Al in januari 1964, tijdens de vroege voorbereidingen van het REM radio- en televisieproject, werd er personeel gerekruteerd. Eén van hen was een meisje dat al drie jaar ervaring had met het ophalen van reclames voor… Radio Veronica. In Het Parool van 29 januari 1964 werd zij voorgesteld onder de kop: ‘Top-baan bij REM voor meisje’.
Willy Hogenbirk, had bij Radio Veronica al carrière gemaakt ondanks het feit dat ze nog niet eens de kiesgerechtigde leeftijd had bereikt. Bij de zeezender was ze hoofd van de commerciële afdeling. Een functie die ze per 1 februari 1964 ook bij de REM ging bekleden. Ondanks ze nog niet in dienst was van haar nieuwe werkgever, trok ze al volop personeel aan. Hoe dacht Het Parool daar allemaal over?
‘Willy Hogenbirk is een zeer opgewekt meisje. Haar wat wilde, hoogblonde haar wordt bij elkaar gehouden met een bandje. Ze is niet groot, wel bijzonder energiek.’ Over de toekomstige drukte liet Willy zich ontvallen: “Toch ben ik niet van plan om bij de REM dag en nacht te gaan werken. Dat heb ik in de begintijd bij Radio Veronica wel gedaan, maar dat houdt geen mens vol.”
Het was een slimmigheid van de zakenman Joseph Brandel geweest om haar weg te kapen bij Veronica. Hogenbirk: “Hoe, dat weet ik zelf niet maar in de zakenwereld kennen zoveel mensen me. Ik heb dat nooit geweten, maar op een gegeven ogenblik merkte ik op een bijeenkomst dat iedereen me kende. Toen kwam ik ook tot de ontdekking dat het iets betekende dat ik deed.”

Uiteraard kwam ze als hoofd van de commerciële afdeling van Veronica in contact met directeuren en reclamevertegenwoordigers van veel bedrijven, zowel adverteerders als potentiële adverteerders. Hogenbirk: ‘Met mensen omgaan vind ik heel fijn en mijn stelregel is dat je zuinig met contacten dient om te gaan. Maar, als ik iemand niet mag kan ik ook niet vriendelijk tegen hem zijn. Al brengt hij een ton in. Zo ben ik eenmaal.”
Onder het motto dat ze alles nog diende op te bouwen wenste ze aan de slag te gaan maar: “Ik ben zeker niet van plan om uitsluitend achter een bureau te gaan zitten en op de telefoontjes te wachten. Natuurlijk ga ik ook contact opnemen met zakenmensen, dat deed ik bij Radio Veronica ook. Kijk, het zal in het begin allemaal wat met haken en ogen gaan, maar we lossen alles wel op.”
Eén van de eerste taken bij de Reclame Exploitatie Maatschappij was het aantrekken van personeel, waarbij ze een duidelijke voorkeur liet blijken in het interview: “Beslist geen manager, nee, beslist geen mannen. Bij Veronica in Hilversum werkte ik ook met twee meisjes. Als ik man was zou ik nooit onder een vrouw willen werken en daarom neem ik geen mannen aan.”
Willy Hogenbirk nam duidelijk geen blad voor de mond en ging recht op haar doel af. Andermaal Het Parool: ‘Ze vindt het niet nodig haar zinnen zorgvuldig in te pakken. Ze staat voor haar mening. Deze karaktertrek heeft haar al een eind op weg geholpen. Ze begon bij een porseleinhandel, maar aangezien ze daar meer brak dan verkocht, duurde de verbintenis slechts kort. Willy dacht vervolgens haar energie in de reclame te kunnen stoppen en deed dat bij een erkend bureau.’
Dat bureau was de eerste stap in de reclamewereld. Na een jaar zag ze een advertentie van Radio Veronica. Ze besloot om direct te solliciteren. Vervolgens bleef ze er drie jaar werken. Willy Hogenbirk: “Ze namen me aan en het is een fijne tijd geworden. Een plezieriger bedrijf kan ik me niet voorstellen en de gebroeders Verweij zijn fantastische bazen. Ja, ik heb echt een beetje moeten huilen toen ik er wegging.”
Volgens Het Parool zou Willy bij de REM heel wat Veronica-klanten terugvinden: ‘Want al gelooft ze niet dat het zeegaande reclameschip veel van de REM zal merken, televisieklanten zullen er zeker vandaan komen. Maar het lijkt me dat voor heel wat adverteerders de televisiereclame gewoonweg te duur zal zijn, want de zendtijd is daar heel erg duur.‘
Planning van de reclamespots, planning van de uitzendingen en het afstellen van de contracten was het werk van Willy Hogenbirk bij Radio Veronica en dat werd ook haar werk bij de REM: “Het zal alleen wat moeilijker zijn. Bij de radio kon je nog wel eens iets snel er tussen door doen om een klant te kunnen helpen, maar dat is er bij de televisie er niet bij.”
Hans Knot