RadioVisie

  • .
    .

Hans Knot Column: De populairste radio-dj’s van 1965

In 1965 kende Nederland sinds enkele maanden een derde radiostation – Hilversum 3 – dat gevuld werd met programma’s verzorgd door de publieke omroeporganisaties, ook vaak ‘de zuilen’ genoemd. Enkel via de 240 meter middengolf te beluisteren gedurende een beperkt aantal uren per dag. Het station diende nog in de markt te worden gezet.

Tegelijkertijd waren er een aantal zeezenders zoals Radio Veronica, Caroline en London die vooral door jongeren, werd beluisterd. Op 15 december werden de namen bekend gemaakt van de beste Nederlandse en buitenlandse deejays. Voor Nederland stond op nummer 1 Joost den Draaijer (foto) van Radio Veronica, met op plaats 2 Herman Stok van de VARA en op plaats 3 Jos Brink, die voor de NCRV programma’s maakte.

De beste buitenlandse deejays waren te vinden in Duitsland en op zee met op nummer 1 Chris Howlond, Dave Dennis (Radio London) op 2, gevolgd door Tony Blackburn (Radio Caroline). Deze lijst had tot gevolg dat de kranten van de Gemeenschappelijke Persdienst schreven hoe radio in 1965 gemaakt kon worden. Men stelde direct dat er eigenlijk geen vergelijking mocht worden gemaakt tussen de Nederlandse deejays en hun buitenlandse collega’s.

Er was immers een verschil tussen programma’s waarbij vooraf geschreven teksten werden voorgelezen door omroepers, terwijl er ook presentatoren waren die hun eigen teksten maakten. De schrijver van het artikel vond dat deze laatste categorie behoorde tot de echte deejays. Hij voegde eraan toe dat in het buitenland, lees op de zendschepen, de deejays zelf in de studio achter de knoppen zaten, terwijl in Hilversum – het metropool van de Nederlandse zuilenradio – de deejays afhankelijk waren van de technici.

De auteur kwam tot de conclusie dat ‘het beroep platendraaier en -bespreker voor velen aanlokkelijk lijkt, al is het dan alleen maar om de onafzienbare discotheek, die zo denkt men tenminste, deze mensen tot hun beschikking hebben. Beatles te kust en te keur, country and western, Dave Berry’s, Trea’s, Shirley’s en Willekes voor de zoete uurtjes en muziekjes van Eartha Kitt voor het late uur — voor velen lijkt zoiets het toppunt van verrukking.’

Volgens de journalist was het een vereiste dat iedere goede deejay een enorme platencollectie bezat naast een fabelachtige repertoirekennis. Maar toch kwam het merendeel van de gedraaide muziek bij de omroepen uit de discotheek van de Nederlandse Radio Unie (NRU), zoals het overkoepelende orgaan destijds heette. Door deze dienst werd heel goed in de gaten gehouden wat er zoal op de platenmarkt verscheen, waarna zo ongeveer alles werd aangeschaft.

Op Hilversum 1 en 2 werd er dagelijks ongeveer tien uur aan muziek uitgezonden. Bij Hilversum 3 was dit eind 1965  acht uur. Radio Veronica, uitzendend vanaf zee, had al danig de muziekkeuze verlegd richting de jeugd en het onderzoek wees uit dat bij Veronica gemiddeld zeven uur per dag werd besteed aan popmuziek.

De journalist had ook zijn contacten bij de platenmaatschappijen aangewend. Het hoofd van de afdeling artists relations – het gebruik van Engelse woorden sloop toen ook al de Nederlandse kranten binnen – stelde desgevraagd: “Wij attenderen de deejays regelmatig op het nieuwe materiaal van eigen bodem en op wat er in het buitenland interessant is.”

“De deejays op hun beurt zoeken ook vaak contact met ons. Zij informeren bij ons vaak wanneer een buitenlandse hit nu ook in ons land uitgebracht gaat worden. Ze halen je haast je nieuwe plaatjes onder je vingers vandaan: hebben we vrijdags iets nieuws, dan willen zij het zaterdags al hebben  – iets dat wij niet stimuleren: je creëert dan een bepaalde vraag waaraan wij nog niet meteen kunnen voldoen.”

Vijf belangrijke punten waren er die de verkoop van een plaat mogelijk konden bevorderen: de stimulans via vertegenwoordigers, het plaatsen van advertenties, vrije publiciteit, een optreden op de tv en de zogenaamde radio plugging. Onder dit laatste verstond men het erin stampen van een bepaalde song, zoals vooral bij Radio Veronica gebeurde. Hierbij was het natuurlijk van groot belang dat deejays onder de indruk kwamen van een bepaald nieuw product.

Overigens ging het er in Nederland volgens de journalist van de GPD keurig aan toe. Omkoping van deejays kwam in het buitenland regelmatig voor, maar dat behoorde hier tot de onmogelijkheden. Het was volgens hem in eigen land trouwens ook niet gebruikelijk dat, zoals buiten de grenzen nog wel eens het geval was (bijvoorbeeld bij Don Camillo in Luxemburg), deejays ook geïnteresseerd waren in het zelf oprichten van muziekuitgeverijen.

Dat zou namelijk het bevoordelen van nummers uit de eigen uitgeverij in de hand kunnen werken. Alleen Joost den Draaijer had destijds een eigen muziekuitgeverij. Maar het zou nog enkele jaren duren vooraleer dat dit hem in de problemen zou brengen. Wel waren er voor deejays en programmasamenstellers soms merkwaardige moeilijkheden.

Zo werd een song met de tekst ‘aan jou heb ik alles te danken’ verboden te draaien bij de NCRV omdat de directie van mening was dat de luisteraar alles te danken had aan God. Uiteraard waren dubieuze woorden taboe. Luister maar eens naar de tekst van ‘Shame and Scandell in the family’ en je begrijpt dat een dergelijk nummer ook niet paste in de programmering van deze omroeporganisatie.

Op een bekrompen manier, en niet alleen bij de NCRV, werd erop gelet dat vooral geen bespottende liedjes de radio zouden halen. De tijd stond even stil in december 1965.


Populair bij RadioVisie
Totale make-over voor Zoe FM

Totale make-over voor Zoe FM

Hans Knot Column: Tijd voor Teenagers

Hans Knot Column: Tijd voor Teenagers

Is de VRM slechts een papieren tijger?
Don`t copy text!