In het blad P-Magazine verscheen onlangs een toch wel opvallend en vooral verhelderend interview met algemeen radiodirecteur bij de VRT Frans Ieven waarin hij in zijn kaarten laat kijken omtrent de toekomst van de diverse stations die deel uitmaken van de publieke omroep. “Is men klaar om de strijd aan te binden” was dus een logische openingsvraag:
IEVEN: “Ja we zijn al bijna tien jaar klaar, in die mate dat ons marktaandeel er in de loop van die jaren altijd maar op vooruit is gegaan. Laat er geen twijfel over bestaan dat de komst van Q-Music en 4FM het radiolandschap volledig zal hertekenen. Dat is uiteindelijk de bedoeling van de Vlaamse regering. Het spreekt vanzelf dat wij een deel van ons marktaandeel, dat momenteel 85 procent bedraagt, zullen moeten afstaan”.
Op hoeveel verlies aan marktaandeel rekenen jullie? Heeft iemand bij de VRT daar zicht op?
IEVEN: “Absoluut niet, alhoewel we weten op welke marktaandelen de nieuwe concurrenten hopen. Wij verwachten wel dat 4FM een plaats naast Q-Music zal veroveren op de markt, maar op welke termijn?”.
Maar verwachten jullie een flinke klap?
IEVEN: “Toen VTM in 1989 begon ging het marktaandeel van de toenmalige BRT-televisie er met bijna dertig procent op achteruit. Voor zo’n terugval vrezen we niet. Uit onderzoek blijkt dat mensen anders met radio omgaan. De opbouw van de luistergewoonte verschilt met de kijkmentaliteit. We merkten dat zelf bij de start van Radio Donna: het marktaandeel van die zender kwam traag tot stand”.
Uw collega’s van de RTBF zijn de derde speler op de Franstalige markt geworden, vreest U niet voor hetzelfde scenario in Vlaanderen?
IEVEN: “Wij zullen nooit de derde speler op de Vlaamse radiomarkt worden. Als we zelfs maar in de buurt van het dubbel komen van het marktaandeel dat de RTBF nu haalt, is het hoogtijd dat ik ontslag neem. Wij hebben een unieke band opgebouwd met onze luisteraars, die kan je niet zomaar doorknippen”.
Q-Music heeft als onderdeel van de Vlaamse Media Maatschappij een enorme publicitaire machine achter zich staan, het zou wel eens sneller kunnen gaan dan U denkt.
IEVEN: “Laat me duidelijk zijn: de concurrenten kennen hun vak. Ze hebben het overigens bij ons geleerd en gebruiken die knowhow nu om een nieuwe zender op te starten. We kijken de toekomst niet overmoedig maar zelfverzekerd tegemoet. De VRT-radio zal de weg blijven bewandelen die uitgestippeld werd op basis van de opdracht die we van de Vlaamse Gemeenschap hebben gekregen. Als we die weg verder volgen ben ik ervan overtuigd dat we ook in de toekomst de grootste en de beste zullen blijven”.
Er zal in de nabije toekomst vlot gegoocheld worden met marktaandelen en kijkcijfers. Tot op heden gebruiken de VRT en de commerciële zenders elk hun eigen methode om die cijfers te berekenen. Wanneer geraakt U het eens over een en dezelfde methode? Zoniet blijven we appels met peren vergelijken.
IEVEN: “Luistercijfers zijn nuttig voor twee groepen: de programmamakers en de adverteerders. De programmamakers willen zo snel mogelijk weten hoe de luisteraar op hun programma’s reageert. Anderzijds zijn er de adverteerders die één of twee keer per jaar over cijfergegevens willen beschikken. Als wij daarover slechts één of twee keer per jaar kunnen beschikken is dat onvoldoende. Het nadeel aan radio is dat je niet zoals bij de televisie een kijkcijferbakje op de toestellen kan installeren. Iedereen luistert immers dagelijks naar meerdere radiotoestellen. Het bijhouden van een dagboek en telefonisch zijn misschien alternatieven om resultaten te bekomen maar het uitvoeren van deze methodes verloopt bijzonder traag. Er bestaan nu nieuwe manieren waardoor we veel sneller aan uitgebreide gegevens zouden kunnen geraken. Het probleem is dat de adverteerders zich met veel minder gegevens tevreden stellen en die cijfers niet zo vaak als wij nodig hebben. Ik ben er niet van overtuigd dat de adverteerders bereid zijn om mee te investeren in een onderzoeksmethode waarvan ze een groot deel van het opgeleverde resultaat niet nodig hebben”.
Jullie waren dan al wel tien jaar op de concurrentie voorbereid, maar het vertrek van Bert Geenen hadden jullie niet zien aankomen. Een aantal dagen voor zijn vertrek nam hij nog doodkalm deel aan een directievergadering.
IEVEN: “Ik wist dat Bert Geenen met Vilvoorde gepraat had, maar het ogenblik waarop hij vertrok betekende een complete verrassing”.
Een half jaar voor zijn vertrek zei hij in Humo dat de concurrentie zijn mensen zou komen weghalen. En wie vertrok er uitgerekend als eerste?
