Het nieuwe jaar is begonnen, zo ook het nieuwe frequentieplan. De grote switch is nu wel overal uitgevoerd, waar dat nog niet gebeurde zal het ‘on demand’ van de omroeporganisaties zijn. Een opmerkelijke lezer had gesignaleerd dat de vakjury in de beoordelingen niet altijd eenzelfde score zou hebben gegeven voor dezelfde omschrijvingen, en dit zowel in het voor- als in het nadeel.
Zoiets is nochtans een essentie voor de erkenningen, tevens het fundament voor de uitleg van minister Gatz over het verloop en de vakkennis van de jury. We namen een aantal willekeurige pakketten en rechtspersonen voor een kleine vergelijking. Het is zeker geen totale analyse, dat sluiten we later niet uit. We beperken ons bovendien tot slechts een paar criteria.
Programma-aanbod en zendschema
We vergeleken punt C: De concrete invulling van het programma-aanbod voor informatie en journaals uit het eigen verzorgingsgebied.
Vaste basis is de terugkerende omschrijving: “ De radio-omroeporganisatie heeft een eigen redactie met eigen redactiestatuut voor het brengen van lokale informatie en nieuws. Voor het nationale en internationale nieuws is er een overeenkomst met een bekend nieuwsagentschap. Er wordt een veelheid aan onderwerpen bestreken. De duur en het aantal van de onderscheiden journaals zijn vermeld. Er is ook aandacht voor het socio-culturele leven in het verzorgingsgebied en maatschappelijke items”.
Op dit onderdeel kon een maximum score van 15% worden gehaald. In principe zou bovenstaande invulling moeten volstaan voor dat maximum. Als dat zo was zou het voor iedereen moeten zijn, en indien niet eveneens voor iedereen.
2.1 Programmatie Punt C: concreet aanbod informatie en journaals
PAKKET 13 | Antigoon | Redactie, agentschap, duur, veelheid, socio | 15,00% |
PAKKET 50 | Antares | Redactie, agentschap, duur, veelheid, socio | 15,00% |
PAKKET 112 | Noordzee | Redactie, agentschap, duur, veelheid, socio | 15,00% |
PAKKET 50 | Solidar | Redactie, agentschap, duur, veelheid, socio | 2,50% |
PAKKET 83 | Golden Flash | Redactie, agentschap, duur, veelheid, socio | 14,50% |
PAKKET 98 | LR Knokke-Heist | Redactie, agentschap, veelheid, socio | 14,00% |
PAKKET 102 | Gemini | Redactie, veelheid, socio rest niet gescheiden | 13,00% |
PAKKET 72 | PROS | Redactie, agentschap, veelheid, socio | 12,75% |
PAKKET 77 | West Point | Redactie, rest gedeeltelijk of niet concreet | 12,50% |
PAKKET 94 | Mi Amigo | Redactie, weinig socio, rest onvoldoende | 12,00% |
Van de geselecteerde voorbeelden halen Antigoon, Antares en Noordzee in deze pakketten een maximum, score omdat ze voldoen aan de omschrijving. Anders is het gesteld met Golden Flash, die om ongekende reden voor een zelfde motivering in de bijlagen een halve percent moet inboeten.
Erger vergaat het Solidar, zij scoren met een identieke verantwoording in de bijlagen slechts 2,5%. Dat is 12,50% minder, voor hetzelfde. Het is dan opmerkelijk hoe in pakketten 98, 102, 72, 77 en 94 sommige aanvragers tot bijna maximum scoorden, terwijl zij niet volledig met de omschrijving overeen kwamen. Hun scores zijn alleszins zeer hoog in vergelijking met Solidar.
Financieel plan
We selecteerden hier andere, doch eveneens willekeurige pakketten en rechtspersonen. Beide onderdelen van het Financieel Plan worden vergeleken.
Balans
Vaste basis is de omschrijving: “De geprojecteerde balansen hebben een correcte invulling, wat het mogelijk maakt om ze inhoudelijk en kwalitatief te toetsen aan de hand van het netto bedrijfskapitaal, de current ratio en de solvabiliteit. Bij de beoordeling wordt er ook rekening gehouden met de evolutie van deze ratio’s ten opzichte van een benchmark”.
Op dit onderdeel kon een score van 10% worden behaald, met bovenstaande omschrijving zou dat het geval moeten zijn.
