Hoe zou het nog zijn met de geplande switch van de (tweede landelijke commerciële) mux 5A/5D naar 10D (herinner u het onthutsende gekonkelfoes-verhaal van enkele weken geleden)? Het korte antwoord: it’s (very) complicated.
We pikken dit onderwerp nog even op omdat sinds gisteren de betrokken radiostations op 5A/5D hetzelfde (even vaag als mysterieuze) spotje van tien seconden uitzenden. “Vanaf 1 mei vind je ons op een andere plek op DAB+. Wil je blijven luisteren? Scan je zenderlijst opnieuw en je vindt de nieuwe plek zo terug. En zet ons ook zeker bij je favorieten.”
Voor wie er niets van verstaat: er ligt nog steeds een politiek plan op tafel om de zes radiostations op 5A/5D (JOE 80s & 90s, RTBF MIX, JOE Easy, Q-Foute Radio, NRJ en Willy Class X) per 1 mei te verhuizen naar 10D, omdat de operator Broadcast Partners die mux dan probleemloos kan integreren in zijn bestaande zendernetwerk met 11A (de andere commerciële mux) en 12A (de VRT-mux).
De mux 5A/5D integreren in dat netwerk is technisch niet haalbaar omdat de huidige BP-antennes (type halve breedband) dat niet toelaten. De spreidstand in de frequenties is daarvoor te groot. Bij Norkring was dat nooit een probleem, daar werden (worden, nog tot 30 april) nog altijd de oude tv-antennes (full breedband) gebruikt.
De deelnemers aan de Limburgse proefmux op 10D zenden trouwens hetzelfde spotje uit, want de bedoeling is dat die mux op 1 mei dan verhuist naar het blok 10C. In Limburg is het zelfs de bedoeling dat de proefmux op 29 en 30 april tegelijk op beide frequentieblokken uitzendt (10D en 10C) om de luisteraars vlot de overgang te laten maken.
Maar alles blijft nog steeds onder voorbehoud, want ook de andere proefmux op 10D in West-Vlaanderen zou tegelijk moeten verhuizen, in hun geval naar 10A. Ja, we schrijven nog steeds met ‘zou’, want nu komt het: West-Vlaanderen is nog helemaal niet overstag gegaan. En er resten amper zeven dagen.
We schreven op 7 april al dat de 15 lokale radio’s op de West-Vlaamse proefmux hun antwoord nog in beraad hielden. Intussen kent het kabinet van Vlaams minister van Media Cieltje Van Achter echter al ruim een week dat antwoord: een eenparige ‘njet’. De overkoepelende vzw achter de proefmux geeft hiervoor zes redenen:
- Een kanaalwissel levert de deelnemende omroepen enkel schade op en creëert geen enkele (potentiële) meerwaarde.
- Het nooddecreet geeft al uitzendzekerheid voor de deelnemers op de mux Vlaanderen 2 (want de VRM reikte een licentie uit voor 5A/5D tot eind 2027).
- Het nooddecreet en de ingekorte duurtijd voor de vergunningen op kanalen 5A/5D vormt geen belemmering om die (alsnog later) op te nemen in een definitief digitaal frequentieplan.
- De Vlaamse overheid weigert transparantie over de verdere afspraken met de buurlanden, rond het coördineren van extra DAB+ kanalen, terwijl Wallonië dat reeds jaren geleden verkreeg en onze buurlanden al jaren vragende partij zijn.
- DAB+ West-Vlaanderen vraagt een correcte, eerlijke en gelijke, behandeling van alle omroepen in Vlaanderen, elk met het recht op een voldoende groot en werkbaar zendgebied om de leefbaarheid van de sector te waarborgen.
- DAB+ West-Vlaanderen vraagt ook respect en rechtszekerheid voor al zijn deelnemers, vandaag en in de toekomst. Dit betekent gehoord worden, met een meebepalende stem.
Of kort samengevat: de minister vraagt aan de lokale sector goodwill in functie van de nationale spelers maar geeft geen enkel gevolg aan de vragen van de lokale/regionale radiosector. “We willen een lans breken voor rechtszekerheid voor de hele lokale sector”, klinkt het vastberaden in West-Vlaanderen. De goodwill moet van beide kanten komen.
Op de koffie bij Cieltje
Voorlopig zit de zaak dus nog steeds vast. Het laatste wat we vernemen is dat de minister zelf de vijftien West-Vlaamse radio’s op de mux heeft uitgenodigd voor een rechtstreeks gesprek. Dat is voor volgende dinsdag gepland, twee dagen voor de deadline. Het wordt dus echt wel kantje-boordje.
In de praktijk gaat de – wat ons betreft terechte – West-Vlaamse frustratie vooral om de spelletjes die de Vlaamse overheid nu al jaren (drie opeenvolgende ministers) bewust blijft spelen om, overduidelijk op bevel van de grote dominante mediagroepen, de lokale sector vooral zo minimaal mogelijk kansen te geven op DAB+.
Toen het fameuze kanaal 10 in Vlaanderen in 2021 eindelijk vrij kwam voor DAB+ werd de grens in elke provincie gelegd op drie zendertjes van elk 1 kW ERP (uitgestraald vermogen) en een praktisch vrijwel onmogelijke regeling om gaten te vullen. Ter vergelijking: de vijf regionale proefmuxen hebben samen 15 kW aan zendvermogen, terwijl de 36 zenders van de VRT-mux op 12A samen ongeveer 150 kW ERP hebben.
