RadioVisie

  • .
    .

2005: Retro-interview 75 jaar publieke radio: Rudi Sinia

De publieke radio is 75 jaar jong. RadioVisie ‘viert’ mee. In ons eigen archief (31 jaar jong) steken behoorlijk wat interviews met radiomakers allerhande. We meenden dat het een niet onaardig idee was om ‘gesprekken van toen’ boven te spitten met zij die voor een deel 75 jaar populaire publieke radio mee hielpen maken. Hoe dachten ze toen? Welke waren hun plannen en dromen? Wat is er van geworden?

Vorig jaar, 1 december overleed Rudi Sinia. De man begon zijn carrière in 1963 bij de BRT als muziekprogrammator in het Flageygebouw te Elsene. Een jaar later ging ie aan de slag als producer bij omroep Oost-Vlaanderen.Hij produceerde baanbrekende en populaire programma’s op als Rudi’s Club, de Top 30, de Vlaamse Top Tien en Zomerhit. In 1967 werd Sinia uitgeroepen tot beste deejay. Hij werd ook departementshoofd van Radio 2 Oost-Vlaanderen.

RadioVisie, toen nog verschijnend als keurig gedrukt maandblad, interviewde Rudi Sinia eind september 1979. Het gesprek verscheen uiteindelijk in editie 21 van 8 oktober van datzelfde jaar.

RADIOVISIE SPRAK MET RUDI SINIA

Sinds september zijn de populaire popprogramma’s ‘Rudi’s Club’ op maandag en woensdagmiddag verdwenen. Ze werden vervangen door nieuwe programma’s met ontspanningsmuziek voor meerderheidsgroepen, waar echter ook gespecialiseerde rubrieken over bijvoorbeeld volksmuziek en soundtracks van nieuwe of opnieuw uitgebrachte popfilms aan bod kunnen komen. Om deze brede muziekwaaier eenzelfde populariteit als de in de Belgische radiomiddens bijna legendarische ‘Rudi’s Club’ mee te geven, werd in de loop van september wat proefgedraaid met pilootuitzendingen, waarna het definitieve karakter van het programma ‘Vrij-af’ in oktober vastgelegd zal worden.

BESTE EN SLECHTSTE

  • ‘Rudi’s Club’ is verscheidene malen onder vuur genomen: langs de ene kant kritiek omdat er te weinig eigen (Vlaamse) producties te horen waren, terwijl langs de andere kant er soms werd gezegd dat je er het beste en het slechtste hoorde. Fungeerde ‘Rudi’s Club’ als een simpel doorgeefluik van actuele producties naar de luisteraar toe?

Rudi Sinia: “Ja, ik vind dit een vorm van informatie. We moesten een zo breed mogelijke waaier geven van wat beschikbaar was. Er is altijd een selectie gebeurd aan de hand van dit ene systeem, en dit gaat al enige jaren mee, namelijk muziek. Misschien hebben we het slechtste, dat kan, misschien hebben we het beste, dat kan ook, gebracht. Ik zeg tweemaal misschien, want mijn smaak is niet die van iemand anders. Gelukkig maar! En de smaak van de medewerkers aan ‘Rudi’s Club’ is ook weer verschillend.”

“We wilden niet als een soort God gaan verkondigen van dit is nu mooi omdat wij dat allemaal zo mooi vinden en jullie worden nu dringend verzocht om dat ook mooi te vinden. Dat hebben we niet gedaan en dat was ook niet de bedoeling. In de eerste plaats ging het erom een eigentijds programma te maken. En ik denk, dat we de evolutie hebben opgevangen. Het was een totale ommekeer die zijn weerslag heeft gehad op wat men hier de lichte muziek noemt. Dat is in stukken uit elkaar gevallen en één lid van dat lichaam is beginnen rennen. Daarom hebben we ook na verloop van tijd andere mensen aangetrokken.”

“Men kan maar een zekere mentaliteit en vatbaarheid voor indrukken hebben wanneer men de leeftijd heeft van diegenen voor wie het programma bestemd is. En wanneer er nieuwe mensen komen is er vernieuwing en daar kan een programma alleen maar bij winnen. Want op de duur is het gevaar voor verstarring, hier in dit huis, niet denkbeeldig. Het zou onverantwoordelijk zijn als men als een gier op zijn prooi zou blijven zitten tot je die echt laat verrotten.”

EEN EIGEN FANCLUB

  • Er bestond ook een soort fanclub, je kon lid worden van ‘Rudi’s Club’. Wat hield dat in, hoeveel leden telde deze club en is dit de laatste jaren beduidend teruggelopen?

