Tussen 6 maart en 2 april 2000 werden 4.518 Vlamingen ondervraagd over hun luistergedrag. RadioScan plooide de resultaten daarvan in een aantal begrippen. Voor alle duidelijkheid leggen we ze graag nog even uit.
Totaal Bereik: is het percentage van de bevolking dat tenminste tien minuten geluisterd heeft tijdens de laatste maanden. Gemiddeld dagbereik: is het percentage van de bevolking dat tenminste tien minuten geluisterd heeft de dag voordien. Gecumuleerd Bereik: alle personen die binnen de afgebakende periode ten minste tien minuten naar de radio of een bepaald net geluisterd hebben. Volume: is de som van alle luisterkwartieren van alle luisteraars. Marktaandeel: de verhouding tussen het aantal beluisterde kwartieren per net/programma/ of tijdseenheid en het totaal aantal beluisterde kwartieren voor alle radionetten.
MEER PERSONEN DAT OOIT LUISTEREN NAAR DE RADIO
Met een radiobereik van 73.7% van de Vlamingen boven de twaalf jaar of in absolute cijfers 3.769.600 zijn er meer personen dan ooit die naar de radio luisteren sinds met de metingen werd gestart in 1996. Heel precies gaat het om 16.600 eenheden meer dan tijdens het voorjaar van 1999 en liefst 150.000 meer dan tijdens de eerste meting in het voorjaar van 1996. Ook het bereik van de publieke omroep is een hoogtepunt: 66.1% of 3.380.600… stemmen af op één van de netten van de VRT. Dit is 80.200 meer dan tijdens het voorjaar van 1999 of een winst van meer dan 200.000 eenheden sinds de eerste meting. Edoch is de totale luisterduur, dit is naar àlle radiostations samen, gedaald. Nu wordt er 17.9 kwarturen geluisterd, tegenover 18.7 kwarturen een jaar geleden en zelfs 19.2, twee jaar geleden. In 1996 bedroeg de luisterduur 17.2 in het voorjaar en 18.2 kwarturen in het najaar.
INFORMATIE OVER HET ONDERZOEK
RadioScan wordt uitgevoerd in opdracht van VRT/VAR en RMB/RTBF. De informatie wordt niet uitsluitend via één onderzoekmethode verzameld, maar via een combinatie van twee methodes: een telefoonsteekproef en een dagboekpanel.
DE TELEFOONSTEEKPROEF
Per jaar worden meer dan 20.000 telefonische interviews gehouden, gespreid over twee golven. Deze telefonische enquête meet het algemeen luistergedrag. Dit geeft informatie over hoeveel mensen op een bepaalde dag, op een bepaald kwartier naar de radio geluisterd hebben en naar welk station. Zo krijgt men een duidelijk beeld van het algemeen luistergedrag. Om het geheugen van de respondenten te ondersteunen doet RadioScan beroep op drie technieken: de ‘SoundBlaster’ maakt het mogelijk om de kenwijsjes van de verschillende radio’s te laten horen aan de ondervraagden. ‘Time Budget’ is een techniek die het al dan niet luisteren naar de radio en het correcte tijdstip meet aan de hand van parallelle activiteiten. ‘Geo Codering’ is een techniek die de computer toelaat enkel die radio’s te selecteren die de ondervraagde kan beluisteren.
HET DAGBOEKPANEL
Om het luistergedrag nog beter te leren kennen, bijvoorbeeld – hoeveel verschillende keren heeft een bepaald persoon binnen een bepaalde periode op een bepaald radionet afgestemd? -, dan is het nodig om de luisteraar een tijdlang te observeren. Pas daarna kan een bepaal patroon in kaart worden gebracht. Dit gebeurt aan de hand van een zogenaamd ‘radiodagboek’. Hierin noteert de respondent drie weken lang per dag en per kwartier naar welk radiostation hij luistert.
SCHOONHEIDSFOUTJES WEGWERKEN
Om beide onderzoeken te integreren is het noodzakelijk dat de verschillen tussen de algemene onderzoeksresultaten zo klein mogelijk zijn. Die verschillen kunnen ontstaan door het steekproefeffect of de andere onderzoeksmethode. Ze worden opgevangen door een deskundige herweging van de variabelen volgens de methode van C. Barrault. Na deze noodzakelijke ingreep kunnen beide onderzoeken met elkaar gecombineerd worden volgens de methode van J.F. Canguilhem. Zo wordt uiteindelijk één resultaat bereikt. Meewerkende onderzoeksbureau’s waren: Dimarso Gallup Belgium, N.I.D en Sobemap Marketing.
DE PUBLIEKE NETTEN
In luisterbereik schommelt Radio 1 de recentste jaren rond 11% (550.000), na een hoogtepunt in 1996 met 12%. Radio 2 wisselde in diezelfde periode telkens rond 30% (1.500.000). In de eerste helft van 1996 scoorde het tweede radionet 32%. Tijdens de tweede jaarhelft ging daar 2% vanaf. 1997 startte in mineur met 28%, maar Radio 2 haalde tegen het jaareinde toch alweer 32%. Een tendens die zich het jaar daarna zou herhalen. In 1998 tekenden we respectievelijk 28 en 30% op. Eén jaar later was het net andersom: 29% en 28%. Radio 3 bereikte tijdens het laatste onderzoek alweer bijna 2% (100.000). Studio Brussel klom boven 9%. Radio Donna steeg sinds 1996 telkens met iets meer dan 1%. In 2000 was het station goed voor een sprong van liefst 4% (1.638.100). Twee procent hiervan wordt gehaald buitenshuis. Met andere woorden, afgesnoept bij de niet publieke netten.
