Het verhaal van het Nederlandse Radio Noordoostpolder continueert. Van lokale naar streekomroep is zo’n beetje het motto. Een streekomroep die straks ook nog eens tv-programma’s mag gaan maken. Het is uiteraard sneller bedacht en geschreven dan gerealiseerd. Maar wie ‘het vuur’ te pakken heeft, die komt er wel.
Vergaderen, verbouwen, vrijwilligers en verdergaan
Bij een lokale omroep gaat het niet alleen over medewerkers. Er komt veel meer bij kijken. In het nieuwe jaar 2025 zijn er alweer vergaderingen gepland met medewerkers, het PBO (Programmabeleid Bepalend Orgaan) en het bestuur. Niet alleen dat er radio (en tv) programma’s gemaakt moeten worden gemaakt, er zijn ook de voorbereidingen inzake de komende streekomroep.
De studio is technisch bijna ingericht, een hele puzzel en veel werk voor de techneuten. Welke hardware gaan we gebruiken? Welke software? Alles moet bovendien zo geplaatst en ingericht worden dat er veel mensen gemakkelijk kunnen werken. Inmiddels wordt er met smart gewacht op de glasvezelaansluiting. Daarna worden de thuisstudio’s geruild voor de nieuwe hoofdstudio, met als extraatje locatie-uitzendingen.

De week zal worden begonnen met een uitgebreide uitzending op de zaterdag van 09:00 tot 21:00 uur. Daarnaast worden er (live) programma’s op de doordeweekse avonden gepland. Tenslotte moet de zondag gevuld worden. Dat wordt nog een hele puzzel om de vele vrijwilligers, met hun diverse interesses, een plekje te geven. Het belangrijkste wordt de sfeer. Ego’s moeten buiten de deur blijven.
Daar zijn al te veel lokale omroepen kapot door gegaan. Sommigen vinden zichzelf o zo belangrijk. Maar daar gaat het niet om, wel om de luisteraar. Binnenkort moeten er ook contracten getekend worden voor een kabelkanaal bij Ziggo en KPN. Daarna gaat de focus naar een tv-programma. Dat wordt ook alweer een bijzondere uitdaging.



En straks ook op tv
We beginnen met een kabelkrant met op de achtergrond het geluid van Radio Noordoostpolder. Daarna gaan we de echte uitzendingen opbouwen. Het wordt geen concurrentie met Omroep Flevoland. We gaan ons meer richten op achtergrondverhalen uit de polder en lange live uitzendingen maken. Als er ergens een camera staat kunnen we beter gelijk wat langer uitzenden. Ik denk daarbij aan de carnavalprogramma’s van Omroep Brabant. De camera gewoon laten registreren wat er gebeurt.
Daarnaast moeten we voorbereidingen treffen voor de streekomroep. Die eisen liegen er niet om. De voorwaarden zijn bijna net zo streng als voor een regionale omroep. Terwijl het budget daar een stuk groter is. Gelukkig is er nu de nieuwe indeling voor de streekomroep, samen met Urk. In het begin zaten bijna alle plaatsen van Flevoland er bij. Dat vond ik onzin omdat er al een Omroep Flevoland voor die regio actief is.
Officieel is er nog geen mediawet voor. Die zal binnenkort ingaan, en dan moet het allemaal in 2028 gaan draaien. Geen idee wat er voor de tijd met de solo lokale omroepen zal gaan gebeuren. De huidige lokale omroepen die zich streekomroep noemen, zijn dat in feite nog niet. Al is er reeds een gezamenlijk bestuur, een gezamenlijke PBO en vaak ook een gezamenlijke studio. Wel krijgen ze de jaarlijkse subsidie van 250.000 euro. Want daarmee kunnen ze dan betaalde krachten (journalisten) in dienst nemen.