Rudi Sinia: “Die Club is gewoon een publiciteitsmiddel geweest. In de context van onze omroep klinkt dit als een vloek, je kunt er eventueel een ander etiketje opplakken, maar in wezen blijft het hetzelfde. Dat was een middel om te spelen op het samenhorigheidsgevoel van een jeugdig publiek, je moet erbij horen om in te zijn en dat is nog altijd zo. Elke dag als we op straat komen, wordt ons dat op diverse, al dan niet op artistieke manieren, voorgeschoteld.”

“Het hield in dat je voor een onbeduidend lidmaatschapsgeld vrijkaarten kon krijgen voor bepaalde concerten en publieke uitzendingen. Dat was de enige opzet. Op een bepaald ogenblik heeft het ledental rond de 20.000 gelegen. Ik weet niet of dit veel is, maar het was wel een middel om te zien of wij nog met ons voeten op de grond stonden met ons programma. En de laatste tijd was dit veel minder geworden.”

“Ik denk dat daar twee redenen voor zijn. In de eerste plaats is de mentaliteit van het luisterpubliek veranderd, men is minder gaan inspelen op ‘je moet er bijhoren’. Er valt een zeker individualisme in de beluistering te constateren, in de verhouding van de luisteraar tot zijn radiostation. Dan is er ook in de muziekkeuze een verandering gekomen, niet zonder druk van bovenaf. We hebben enerzijds geprobeerd de trends te volgen, maar anderzijds is het zo, dat wanneer wij louter amusementsmuziek brachten, dat er toch een heel repertoire in de kou bleef. Een heleboel muziek waar geen tijd voor was om te behandelen, omdat er geen zendtijd voor was. Ik vermijd opzettelijk het woord ‘betere muziek’, daar krijg ik rillingen van.”

EEN BREDERE OPZET

  • Maar wat kan eigenlijk niet aan bod komen?

Rudi Sinia: “Ja, ik denk aan Carly Simon, Joni Mitchell…nieuwkomers die we nu vanzelfsprekend vinden en waarvoor we nu een publiek hebben. Het publiek dat achtergrondmuziek van ons verlangde hebben we nu verloren. Het is zo, dat de luisterdichtheid is gedaald tezamen met het aantal leden van ‘Rudi’s Club’. Daar komt nog bij dat het beleid van deze zender ons voorstelde om naar een zekere alledaagsheid en verbreding te gaan, zodat we naast uitsluitend Engelstalige muziek ook andere muziek zouden gaan benaderen.”

“Bij onze Duitse buren en ook in Frankrijk wordt wel wat gedaan dat het beluisteren waard is. Het zou de bedoeling zijn dat we met de opvolger van ‘Rudi’s Club’ die vanaf nu ‘Vrij-af’ zal heten, op een bredere basis zullen gaan werken. Dat betekent niet dat we de popmuziek vaarwel zeggen. Het is trouwens een deel geworden van onze cultuur. Toch zullen we daarnaast andere facetten van de muziek belichten en dit steeds in het kader van de BRT2, een lichte keten met -lichte- tussen aanhalingstekens.”

GEEN HOKJES

  • Wat verstaat men onder de zogenaamde ‘visie van meerderheidsgroepen’? Wordt er verondersteld dat je groepen en genre muziek zo kan mixen dat je daar één publiek voor hebt?

Rudi Sinia: “Ik zou het beangstigend vinden en je doet me denken aan George Orwell wanneer je zegt ‘Jij hoort in dat hokje en voor het andere word je verondersteld immuun te zijn’. Ik geloof niet dat we er nu van kunnen uitgaan dat we bijvoorbeeld één uur hardrock draaien, dan één uur reggae en zo onze antennetjes richten naar telkens een bevolkingsgroep. Ik meen toch dat als men van iets houdt men niet meteen de stuipen krijgt als men iets anders hoort.”

“Je kunt me natuurlijk zeggen ‘contenter tout le monde et son chien’ (nvdr: het iedereen naar de zin maken), maar dat is onmogelijk en dat is in grote mate waar. Maar wanneer men bij een zeker kwaliteitsniveau probeert te blijven, kan men toch bij de mensen zo geen dergelijke kortsluitingen verwekken dat ze zeggen ‘dat is nu niet om aan te horen ‘. We zullen echt geen wals van Strauss draaien na Carly Simon en na AC/DC een stukje van Mozart. We zullen heus hedendaagse muziek blijven brengen en we denken dat de jonge mensen wel zo buigzaam zijn dat wanneer ze iets anders te horen krijgen, het hen niet gelijk tegen de borst stuit…”


Populair bij RadioVisie
Don`t copy text!