In februari 1973 was de zogenaamde beeldtelefoon klaar voor een uitgebreid experiment in Nederland. In september begonnen de PTT en Philips met een proefnet. Vijftig abonnees werden aangesloten die gedurende een periode van twee jaar gevolgd zouden worden.
De beeldtelefoon op een bureau was een prachtig statussymbool, maar volgens ir. D. van den Berg van de PTT zou het ook zeer duur worden. Het zou tien tot vijftig keer meer gaan kosten dan gewoon telefoneren. Hij stelde tevens niet te verwachten dat er een beeldtelefoonnet in Nederland voor 1980 in gebruik zou kunnen worden genomen.
Van den Berg baseerde zijn uitspraak op soortgelijke proeven die in 1970 waren opgestart in de Amerikaanse stad Pittsburgh. Bell Telephone & Telegraph had er tachtig bedrijven aangesloten op een experimenteel net. Daaruit bleek dat een abonnement liefst 160 dollar per maand per aansluiting bedroeg, plus nog eens 1,60 dollar per minuut tijdens het bellen.
Ook in Engeland was een proefverbinding tussen een aantal postkantoren in Londen en Birmingham opgezet. Daarbij stonden televisietoestellen in ruime cellen opgesteld en met behulp van microfoons, luidsprekertjes en uiteraard telefoonlijnen, werd het mogelijk dat mensen met elkaar konden praten maar ook objecten of documenten aan elkaar laten zien.
Zowel de PTT als Philips hadden tot begin 1973 elk een bedrag van ongeveer één miljoen gulden besteed aan de ontwikkeling van de beeldtelefoon. Al sinds 1968 was er sprake dat dit experiment van start zou gaan, maar het was er eerder niet van gekomen. De verklaring kwam van de PTT. Pas door vier in plaats van twee telefoondraden te leggen en door het gebruik andere moffen, plus en het aanpassen van telefooncentrales, werd het mogelijk het experiment op te starten.
Al stond de PTT als overheidsbedrijf echt niet te trappelen om de beeldtelefoon in heel het land te introduceren vanwege de enorm hoge kosten. Ir. Van den Berg stelde dat men er wel voor ging om dankzij deze proeven de techniek vaardig te worden. Als grote voordeel zag hij dat er dankzij de beeldtelefoon aanzienlijk minder gereisd kon worden in de toekomst om bijvoorbeeld vergaderingen bij te wonen.
Hans Knot
Foto bovenaan: Beeld & Geluid
