In 1963 werd ik 14 jaar, toch had de verzamelwoede al toegeslagen. Inmiddels was ik in de tweede klas middelbaar onderwijs beland. Vooral met de jongens werden de eerste – van onder de toonbank door oudere schoolgenoten gekochte ‘vieze boekjes’- bekeken in de fietsenstalling. En we hadden het over… meisjes. Al verzamelde ik thuis hele andere dingen…
Onder de bank
In het kapsalon van mijn ouders lag de wekelijkse leesportefeuille. Ze hadden een abonnement op de editie van zes weken oud. Dat hield in dat de tijdschriften, na de week van levering, mochten worden gehouden. Lang niet alles was interessant maar toch was er genoeg om te bewaren in de houten bank waarop de wachtende klanten in de salon zaten. Gedurende de weekenden was het thuis soms vechten om als eerste bepaalde tijdschriften te lezen.
Ikzelf vond de ‘Katholieke Illustratie’ meer dan de moeite waard. Achteraf gezien ging dit vooral om de vele, prachtige, foto’s die in ‘zwart wit’ waren afgedrukt. Maar zeker ook om op de hoogte te zijn over muziek. In het blad verzamelde ene Skip Voogd allerlei nieuwtjes in de rubriek ‘Alleen voor Tieners’. Met zijn korte maar zeker voor die tijd informatieve berichtjes lokte hij heel wat nieuwsgierigen naar de laatste twee pagina’s van het weekblad.
Naast muziek- en filmnieuws was er ook ruimte voor nieuwe boeken en een overzicht van de Nederlandse ‘Teenager Hitparade’. In de week van 7 december 1963 stond Trini Lopez op nummer 1 met ‘If I had a hammer’, gevolgd door Johnny Halliday met ‘Tes Tendres Années’. Als Groninger deed het mij goed dat de uit onze provincie afkomstige Imca Marina de achtste plaats bekleedde met het Duitstalige ‘Lass mein Herz nicht weinen’.
Weinig aanbod
Informatie over jongerenmuziek en de filmwereld waren verder erg schaars in de leesmap. In de ‘Katholieke Illustratie’ van 7 december 1963 las ik dat er in Frankrijk plannen waren voor een film over het leven van Maurice Chevalier. Voogd voegde eraan toe: ‘Een biografie dus. De meester van het Franse Chanson wordt er tot in zijn veertigste jaar in afgebeeld door Sacha Distel en de latere jaren is de hoofdrol voor Chevallier zelf gepland’.
Skip had het in dat nummer ook over nieuw talent. In december 1963 was Rob de Nijs verkozen tot populairste Nederlandse zanger door de lezers. Skip haalde in het artikel ook een uitspraak aan van Rob de Nijs over Johnny Lion. Die was in de ‘Nieuwe Tilburgse Courant’ van 16 november 1963 verschenen. ‘Hoe ik Johnny Lion vind? Ach ik heb weinig tijd om naar allerlei amateurs te luisteren. Alleen de echte groten interesseren me.’
Skip had daarna geprobeerd De Nijs zelf te spreken, maar dat was niet meer gelukt. Hij kon bijgevolg geen bevestiging krijgen of die uitspraak echt was gedaan. Beide zangers traden in 1965 en 1966 op in het Circus van Boltini, waar ze zij aan zij ‘Het ritme van de regen’, ‘Sophietje’ en meer successen zongen.
Bij de FBI
Skip Voogd behandelde meer onderwerpen. Kleine weetjes die geen betrekking hadden op muziek of film. Zo zorgde hij onder andere voor een glimlach met een bericht in de rubriek ‘Wereldkroniek’ van 7 december 1963. ‘In het hol van de leeuw’ schreef hij over een New Yorkse kelner die was veroordeeld voor een grote diefstal. De man kon echter aan zijn bewakers ontsnappen en bleef lange tijd onvindbaar. Uiteindelijk lukte het de politie om hem te arresteren. Hij werd gevonden in de… kantine van de F.B.I., de wereldberoemde Amerikaanse Opsporingsdienst, waar hij onder een andere naam werkte als bordenwasser. (DP)
Hans Knot
Foto bovenaan: Willem van Kooten, Jos Brink, Rob Out en Skip Voogd in de NCRV-studio (RadioTrefpunt).