Qua marktaandeel komen Radio 1 en Radio 3 op het peil van 1996/1997. Studio Brussel stabiliseert op het niveau van 1999. Radio 2 en Radio Donna volgen de bereikstendens: min twee voor Radio 2, plus vier voor Radio Donna. Opnieuw een verschil vanuit een lager marktaandeel van de ‘andere’ radio’s. Tot het voorjaar van 1998 bleef het marktaandeel van de VRT-radio’s iets beneden 80%, in het najaar van 1998 zetten alle publieken samen de stap boven 80%. In het voorjaar van 2000 halen alle VRT-netten samen zelfs 84.6%.
DAGBEREIK (%)
Golf 5 | Golf 6 | Golf 7 | Golf8 | Golf 9 | |
voorjaar 98 | najaar 98 | voorjaar 99 | najaar 99 | voorjaar2000 | |
Totaal Radio | 69,3 | 73,0 | 73,4 | 71,1 | 73,7 |
Radio 1 | 10,4 | 11,1 | 11,6 | 11,5 | 10,9 |
Radio 2 | 28,0 | 30,2 | 29,2 | 28,0 | 27,8 |
Radio 3 | 2,1 | 2,1 | 1,8 | 1,5 | 1,9 |
Studio Brussel | 9,1 | 9,3 | 8,8 | 8,2 | 9,5 |
Radio Donna | 24,6 | 26,5 | 28,0 | 27,4 | 32,0 |
VRT | 59,8 | 64,2 | 64,5 | 62,5 | 66,1 |
Lokaal + comm. | 14,6* | 14,1* | 14,3 | 13,2 | 12,4 |
Andere radio’s | 2,4 | 3,7 | 3,3 | 2,3 | 2,8 |
* enkel lokale
DAGBEREIK (000) – ma/zo – 05/05
Golf 5 | Golf 6 | Golf 7 | Golf8 | Golf 9 | |
voorjaar 98 | najaar 98 | voorjaar 99 | najaar 99 | voorjaar2000 | |
Totaal Radio | 3.543.000 | 3.730.600 | 3.753.000 | 3.633.600 | 3.769.600 |
Radio 1 | 532.200 | 567.400 | 595.000 | 589.100 | 556.400 |
Radio 2 | 1.430.700 | 1.541.900 | 1.490.500 | 1.432.000 | 1.422.000 |
Radio 3 | 104.900 | 106.300 | 90.200 | 76.000 | 97.400 |
Studio Brussel | 465.900 | 474.900 | 447.800 | 418.300 | 483.700 |
Radio Donna | 1.257.700 | 1.355.400 | 1.431.200 | 1.400.300 | 1.638.100 |
VRT | 3.057.574 | 3.282.546 | 3.300.400 | 3.195.400 | 3.380.600 |
Lokaal + comm. | 749.000* | 720.600* | 731.000 | 677.400 | 636.100 |
Andere radio’s | 124.500 | 188.000 | 171.000 | 115.200 | 143.000 |
* enkel lokale
LUISTERDUUR (1/4u) – ma/zo – 05/05
Golf 5 | Golf 6 | Golf 7 | Golf8 | Golf 9 | |
voorjaar 98 | najaar 98 | voorjaar 99 | najaar 99 | voorjaar2000 | |
Totaal Radio | 19,2 | 18,9 | 18,7 | 18,4 | 17,9 |
Radio 1 | 10,3 | 11,0 | 9,7 | 10,2 | 9,3 |
Radio 2 | 16,3 | 16,1 | 15,8 | 15,7 | 15,0 |
Radio 3 | 11,2 | 10,3 | 9,6 | 8,6 | 10,6 |
Studio Brussel | 12,1 | 11,1 | 11,6 | 11,1 | 10,2 |
Radio Donna | 14,4 | 15,1 | 14,8 | 15,2 | 15,0 |
VRT | 17,6 | 17,6 | 17,1 | 17,2 | 16,9 |
Lokaal + comm. | 14,3* | 12,6 | 12,4 | 12,0 | 11,3 |
Andere radio’s | 12,0 | 11,2 | 11,6 | 12,0 | 11,4 |
* enkel lokale
MARKTAANDEEL (%) – ma/zo – 05/05
Golf 5 | Golf 6 | Golf 7 | Golf8 | Golf 9 | |
voorjaar 98 | najaar 98 | voorjaar 99 | najaar 99 | voorjaar2000 | |
Totaal Radio | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Radio 1 | 8,1 | 8,8 | 8,2 | 9,0 | 7,7 |
Radio 2 | 34,4 | 35,2 | 33,6 | 33,6 | 31,6 |
Radio 3 | 1,7 | 1,6 | 1,2 | 1,0 | 1,5 |
Studio Brussel | 8,3 | 7,5 | 7,4 | 7,0 | 7,3 |
Radio Donna | 26,7 | 29,1 | 30,3 | 32,0 | 36,5 |
VRT | 79,1 | 82,1 | 80,7 | 82,6 | 84,6 |
Lokaal + comm. | 15,8* | 13,3 | 13,0 | 12,2 | 10,6 |
Andere radio’s | 2,2 | 2,4 | 3,2 | 1,9 | 2,4 |
*enkel lokale