinkt naar digitaal
“Maar wat niet is, kan nog komen”. Om een spreekwoord te gebruiken waarvan de herkomst onduidelijk is. Mooi meegenomen dat ik deze columns voor een ouder publiek schrijf, want las en hoorde ik onlangs niet dat de kennis van spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen in sneltreinvaart verloren gaat? Jammer, ik grossier er nogal eens in. Net zo jammer vind ik dat onze kranten en tijdschriften nauwelijks nog strips publiceren.
Decennia lang werd door uitgevers bijna letterlijk gevochten om talenten als Willy Vandersteen, Marc Sleen, Jef Nys, Franquin, Hergé, Bob de Moor en veel anderen, aan zich te binden. Ik ben met hun oeuvre opgegroeid en mag mezelf nog steeds een notoir stripliefhebber noemen. In het bezit van een niet onaardige collectie van vele honderden boeken. Ja hoor, ik noem ze geen strips, maar boeken! Het sprak dan ook voor zichzelf dat ik in de gedrukte RadioVisie graag tekeningen, illustraties en karikaturen wilde hebben.
Zo hoorde het. Tekeningen, stripverhaaltjes boden een extraatje, moesten de pagina’s leuker maken. Eerder had ik zelf al een figuurtje bedacht en getekend voor het blad Beatwave’, een uitgave van de Free Radio Organisation, ergens begin jaren 70 van de vorige eeuw. Het blad was helaas geen lang leven beschoren. R. Adio beleefde daardoor slechts twee avontuurtjes.

Toen de Vereniging voor Vrije Radio van gestencilde uitgaves naar offset druk kon overschakelen in 1976, zag ik de kans schoon om het figuurtje te reanimeren. Ik had intussen een veel betere tekenaar dan ikzelf was of ooit zou geworden zijn, ontmoet. Joël Delcroix was een postbode collega die ooit voor Robbedoes/Spirou mocht gaan werken in Brussel, maar dat uiteindelijk niet deed omdat de liefde hem in zijn thuisstad Wervik hield.
Joël, die z’n strips ondertekende als Joey, nam mijn figuurtje over, weliswaar met een nieuwe naam. R. Adio werd Piet Peuk. Hij dook overal op in onze uitgaves. In de titelbalken, als ‘verbinding’ tussen twee artikelen (lees: om een blanco gat op te vullen), of gewoon daar waar we hem nodig hadden om de layout op te krikken. Het was zo’n beetje onze eigen versie van Guust Flater uit… Robbedoes/Spirou.
Ik wilde ook graag een echte strip in het blad hebben. De kans diende zich aan toen onze Franse collega’s van ‘Offshore Echoes’ de avonturen van Radio Caroline verstripten. Een huzarenstukje van François Lhotte. Hun tekstballonnen waren uiteraard in het Frans, het was iedere keer een hele klus om daar een Nederlandse versie van te maken.

Eerst moest een erg goede fotokopie genomen worden van de originele pagina. De ruimte voor de nieuwe teksten werd daarna zorgvuldig opgemeten, blanco papiertjes werden op de juiste maat geknipt, met een uiterst fijne stift bracht ik daarop de nieuwe Nederlandstalige tekst aan, waarna het papiertje over de originele tekst kon worden geplakt.
Eén keer slechts, ik had er meer willen hebben, plaatsten we een eigen stripje. Gebaseerd op een origineel idee van de Nederlandse tekenaar/kunstenaar Dick Matena, lieten we daarin zien hoe het er achter de schermen van een commercieel radiostation aan toe ging. Joey leefde zich als nooit tevoren uit. Ik had gehoopt dat we vertrokken waren voor een hele reeks avonturen, maar een nijpend tijdsgebrek van onze tekenaar besliste daar helaas anders over. De enige aflevering van de ‘Piet Peuk Show’ verscheen in de gedrukte RadioVisie 23 van 24 december 1979.
* Het opnieuw zien van dit stripje deed me terugdenken aan de Amerikaanse oervader van de moderne dj, Alan Freed. De man raakte betrokken bij diverse omkoopschandalen. Hij liet zich betalen voor het draaien van bepaalde platen. In Amerika is dit fenomeen bekend als payola. Over Freed zijn diverse films gemaakt. Ik haalde onlangs nog eens ‘American Hot Wax’ uit mijn collectie. (JLB)


pracht herinnering. Ons Dagblad van het Noorden heeft elke publicatie dag nog 5 stripverhalen.
Mooi om nog eens terug te zien (en te lezen!)
Dat waren nogal tijden ! Ook in drukkerij gewerkt, eerst typo (linotype), dan offset, dan digitaal… Papier- en filmmontage gedaan met knip- en plakwerk, maar de klanten waren tevreden !