Wie krijgt in de volgende Vlaamse regering de bevoegdheid over Media? Het is meestal het laatste waar Vlaamse politici van wakker liggen, maar een interessant gegeven is dat de drie grote Vlaamse omroepen – VRT, DPG Media en Play Media – in een gezamenlijk memorandum aan de Vlaamse partijen oproepen om de bevoegdheden Innovatie en Media in één portefeuille te steken.
“De impact van innovatie en digitalisering laat zich sterk voelen in de mediasector. Voor de economische leefbaarheid en technologische weerbaarheid van de mediasector en het behoud van lokale content is investeren in innovatie en digitale transformatie cruciaal. Innovatie en digitale transformatie (in het bijzonder AI) zullen de motor zijn die de mediasector draaiende houden”, aldus de tekst.
Merk vooreerst op dat het memorandum uitgaat van drie ‘omroepen’ en dus niet – wat je eerder zou verwachten – van de gezamenlijke Vlaamse ‘mediasector’. Het is dus al zeker vreemd dat Mediahuis en Roularta, toch geen kleintjes, zich niet aansloten bij dit memorandum, hoewel ook minstens twee van de overige drie voorgestelde principes – (1) leefbaarheid van de sector garanderen, (2) zichtbaarheid en vindbaarheid van Vlaamse content versterken, (3) betrokkenheid bij de digitale transformatie van het Vlaams radiolandschap – hen even goed aanbelangen.
Niettemin, als de toekomstige Vlaamse regering de ‘suggestie’ van de omroepen overneemt, dan zou het zelfs niet de eerste keer zijn dat Innovatie en Media onder één ministerportefeuille vallen. Dat gebeurde eerder al onder de Vlaamse ministers Dirk Van Mechelen (1999-2003) en Ingrid Lieten (2009-2014), die telkens voor (onder andere) beide domeinen bevoegd waren. Al was dat in beide gevallen eerder politiek toeval en geenszins ‘gestuurd’ vanuit de mediasector.
Ooit – vanaf de jaren ’80 tot 1995 – was Media nog geen aparte bevoegdheid binnen de Vlaamse regering, maar een volwaardig onderdeel van de bevoegdheid Cultuur. Sindsdien gebeurde het nog maar één keer – onder Sven Gatz (2014-2019) – dat Cultuur en Media bij dezelfde minister zaten. Administratief zit de dienst Media vandaag nog steeds onder één koepel met Cultuur en Jeugd.
Sowieso is Innovatie en Media onder één dak een risico, omdat Innovatie alleen al budgettair honderd keer interessanter is dan Media. Uiteraard zijn de mediabedrijven in dit geval duidelijk mee uit op die vetpotten, maar anderzijds bestaat het risico dat Media dan beleidsmatig (te) weinig aandacht krijgt. Al hangt dat laatste natuurlijk sterk af van de persoonlijke motivatie van de minister. Zo zou er zonder Dirk Van Mechelen vandaag nooit sprake geweest van Qmusic of Joe of zou zonder Ingrid Lieten de VRT vandaag nog altijd gebukt gaan onder zijn eigen logheid.
Bij de verdeling van de ministerportefeuilles in de jongste twee Vlaamse regeringen bleek geen enkele partij actieve interesse te hebben in de bevoegdheid Media, waardoor die als vanzelf bij de laatste minister belandde. Die laatste minister is dan per definitie altijd de verplichte Brusselaar die – naast de bevoegdheid over Brussel – meestal ook nog die andere restbevoegdheid Jeugd in zijn of haar mandje krijgt.
Kwalitatief wordt het beleid van de laatste twee ministers van Media – Sven Gatz en Benjamin Dalle – in de sector niet ervaren als hoogstaand. Dat bleek uit hun evaluaties in de diverse media, voorafgaand aan de verkiezingen. Mogelijk zit ook hier een drijfveer voor de drie omroepen. Het is als het ware een verdoken ‘asjeblieft, steek Media niet nog een derde keer bij de restjes’.
Als de huidige onderhandelingen tussen N-VA, Vooruit en CD&V in een Vlaams regeerakkoord eindigen, dan zal – volgens Wetstraat-watchers – de verplichte Brusselaar als minister dit keer uit de hoek van Vooruit komen. In dat geval komt Hannelore Goeman als belangrijkste kandidaat in beeld. Wie Innovatie – een bevoegdheid die veel hoger op de politieke ladder staat – krijgt is nu nog moeilijk te voorspellen, al zou het logisch zijn als dat domein dit keer naar een N-VA’er zou gaan.
Of die er dan ook Media bij krijgt zal vooral afhangen van het aantal punten dat er nog te verdelen valt. Want, memorandums of niet, op het einde van de rit is de verdeling van al die ministerposten niets meer dan een doorgedreven oefening in politieke wiskunde.