RadioVisie

  • .
    .

Hans Knot Column: ‘De rechtszaak tegen Oswald’ (1)

Voor de verandering neem ik een duik in de aantekeningen die het jaren geleden niet hebben gehaald in mijn boek ‘Boven Water’. Het verscheen in 2012 en staat boordevol herinneringen aan Radio Veronica zoals die door Max Lewin – één van de mede-oprichters van de zeezender – bewaard werden in zijn archief. Vandaag een eerste deel, volgende week sluiten we ‘De rechtszaak tegen Oswald’ af.

Wet uit… 1904

We gaan terug naar de beginjaren van Radio Veronica. Op 10 januari 1963 werd bekend gemaakt dat er, bijna drie jaar na zijn arrestatie, ook daadwerkelijk een rechtszaak zou komen tegen de voormalige technische directeur van de VRON (zoals Veronica eerst heette), de heer Henricus Oswald uit Amsterdam. De zitting die zou plaatsvinden in het arrondissement Amsterdam, werd vastgelegd op 6 februari. Niet alleen Oswald diende te verschijnen, dat gold ook voor de voormalige hoofdtechnicus Arie Derksen. Hij werd beschuldigd van het illegaal bezitten van zendapparatuur en was daardoor strafbaar aan de wetgeving onder artikel 20 van de Telegraaf- en Telefoonwet uit 1904.

Beide zaken waren twee jaar eerder gepland, op 8 december 1961, maar de rechtbank verwees ze toen terug naar de ‘instructie’. Men wilde eerst meer bijzonderheden verkrijgen van deskundigen over de in beslag genomen apparatuur en mogelijkheden tot het gebruik ervan. ‘Het Algemeen Handelsblad’ meldde op 11 januari 1962: ‘Van een veroordeling van deze twee personen zal het afhangen of 23 andere personen, onder wie de tegenwoordige directie van Radio Veronica en andere aandeelhouders, die medeplichtig zouden zijn door het verschaffen van middelen en gelegenheid voor de bouw van de zender, eventueel ook vervolgt zullen worden, zo werd door de Officier van Justitie medegedeeld.’

Henricus Oswald

Het eerste zendschip van Veronica was het in 1911 gebouwde lichtschip Borkum Riff. In 1959 opgekocht door de ‘founding fathers’ van de zeezender. Dit prachtige schip werd later gesloopt en vervangen door de Norderney.

Geldboete en gevangenisstraf

Tijdens de zitting gaf Derksen toe dat het om zenderonderdelen ging, de zogenaamde stuurtrappen, die op zichzelf slechts een geringe zendcapaciteit zouden hebben gehad en dus niet als zender konden worden beschouwd. Hij vertelde ook dat hij de onderdelen had gebouwd in opdracht van de mensen achter de VRON, waarvoor hij had gewerkt. Strafbaar vond hij het allemaal niet omdat hij wel vaker zenders voor amateurs bouwde.

Hij was zich dan ook niet bewust van enigerlei overtreding. Bovendien beschikte hij over een vergunning om op een ander adres te kunnen experimenteren met zendapparatuur. Die zou ook van toepassing zijn op activiteiten die door de rechtbank werden besproken. Uiteraard was er ook een getuige opgeroepen die tijdens de inbeslagname aanwezig was.

Toen eenmaal de rechtszaak was gehouden meldde diezelfde avond het ‘Algemeen Handelsblad’ dat er slechts voorwaardelijke gevangenisstraffen en boetes waren geëist. In totaal zes maanden voorwaardelijk voor Oswald en 150,00 gulden boete, terwijl tegen Derksen een straf van drie maanden voorwaardelijk met een boete van 250,00 gulden werd geëist door mr. R.L. Heukels. Oswald was niet aanwezig tijdens de zitting omdat hij ziek was. Beide verdachten werden verdedigd door advocaat J.G. Petersen uit Amsterdam.

En daar is… Neuteboom

Dhr. D. Neuteboom van de Bijzondere Radio Dienst uit Den Haag stelde onder andere dat de besproken inrichting voor vergunde zendamateurs hoogst ongebruikelijk was en bovendien niet voor die doeleinden geschikt was. Hij had, begeleid door ambtenaren van politie, eerst in de winkel en daarna in de werkplaats verdachte apparatuur in beslag genomen.

Bij nader onderzoek was gebleken dat het om onderdelen van een te bouwen zender voor de Borkum Riff was, gelegen in de haven van Emden. Een rechtbankverslaggever van het Algemeen Handelsblad (6 maart 1963) omschreef het bewijs van de Officier van Justitie als volgt: ‘Hij achtte de zaak duidelijk flagrant in overtreding met de Telegraaf- en Telefoonwet van 1904 – aangepast in 1938 en het radioreglement van 1930, artikel 2, dat het ter beschikking stellen aan onbevoegden van radiozendapparatuur verbiedt.’

Geen strobreed

De Officier van Justitie wilde geen onvoorwaardelijke straffen eisen, omdat de overtredingen al enkele jaren eerder plaatsvonden. Wel gaf hij aan bij een eventueel volgende overtreding harder op te treden en zich niet te beperken tot voorwaardelijke straffen. Ook de advocaat van de verdachten, mr. Petersen, kwam aan het woord. In zijn pleidooi gaf hij toe dat het om onderdelen van zendapparatuur ging, maar hij bestreed dat het om een complete zender ging.

Tot op dat moment was er niemand eerder een strobreed in de weg gelegd. Noch tijdens het bouwen van de zender, noch tegen het bezitten van onderdelen voor zendapparatuur. Pas bij gebruik van de zendapparatuur werd een overtreding vastgesteld. Mr. Petersen somde vervolgens een rij dumpzaken op in Nederland waar, zonder justitiële inmenging, geregeld zenderonderdelen en apparatuur werden verhandeld.

Hij noemde de vervolging dan ook ‘pure willekeur die slechts tot doel had Radio Veronica te treffen, het station was op dat moment nog steeds volkomen legaal in de lucht, opererend vanaf een zendschip, voor anker in internationale wateren, maar waartegen men op allerlei wijzen actie meende te moeten voeren’.

° Hans Knot
° Volgende week: deel 2
° Foto’s: Mediapages


Populair bij RadioVisie
Don`t copy text!