Boortorenbouwer Vink afkomstig uit Peize
In 2024 is het precies zestig jaar geleden dat er vanaf de Noordzee zowel radio- als televisie-uitzendingen op commerciële basis werden uitgezonden voor Nederland. Zodra de naam van het werkschip ‘Global Adventurer’ bekend werd voor toekomstig gebruik bij de bouw van het kunstmatige platform, dat het REM-eiland gedoopt werd, vatte de redactie van het Nieuwsblad van het Noorden het plan op om op bezoek te gaan bij iemand met veel ervaring bij de constructie van boortorens.
Er werd aangeklopt bij de toen 40-jarige K. Vink in het Drentse Peize. Toen één van de verslaggevers telefonisch contact opnam was zijn eerste reactie: “Nee, ik vind het helemaal niet nodig. Ik wil niet hebben dat u daarover met mij komt praten. Is dat nu zo wereldschokkend, dat hier in de zee zo’n ding wordt neergezet voor het uitzenden van televisie? Nee, al die drukte is de pest en zwaar overdreven.”
Vink werd beschouwd als één van de beste boortorenbouwers ter wereld. De geboren Delfzijlster had na zijn HBS-opleiding en de technische avondopleiding, op diverse plekken in de wereld gewerkt en was begin 1964 aangewezen als leidinggevende bij het bouwen van het REM-eiland. Aangenomen mag worden dat hij hierover vroegtijdig had gepraat met één van zijn kennissen, die het nieuws vervolgens lekte aan de redactie van de krant. Nergens eerder was immers ooit al iets gepubliceerd over de bouw van het eiland.
Overstag
Nadat de verslaggever de heer Vink er toch van overtuigd had dat het om veel meer ging dan een boortoren en dat men bovendien te maken had met een toekomstig platform voor commerciële televisie-uitzendingen gericht op Nederlandse kijkers, ging hij overstag. De constructie werd destijds als een unicum beschouwd in de olie- en scheepvaartwereld, en dus nodigde Vink alsnog de journalist uit in zijn bungalow in Peize, waar hij sinds twee jaar woonde. Twaalf jaar lang was hij woonachtig en werkzaam in de olie-industrie in Zuid Amerika geweest.

Vink vertelde over het schip dat zou worden ingezet voor de kust van Noordwijk en de aandacht zou trekken van iedere voorbijvarende zeeman. “Het is een voormalige Noorse tanker van veertienduizend ton die op de werf van Verolme in Rozenburg werd opgebouwd tot een werkschip en de naam ‘Global Adventurer’ kreeg, wat zoiets wil zeggen als ‘wereldavonturier’ of ‘globetrotter’. Deze Global Adventurer is een reusachtig zeebedrijf geworden met alleen maar gespecialiseerde mensen aan boord.”
Spanjaarden en Portugezen
Vink gaf ook een opsomming van de bemanning, die er zou werken. Onder de tachtig bemanningsleden waren er lassers, duikers, kraanmachinisten en boormeesters. Veel Spanjaarden en Portugezen die werden gezien als uitstekende vaklui. “Prima mensen, waarmee het straks goed samenwerken is. De Global Adventurer is het eerste werkschip ter wereld van dit formaat. Het is uitgerust met een zestig meter hoge kraan, die een hefvermogen heeft van 250 ton. Aan boord bevinden zich verder een rijdende autokraan met een hefvermogen van 25 ton en twee werkboten, waaronder een van 85 ton. Er is reeds proefgevaren met het schip en geheid bij Texel.”
Er werd bij verteld dat zodra de delen van het eiland in Ierland klaar waren, ze door het schip zouden worden opgehaald: “Het wordt aan boord op een draaibaar platform gezet. Eenmaal op de plaats van bestemming aangekomen, wordt het buitenboord gedraaid en in zee ‘gedonderd’. Het 180 ton zware platform komt met zijn toren te rusten op zes holle betonnen poten, waar doorheen palen van zes meter doorsnee vijftig meter in de bodem onder het ter plaatse vijftien meter diepe water zullen worden geheid.”
Wegwezen!
Aan boord van de Global Adventurer was ook een cementfabriek gebouwd die er voor zorgde dat in de ruimte tussen de palen en de binnenwand van de poten cement kon worden geperst, zodat het geheel muurvast in de zeebodem kwam te staan. Zelfs bij een zeediepte van tachtig meter kon vanaf het schip nog tot een diepte van vijftig meter in de zeebodem worden geheid. Ook was er nagedacht over golfslag en daarom was besloten dat het platform dertien meter boven de waterspiegel zou worden gebouwd, zodat bij Noordwijk de palen van ongeveer tachtig meter lengte moesten worden geheid.
Andermaal Vink: “De voet van het platform bedraagt ongeveer honderd vierkante meter, maar daar komt nog een uitbouw bovenop. Op het twee verdiepingen hoge gebouw komt ook een helikopterdek. Het werkschip wordt zodanig verankerd dat bij windkracht zes er nog gewerkt kan worden, maar wordt de wind sterker, dan is het een kwestie van wegwezen, want anders lopen we het risico dat het platform in onzachte aanraking komt met het werkschip. Het valt dan ook onder geen enkele mogelijkheid te zeggen hoe lang de afbouw zal duren.”
Vink was als uitvoerder in dienst van Overseas Shipping Corporation, een Nederlandse maatschappij, met vestigingen in Den Haag en Willemstad (Curaçao) en het was deze onderneming die ook de Global Adventurer exploiteerde.


Hans Knot
Foto’s: Freewave-archief en Jingleweb.nl