De universiteiten van Gent en Antwerpen publiceren het onderzoeksrapport ‘De Vlaming over de VRT’, een publieksbevraging bij 1.648 respondenten ter voorbereiding van de volgende beheersovereenkomst met de VRT (2026-2030). Wij hielden de radiocijfers in het rapport tegen het licht en trokken oprecht grote ogen (van verbazing).
De beide universiteiten maakten het (vijfjaarlijkse) rapport in opdracht van het Departement Jeugd, Cultuur en Media van de Vlaamse overheid en de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC).
Een opmerkelijke vaststelling: het rapport vloekt – op vlak van radio (waartoe we ons hier beperken) – met zowat alles wat de CIM RAM de afgelopen jaren publiceerde aan luistercijfers in Vlaanderen.
“De Vlaming luistert gemiddeld 4,19 dagen per week live naar radioprogramma’s, wat een lichte daling is in vergelijking met de 4,45 dagen in 2019”, lezen we als opening van de radiocijfers. Een vreemde manier om dit in dagen uit te drukken, want dit cijfer zegt helemaal niks over de luisterduur. Maar dit is nog het minste.
“Het aandeel van de Vlamingen die dagelijks live naar radioprogramma’s luisteren daalde de voorbije vijf jaar van 41 procent naar 38 procent”, klinkt het vervolgens. Hallo? Als dat écht waar zou zijn, dan is de radio in Vlaanderen zo ongeveer even morsdood als in de Verenigde Staten (waar het bereik van live-radio effectief kolossaal is ingestort).
De laatste CIM RAM (september-december 2024) meet het dagelijkse bereik van radio in Vlaanderen op 66,2 procent (12 jaar en ouder). Een jaar eerder lag dat dagelijkse bereik volgens CIM RAM nog op 69,5 procent. Ook de CIM Audio Time (een volledig ander onderzoek dan CIM RAM) zit in dezelfde buurt. Volgens de jongste imec.digimeter (onderzoek in najaar 2024) is 62 procent van de Vlamingen een dagelijkse radioluisteraar (-1 procent tegenover het jaar eerder). Zowel bij CIM RAM als de imec.digimeter ligt het aantal respondenten veel hoger. Kortom, de UG/UA komt hier met een merkwaardig cijfer waar objectief kop noch staart aan te knopen valt. En daar stopt het nog lang niet.
“Bovendien steeg het aandeel respondenten die zeggen nooit naar radioprogramma’s op aanvraag te luisteren van 79 procent in 2019 naar 86 procent in 2024”, is de volgende zin. Oei, nu gaat dus plots over “radioprogramma’s op aanvraag”. Over het cijfer zelf spreken we ons niet uit, want er bestaat voor ons land weinig of geen degelijk onderzoek (toch niet openbaar) over zogenaamde “catch-up radio” of “timeshift radio”. Uit de meest recente CIM Audio Time, waar podcasts en timeshift radio als één geheel worden gemeten, weten we dat dit ‘fenomeen’ vrijwel verwaarloosbaar is (een dagelijks bereik van 4 procent).
Het UG/UA-rapport heeft het vervolgens over de ‘favoriete radiozender’, waarbij de top-drie favoriete zenders VRT-merken zijn: Studio Brussel (14 procent), Radio2 (14 procent) en Radio 1 (13 procent), gevolgd door Qmusic (10 procent) en Joe (8 procent). Ook opmerkelijk: meer mensen geven Klara (4 procent) als favoriet aan dan Play Nostalgie (3 procent).
Is dit geloofwaardig? Tja, de ‘favoriete radiozender’ wordt in geen enkel ander onderzoek op deze manier gevraagd, waardoor er dus geen objectief vergelijkingsmateriaal beschikbaar is. In elk geval staan de cijfers haaks op de CIM RAM luistercijfers. In feite zou je hieruit al bijna moeten concluderen dat de luisteraars van Studio Brussel en Radio 1 de meest ondankbare schepsels zijn, want ze zijn met hun (zogezegde) 14 en 13 procent amper goed voor een reëel marktaandeel van (respectievelijk) 8,22 en 7,03 procent, terwijl de 14 en 8 procent die Radio2 en JOE als favoriet hebben zich laten gelden met marktaandelen van 25,08 en 12,34 procent.
Maar dan komt het – wat ons betreft – ultieme boeketje in dit onderzoek: het ‘gebruik van de VRT-radiozenders’. Volgens het onderzoek scoren Radio2 en Radio 1 elk een weekbereik (!) van liefst 38 procent, Studio Brussel 36 procent, MNM 22 procent en Klara 16 procent. Voor Studio Brussel betekent dit in vergelijking met vijf jaar geleden een stijging met 5 procentpunten, MNM daalde met 6.
“Met luisterpercentage wordt hier bedoeld het percentage respondenten dat aangeeft in de afgelopen week minstens 1 keer naar de radiozender te hebben geluisterd”, staat er letterlijk. Ook dit onderdeel scoort letterlijk een nul op geloofwaardigheid. We halen er de – perfect vergelijkbare – CIM RAM bereikcijfers bij en kijken in dit geval naar het totale percentage van Vlamingen (12+) dat wekelijks heeft geluisterd. Voor Radio2 is dat 28 procent, gevolgd door MNM met 16,3 procent, Radio 1 met 15,6 procent, Studio Brussel met 14,8 procent en Klara 4,5 procent.
Het grappige is dat Radio2 (in het onderzoek hebben ze trouwens geen enkel besef van de gewijzigde schrijfwijze) en Radio 1 volgens dit onderzoek elk vlot een (week)bereik van 38 procent zouden scoren, terwijl volgens dezelfde bevraging (zie boven) het totale dagelijkse radiobereik in Vlaanderen naar amper 38 procent zou zijn gezakt. Kan het nog dubbelzinniger, beste onderzoekers?
Tot slot vermelden we nog het onderdeel ‘evaluatie van het huidige VRT-radio-aanbod’. Ook hierover bestaat geen vergelijkbaar onderzoeksmateriaal en dus beperken we ons tot citaten zonder verdere commentaar (al zijn we ons geloof in de betrouwbaarheid sowieso al even kwijt).
“De top-drie van genres waarvan de Vlaming zegt dat het aandeel onveranderd mag blijven, bestaat uit nieuws- en duidingsprogramma’s (59 procent), interviews en gesprekken (48 procent) en consumentenprogramma’s met tips en weetjes (44 procent).”
“Gevraagd naar het programma-aanbod van de VRT-radiozenders, geeft ongeveer een derde van de Vlamingen aan dat ze graag nog meer humoristische programma’s (33 procent), consumentenprogramma’s met tips en weetjes (32 procent) en muziekprogramma’s (30 procent) op de radio zouden willen. Eén op vijf zou ook graag meer kunst- en cultuurprogramma’s horen. 38 procent vraagt de VRT-radiozenders minder aandacht te schenken aan ontspannende programma’s met en over bekende mensen. Een derde wil daarnaast liever wat minder quizprogramma’s en spelletjes (34 procent) en minder sport (31 procent).”
Naast deze hoogst merkwaardige Publieksbevraging – we wensen er onze Vlaamse minister van Media veel plezier mee – is er deze week ook nog een rapport gepubliceerd met de ‘Stakeholdersbevraging’ voor VRT. Dat tweede onderzoek bevat op gebied van radio op het eerste gezicht echter weinig of geen wijsheden of besluiten die we al niet wisten. Of die ons grote ogen deden trekken.
- Het prentje bovenaan werd met AI gemaakt (maar dat had u zonder deze vermelding ook wel geraden).