(NVDR.: In een eerdere lijst waren gegevens omgewisseld aangeleverd, dat klopte uiteraard niet en deze zijn dan ook volledig verwijderd. Aangehaalde gegevens zijn trouwens enkel voorbeelden, louter op basis van de bijlagen aan het ministerieel besluit van 1 december 2017)
2.2 Financieel Punt A: Balans 2 jaren
PAKKET 28 | RBS | Voldoende | 10,00 |
PAKKET 28 | ’t Ros | Voldoende | 9,50 |
PAKKET 28 | Liberty | Gekend, onvoldoende omschreven | 9,50 |
PAKKET 28 | Orlando | Herkomst OK, vermogen niet specifiek | 9,50 |
PAKKET 75 | Formule 1 | Onmogelijk | 0,00% |
PAKKET 3 | Vero FM | Correcte invulling | 10,00% |
PAKKET 3 | MAX | Correct, ratio’s niet berekend | 10,00% |
RBS voldoet aan de omschrijving en haalt een maximum. Voor ’t Ros is dat met eenzelfde omschrijving een iets mindere score, Liberty en Orlando halen met een ‘onvoldoende’ echter dezelfde score. Vero FM haalt eveneens een maximum met alles correct ingevuld, MAX krijgt dat met ratio’s die niet berekend zijn. Bij Formule 1 lijkt het normaal dat het onmogelijke een zero score haalt.
Herkomst
We vergelijken nu voor dezelfde aanvragers het tweede onderdeel van het Financieel Plan, daarmee kon een maximum score van 20% worden behaald.
Vaste basis is de omschrijving:” De herkomst van de financiële middelen in eigen- en vreemd vermogen is voldoende duidelijk omschreven”.
(NVDR.: In een eerdere lijst waren gegevens omgewisseld aangeleverd, dat klopte uiteraard niet en deze zijn dan ook volledig verwijderd. Aangehaalde gegevens zijn trouwens enkel voorbeelden, louter op basis van de bijlagen aan het ministerieel besluit van 1 december 2017)
2.2 Financieel punt B: herkomst middelen
PAKKET 28 | RBS | Voldoende | 20,00% |
PAKKET 28 | ‘t ROS | Voldoende | 15,00% |
PAKKET 28 | Liberty | Voldoende | 15,00% |
PAKKET 28 | Orlando | Voldoende | 15,00% |
PAKKET 75 | Formule 1 | Onvoldoende duidelijk omschreven | 15,00% |
PAKKET 3 | Vero FM | Herkomst onduidelijk, niet gespecifieerd | 15,00% |
PAKKET 3 | MAX | Correct, ratio’s niet berekend | 10,00% |
PAKKET 7 | VRA | Herkomst onvoldoende omschreven | 15,00% |
RBS voldoet aan de omschrijving en scoort een maximum. Die omschrijving krijgen echter ’t Ros, Liberty en Orlando eveneens, doch zij krijgen een score van 15%. Formule 1, Vero FM en MAX halen diezelfde 15% alhoewel ze behoorlijk afwijken van de omschrijving. Bij MAX is dat nog mindere score, hier zijn ratio’s niet berekend.
Conclusie
Dergelijke verschillen zijn op zijn zachtst uitgedrukt vreemd. Er zou kunnen worden opgeworpen dat het om verschillende beoordelaars gaat voor de verschillende dossiers. Dan nog zou eenzelfde omschrijving recht moeten geven op gelijkwaardige scores. Afwijkingen voor een gelijkwaardig maximum is helemaal niet te begrijpen.
De bijlagen waaruit deze beoordelingen en omschrijvingen komen waren immers de enige basis voor het ministerieel besluit van 1 december 2017. Een besluit voorleggen, en erover laten beslissen zou dan op gelijke voet voor iedereen moeten gebeuren. Of zoals de Raad van State het al opmerkte: niet op gespannen voet van het gelijkheidsbeginsel.
En daar gaat vermoedelijk nog wat bij komen. Er schijnt een nieuwe methode gebruikt te worden om het vermogen van de zender op antenne te berekenen. En dat komt 30 tot 40 % lager uit dan voorheen. Dan hebt ge wel meerdere frequenties nodig om nog een beetje bereik te hebben.