Hij is weer terug, columnist Dick Offringa. Na een pauze van vijf jaar begon het opnieuw te kriebelen. Dan blijven er weinig opties over om dat gevoel kwijt te raken. Gewoon de draad weer oppakken waar die was blijven haperen. Dick en Hans doen het voortaan om en om, op de zondag. JLB gaat in het vervolg (soms) midweeks naar zee. Op de woensdag dus.… Tweewekelijks, vanaf 30 oktober.
Beginnen, vallen en weer opstaan: Radio Noordoostpolder
Wie de reeks ‘Dwars door de Lage Landen’ volgt – vorige week nog de grote winnaar van de Gouden Televizier Ring – zag dat het wandelende trio de provincie Flevoland achter zich liet. Het dorpje Noordoostpolder werd niet aangedaan, al lag er misschien toch wel een boeiend onderwerp voor oprapen. Naast de perikelen van hun lokale radio is het dorp qua oppervlakte immers de grootste gemeente van Noordoostpolder met bijna 60.000 inwoners, met elf plaatsen waaronder Emmeloord.
In 1986 ging de Stichting Lokale Omroep Noordoostpolder van start. Het was sinds enige jaren mogelijk geworden dat er een lokale radio in een gemeente kon opereren. Enkele mensen namen daartoe het initiatief. Nadat de vergunning door het Ministerie van WVC was verleend werd er gezocht naar een studiolocatie. Die werd gevonden in een voormalige hotelkamer van een restaurant in de winkelstraat.
Omdat er in die tijd nog aparte spreekcellen waren – het technische deel en de presentator zaten van elkaar gescheiden – ging ik die inrichten. Bij een eerder bezoek aan Radio Veronica op de Zeedijk in Hilversum had ik gezien dat eierkartons aan de muur zeer geluiddempend waren. Dus besloot ik om dat ook maar te doen. Aan het eind van de middag was ik bijna… high van de geur van de lijm.
Met geleende apparatuur begonnen we op de zaterdag met de uitzendingen. Geen geld is helaas ook geen lijnverbinding. Daarom zetten we de programma’s op cassettes die we later naar de watertoren brachten want daar bevond zich het kopstation van het kabelnet van Emmeloord. Het is nauwelijks nog voor te stellen! Maar zo hebben we meer dan een jaar gewerkt.
Omdat ik wist dat evangelist Johan Maasbach eerder geld in het laatje had gebracht bij de zeezenders bedacht ik dat plaatselijke kerken dat misschien ook wel wilden doen. En zo gebeurde het. Een kerk werd sponsor voor een lijnverbinding. Via het ‘Anjer fonds’ dat projecten steunt op het gebied van cultuur en natuurbehoud, financierden we een mengpaneel en twee draaitafels.
Net als bij de zeezenders hadden we uiteraard ook faderstart. Plaatjes die beginnen te spelen van zodra de schuif op het mengpaneel omhoog gaat. Na anderhalf jaar kregen we ook een lokale ethervergunning voor 100 Watt, de eerste in Nederland. We bereikten zelfs luisteraars in Schiphol omdat we lang de enige waren en bijgevolg de FM-band lekker vrij.
Omdat we 24 uur per dag wilden uitzenden gaven we tijdens de uren dat we zelf geen programma’s hadden het signaal door van Radio 10. Het commerciële station was toen net begonnen en kon uitsluitend via de kabel beluisterd worden. We mochten hun reclame echter niet uitzenden. Daarom had men een zogeheten ‘commercial killer’.
Van zodra de reclame in de 10-studio in Amsterdam begon, werd er een piepje meegestuurd. Meteen werd een plaat gestart in de Noordoostpolder-studio. Ondanks dat de reclames niet via de ether te horen waren, was het op zich toch reclame voor Radio 10. Daardoor hadden we een luisterdichtheid van vijftig procent! Het werkte perfect. Door de week Radio 10, in het weekend lokale uitzendingen.
Het heeft tijden op die manier gedraaid. Totdat verschillende ego’s dachten dat zij het beter wisten. Toen is het met de luisterdichtheid snel bergafwaarts gegaan. Dit is mijn opstapje naar nieuwe verhalen over het herrezen Radio Noordoostpolder in 2024.



Hmhm,
Volgens mij hebben beiden een baard.
Maar toch een mooi verhaal. Ik herken het een beetje, omdat ik vroeger vanaf ’81 ook meewerkte aan een vrije radio in België. Soms was het een beetje kat en muisspel met de bob.