Ouder worden, dat is steeds vaker beseffen dat je veel dingen hebt meegemaakt, gekend en beleefd die latere generaties nooit meer zullen ervaren. Zoals het fysieke gevoel van zoeken naar muziek in de platenzaak. Niet klikken. Niet scrollen. Echt zoeken, met je handen. Met je jas nog half open door de regen naar je favoriete muziekwinkel fietsen. Dat was pure euforie. Tegenwoordig moet je de Lotto winnen om nog zo’n schok van geluk te ervaren.
Kinderen zullen het nooit meer beleven
Je stapte de platenwinkel binnen en dan gebeurde er iets dat jongeren van nu niet meer kunnen plaatsen. Je werd gegrepen door een geur die tegelijk muffig en veelbelovend was. Een soort parfum van karton, plastic en teleurstelling, want altijd lag daar die ene plaat die je wilde hebben net niet in het rek. Je kon de hoezen vastpakken. Je kon ernaar kijken alsof ze echt iets vertelden. Je voelde het gewicht. Je nam een beslissing die ertoe deed. En ja, ik geef het grif toe: soms deed ik mijn ogen dicht en rook ik eraan. Geen idee waarom. Misschien omdat het kon.
En dan waren er die mensen met hun ongevraagd advies. Een lange, peinzende man die me zei dat de Duitse persingen eigenlijk beter waren, terwijl jij je afvroeg of je genoeg geld had om überhaupt iets te kopen. Soms ontmoette je iemand die precies dezelfde groep het absolute hoogtepunt vond. Dat was toen het equivalent van een liefdesverklaring. Tegenwoordig volstaat het dat iemand dezelfde emoji gebruikt en het hele internet juicht: ‘match!’.
Het was een avontuur. Een echte tocht. Soms was je een hele dag onderweg. Naar Kortrijk, Gent Antwerpen. Zelfs London zat in het platenpakket. Trein op, trein af, veerboot op, er weer uit. Nog maar eens een trein en daarna de… Tube. Straat in, straat uit. En als je na een hele lange dag weer thuiskwam, met meer dan één plaat onder je arm, dan had je het gevoel dat je met een wereldreis bezig was geweest. Je had iets meegemaakt. Je had een verhaal. Je had een LP die je koesteren kon.


En nu? Nu koop je muziek zoals je een doos vaatwastabletten bestelt. Je wil het, je klikt, je hebt het. Geen reis, geen verhaal, geen geur, geen verkoper die eruitziet alsof hij ’s nachts in de winkel slaapt. Alles is gestript tot de essentie, tot helemaal niks. Het is alsof je nooit meer op restaurant gaat, maar elke dag diepvriesmaaltijden eet omdat een nukkige koerier op een elektrische fiets roept dat dit “de toekomst” is. Of nog erger: je wacht op je eten dat door een drone in je achtertuin gedropt wordt.
En platenzaken? Zonder Google Maps vind je er geen meer. Ze bestaan nog wel, ergens weggestopt tussen een leegstaand pand en een tijdelijke pop-upwinkel die niets verkoopt. In dorpen zijn ze verdwenen, in kleine steden bestaan ze ook niet meer. Ze sterven uit als zeldzame vogels die te lui geworden zijn om nog te migreren.
Het is een vreemd soort verdriet. Niet huilen, niet jammeren. Meer het zachte besef dat iets is verdwenen waarvan je toen niet eens wist dat het belangrijk was. Maar dat was het wel. Het was een manier van leven. Een avontuur in zakformaat. Een tastbaar verhaal. En het rare is: we merkten pas dat het sentiment weg was toen de ‘enen en de nullen‘ het overnamen. Die digitale wereld waarin alles kan, meteen, altijd, maar waarin niets nog echt gebeurt.
Kinderen van nu zullen nooit meer weten hoeveel schoonheid er schuilt in een dag waarop je geen muziek vond, maar toch thuiskwam met een geweldig verhaal.





















Denk nog vaak aan die tijd, in 1978 en 80 schuimde ik de Londense platenzaken af op zoek naar nieuwe lp’s, maxisingles en singels voor mijn favoriete soulmuziek en vond toen pareltjes, nog aan goedkope Engelse ponden, in stoffige panden of zelfs in een of andere volgepropte kelderruimte….
Na het verdwijnen van de platenwinkels deden de grote magazijnen à la Virgin hun intrede, waarbij de magie tussen jou en de verkoper helemaal tenietging en pas daarna kwamen de bol coms van deze wereld het helemaal verbrodden !