In de Vlaamse lokale sector zelf is er zowel een strekking om via DAB+ volledige provinciale dekking na te streven als een strekking die het toch liever semi-provinciaal wil houden. Beide strekkingen hebben argumenten pro en contra, maar niets zegt dat je de regionale dekking in Vlaanderen per se tot één laag moet beperken. Want waarom zou Vlaanderen het in totaal met slechts vier frequentielagen moeten stellen, terwijl andere landen vlotjes 6 of 7 frequentielagen hebben in de digitale band III?
De sector is het daarentegen wel eens is dat er in DAB+ geen beperkingen mogen komen op het aantal zenderlocaties en het vermogen. De enige voorwaarde die volgens de sector mag worden opgelegd is dat de dB-waarden snel afnemen buiten het beoogde zendgebied, zodat dezelfde frequentieblokken in verschillende regio’s elkaar niet gaan hinderen. Operatoren moeten dus ongebonden hun eigen optimale regionale configuraties kunnen uittekenen, terwijl de VRM enkel moet zorgen dat ze inderdaad binnen de afgesproken lijntjes kleuren.
Het wordt dus uitkijken of de minister klaar is om de lokale sector eindelijk de nodige helderheid en garanties te geven. Juridisch kan ze de West-Vlamingen immers niet dwingen om ‘hun’ 10D op te geven. Het is dus ironisch – en toegegeven: ook best vermakelijk – dat de minister, die in dit louter technische dossier alweer de loopjongen speelt voor de Vlaamse mediareuzen, de lokale sector recht in de ogen zal moeten zien. (RDS)
- Foto boven uit april 2022: het technische team van DAB+ West-Vlaanderen bij de antennesite in Brugge.
Wat een onzin lees ik hier:
“Bij Norkring was dat nooit een probleem, daar werden (worden, nog tot 30 april) nog altijd de oude tv-antennes (full breedband) gebruikt.”
Dat is helemaal niet waar, bij Norkring werden breedbandige antennes gebruikt, maar Norkring heeft op de meeste sites zelfs nooit TV kanalen in band III uitgezonden.
Enkel Sint-Pieters-Leeuw zond vroeger kanaal 10 uit, maar die antennes zijn dan weer niet “gerecycleerd” voor DAB+uitzendingen.
Alle andere Norkring-sites gebruikten enkel BandIV/V voor TV uitzendingen.
Correcter was geweest om te stellen dat Norkring direct overal breedbandige antennes geplaatst had omdat ze er vanuit gingen dat ze die ooit misschien konden gebruiken, terwijl BP er vanuit ging dat ze dat niet gingen nodig hebben.
Dit soort keuzes zijn uiteindelijk altijd een gok, want breedbandiger is minder efficient en duurder, maar smalbandiger is minder toekomstige mogelijkheden.
Die gok van BP blijkt nu toch lichtjes verkeerd uit te draaien, want ook na de wissel heeft BP geen mogelijk om op hun antennes eventueel ook regionale/lokale muxen uit te zenden die in de lagere frequenties gelegen zijn.
Ik heb geen idee hoe realistisch het zou zijn om daar extra inkomsten mee te genereren, maan nu is de mogelijkheid al bij voorbaat uitgesloten.
Neen, volgens mijn info gebruikte Norkring voor DAB+ altijd gewoon de full breedband-antennes van DVB-T, dezelfde antennes dus die ook voor VRT (tot 2018), Teletenne en nadien TV Vlaanderen werden gebruikt. Die kunnen zowel overweg met band III (DAB+) als UHF (DVB-T).
Ik heb er niet heel Vlaanderen voor uitgespit, maar bijvoorbeeld Oostvleteren en Egem hebben aparte antennes voor DAB+ die op beide locaties het hoogst gepositioneerd zijn, UHF-antennes zijn net eronder.
In Oostvleteren zie je bijvoorbeeld dat Kathrein 75010296 gebruikt wordt, geschikt voor 174-240 MHz.
Wie zelf aan de slag wilt gaan: Zendantenneskaart
Zeer zeker niet, want voor DAB+ op band III gebruikte men verticale dipolen die meestal per 4 gestacked werden.

Voor DVB-T op band IV en V werden meerdere sector-paneelantennes gebruikt die ook met enkele lagen gestacked werden, al dan niet weggestopt in een koker.
Op deze foto zie je duidelijk de DAB+ antennes aan de top en de DVB-T er mooi onder:
Deze opstelling zie je gelijkaardig bij de meeste ex-Norkring sites.
(hopelijk heeft de eigenaar van deze website geen probleem met het gebruik van de foto als illustratie)
Als men kort iets wil forceren is het inderdaad nu of nooit. Maar als men de 3 blokken van kanaal 10 in zowel het westelijke deel als het oostelijke deel wil gaan hergebruiken kan men best overkoepelend bekijken of Oost Vlaanderen niet makkelijker naar 5A kan en Vlaams Brabant naar 5D. Met eventueel hergebruik van 5D in noord Limburg kom je zo aan 2 blokken per provincie.