RadioVisie

  • .
    .

Toen Radio een Visie kreeg – 15

Het zal je ontgaan zijn, en ik neem het je niet eens kwalijk. RadioVisie viert dit jaar z’n zesentwintigste verjaardag op het internet. Daarmee is deze digitale mediakrant de oudste in z’n genre. Tel daarbij het feit op dat RadioVisie online een logisch vervolg is van het gedrukte maandblad dat voor het eerst verscheen in… 1973. En meteen hebben jij en ik een alibi voor een nieuwe, langlopende reeks. Het complete verhaal ‘achter’ RadioVisie. Tweewekelijks op zondag. 

Zender zonder naam

Naar Sint-Amandsberg trekken om er programmabanden op te nemen, bleek evenwel niet nodig. Dat was het gevolg van minstens één luisteraar die de vreemde ‘bewegingen’ rond de 186 meter had opgemerkt, Ivo Cnockaert uit het naburige Wervik. Eerder bij de 6TTR gekazerneerd in Lüdenscheid. Muziek- en radiofan. Hij was iets eerder afgezwaaid dan Jean-Luc en Roland, maar nadien hadden ze contact gehouden. Zo gaat dat nu eenmaal met bijna-buren die samen het vederland hebben verdedigd. Of iets in die aard. 

Ivo had snel begrepen wie achter die radiomanoeuvres moest zitten. Hij nam contact op en het clubje van drie groeide aan met een vierde radiomusketier. En Ivo beschikte bovendien over enig ‘studiomateriaal’. Een Philips bandrecorder uit de beruchte N-reeks (4308) en een platenspelertje (2GF815) van hetzelfde merk. Bovendien had hij een auto! Een heuse Ford Taunus. De studio werd gecompleteerd met een Lenco ‘pickup’ van Jean-Luc, een Revox-bandrecorder – de beroemde A77 – van Roland en een Tandy-microfoon van Gerdy. 

Alle onderdelen konden gekoppeld worden, dankzij het zelfgebouwde mengpaneel van Roland. Toch vroeg het af en toe heel wat kunst en vliegwerk – kabeltjes switchen-  om een programma op te nemen, want er konden maar drie toestellen op aangesloten worden. Non-stop muziek en naamloze jingles afgewisseld met verknipte STER-reclamespotjes, opgenomen van de Nederlandse televisie. Op die manier hoopte het kwartet illegale radiomakers de indruk te wekken dat het om uitzendingen ging vanaf Nederlandse bodem. Een adres durfde men nog steeds niet noemen.

Intussen op de Noordzee

De zender was erg onregelmatig in de lucht, de drang naar feedback van luisteraars werd groter. Maar hoe laat je een potentieel publiek weten dat je uitzendt? De pers verwittigen was uit den boze, mond-aan-mondreclame dé oplossing. Waarna het haarscherp duidelijk werd dat een radioblad een ideaal communicatiemiddel zou zijn. Maar dat bestond niet (meer) in Vlaanderen. Hoog tijd dus om daar wat aan te doen. Uiteraard moest het blad ook ‘gevuld’ worden met andere berichten.

Gelukkig waren er nog de avonturen van de échte ‘radiopiraten’ vanaf de Noordzee. Daar was inmiddels ook één en ander gebeurd. Radio Atlantis was al sedert 18 oktober 1973 niet meer in de lucht, maar het gonsde van de comeback plannen. Bovendien werden de geruchten sterker dat er een tweede Vlaamse zeezender – Radio Mi Amigo – van start zou gaan. Kortom, er waren genoeg onderwerpen en gebeurtenissen om over te schrijven.

Aan inhoud geen gebrek, wel aan lezers. Maar ook dat kon niet zo moeilijk zijn. Er waren immers toch nog de adressen van zij die ooit een abonnement hadden op ‘Beatwave International’, de uitgave van de Commercial Radio Organisation. Groot was echter de ontgoocheling toen bleek dat die lijst verloren was gegaan. De kleine hoop dat Pierre Deseyn misschien ook weer zou willen meedoen met het nieuwe blad, bleek eveneens ijdel. Geen zin, maar vooral geen tijd meer door zijn werk voor Radio Northsea International. In zijn studio werd immers het kortegolfprogramma ‘RNI goed DX’ opgenomen. Pierre presenteerde in het Frans, AJ Beirens in het Engels en er waren regelmatige bijdragen in het Duits van de broertjes Werner en Peter Hartwig.

Met de hulp van Atlantis

Hoe moest het dan verder? Radio Atlantis bracht de oplossing! De troepen van Adriaan Van Landschoot hadden eind december 1973 een doorstart gemaakt vanaf de MV Jeanine. Een paar weken later zaten Ivo, Roland en Jean-Luc in de Atlantisstudio in het Nederlandse Oostburg bij presentator Theo Vandevelde om te vertellen over hun plannen om een radiomagazine te beginnen. Het werd een lange babbel over de… Free Radio Promotion (FRP), een naam die ter plekke was bedacht. Als adres werd, om het eenvoudig te houden, het huisadres van Jean-Luc in Geluwe genoemd.

Na de uitzending kwamen er heel verrassend snel en vooral veel reacties binnen. Marc Menu, Jan De Meyer, Frank Durinckx, en Emiel Clarijs waren bij de eersten. In de daaropvolgende maanden maart en april 1974, kreeg iedereen een antwoordje bestaande uit drie gefotokopieerde pagina’s. Daarin werd uitgelegd dat er op termijn mogelijk een Vlaams radiomagazine zou verschijnen, maar dat dit vooral zou afhangen van het aantal geïnteresseerden.

Met andere woorden, iedereen werd dringend verzocht mee op zoek te gaan naar andere mensen met belangstelling voor wat toen ‘free radio’ genoemd werd. Radio-initiatieven waar de overheid zich niet mee bemoeide, werd bedoeld. Nieuwe potentiële abonnees kwamen met mondjesmaat binnen. Zij kregen op hun beurt de ‘3-pagina-brief’. De ketting werd langer. Begin juni 1974 was de magische grens van honderd potentiële lezers bereikt.

Daarna was het vooral een kwestie om iedereen snel een écht blad te sturen. Te lang wachten zou de geloofwaardigheid van de FRP immers al vanaf de start aantasten. (JLB)


Volgende deel: 20 augustus


1 Reactie
Inline feedback
Bekijk alle reacties
Jan D.M.
Jan D.M.
6 augustus 2023 - 12:57 12:57

Hi folks ! Ik ben inderdaad nog in het bezit van het Free Radio Promotion News als reactie op het intervieuw op Radio Atlantis, alsook van Newcaster 1, 2, 3, 4, 5.Newcaster C.R.O. (sept. ’71). Nadien volgde nog Beatwave International 1 & 2, dan Beatwave 3 & 4

Populair bij RadioVisie
Don`t copy text!