IEVEN: “Dat klopt en dit bewijst meteen de relativiteit van de dingen. Tegelijkertijd geldt dat we snel en adequaat gereageerd hebben. We hebben Bert Geenen onmiddellijk vervangen door Mark Coenen. Uiteindelijk mag je een net niet teveel aan één en dezelfde persoon ophangen, zoniet komt de continuïteit ervan in het gedrang. Precies om die reden zorgen we ervoor dat de kennis van zaken evenwichtig over de hele organisatie wordt verspreid. Het neemt niet in weg dat het vertrek van een personeelslid met kennis en ervaring een verlies voor ons betekent en een winst voor de concurrentie. Ik sluit echter niet uit dat er ook overstappen in omgekeerde richting zullen gebeuren. Vedetten die naar VTM overstapten, zijn achteraf naar de VRT teruggekeerd. Neem maar een voorbeeld aan Bart Peeters”.
Ongeveer een maand voor de komst van de concurrenten werden er voor alle radionetten zogeheten profieldagen georganiseerd. Daaruit bleek dat jullie meer vrezen voor Q-Music dan voor 4FM. Klopt dat?
IEVEN: “Dat is inderdaad een realistisch beeld. Als wij ons strategisch goed opstellen tegenover Q-Music, zullen de aangewende middelen even efficiënt zijn om de concurrentie van 4FM op te vangen. ‘Wie het eerst komt, het eerst maalt’ luidt een spreekwoord. De bedoeling van een commercieel station bestaat er in om geld te verdienen aan reclamespotjes. Als ik zie hoe de reclamemarkt onder invloed van de economische terugval is ingekrompen, zullen de commerciële zenders het niet gemakkelijk hebben. Dat geldt zeker voor zij die als laatste de markt vervoegen. Dat verheugt mij niet, het is gewoon een vaststelling. Wie het laatst begint, zal het moeilijker hebben. Vandaar dat onze vrees eerder in de richting van Vilvoorde uitgaat”.
Met Q-Music weet U ook waaraan U zich mag verwachten: de zender mikt op het publiek van Radio Donna.
IEVEN: “We wisten vrij snel dat er een verschil was tussen het profiel dat Q-Music zich voor de toekenning van de licenties aanmat en het profiel na de toekenning. Het station in Vilvoorde is een commerciële zender waar de kostprijs van het radio maken niet hoger mag liggen dan het strikt noodzakelijke om zoveel mogelijk luisteraars te bereiken. Daardoor is het Donna-model voor Q-Music interessanter dan het model van Radio 1. Hetzelfde geldt overigens voor 4FM”.
De enige kandidaat die echt met een commercieel alternatief voor Radio 1 uitpakte was Nova FM. Was U niet bevreesd dat die zender Radio 1 in de flank zou genomen hebben?
IEVEN: “Dat was zondermeer het geval. Nova was de enige kandidaat die een sterke mix van feiten en muziek zou brengen. Anderzijds stelden we ons wel de vraag hoelang de zender dit concept had kunnen handhaven in een commerciële omgeving”.
Over het nieuws gesproken: gaan jullie ook op dat vlak nog een extra tandje bijsteken? Op Donna zal het nieuws in de toekomst opnieuw gelezen worden door de journalisten van de centrale redactie en niet uitsluitend door Donna-stemmen.
IEVEN: “Donna heeft sedert één jaar een eigen journaal en dat heeft meteen zijn vruchten afgeworpen. Binnenkort wordt die aanpak gecorrigeerd omdat we misschien wat te ver gegaan zijn. Donna behoudt zijn eigen nieuws, maar de klemtoon zal nog meer op de kwaliteit van het aanbod liggen zodat het aanbod beantwoordt aan de wensen van de luisteraar. Ook het nieuws op Donna moet ernstig kunnen genomen worden. Eigenlijk is dit een normale beweging die we ook zonder de komst van de concurrentie hadden uitgevoerd. Dat die ingreep ermee samenvalt is mooi meegenomen. We gaan later precies dezelfde oefening maken bij de andere netten. Zo kunnen de nieuwsflitsen op Radio 1 nog verbeterd worden, om maar één voorbeeld te geven. Dat de jonge stemmen van de centrale redactie voortaan het nieuws op Donna zullen presenteren is maar een onderdeel van de vorm waaronder we het nieuws willen brengen”.
Zal U de nieuwsredactie in haar geheel niet moeten versterken? Hoofdredacteur Jos Bouveroux pleit in een nota voor meer volk op zijn dienst. Alleen op die manier kan hij een aantal gemaakte beloften, zoals extra actuele debatten, waarmaken.
IEVEN: “Ik kan zijn wens perfect begrijpen. In welke mate wij hieraan op korte termijn kunnen tegemoet komen is een andere zaak. We kunnen onze diensten niet zomaar uitbreiden. Volgens de nieuwe beheersovereenkomst moeten wij het jaarlijks met 350 miljoen per jaar aan commerciële inkomsten minder stellen. We zullen het in de toekomst absoluut niet breder hebben. Er is geen overschot om de concurrentie te bekampen. Dat er versterking op de nieuwsredactie gevraagd wordt, vind ik logisch. De redactie heeft er de voorbije jaren veel taken bij gekregen. Het is precies omdat er te weinig journalisten zijn dat de redactie niet klaar is om die extra actuele debatten te verzorgen. De redactie van het televisienieuws wordt wel versterkt, maar de beheersovereenkomst voorziet specifiek extra opdrachten voor de televisie en niet voor de radio”.