Eén van de getroffen lokale spelers van het VRM-optreden van dondernamiddag 4 januari, toen heel wat erkende lokale omroepen gevraagd werd om hun zenders uit te schakelen omdat ze nog geen uitzendvergunning hadden, is ongetwijfeld CityMusic. Op 1 december erkend voor Aalst en de Denderstreek. Een mooie overwinning, want er was concurrentie.
Met 97,47% bekroonde de Vlaamse regering de Aalsternaars als tweede beste dossier van heel Vlaanderen. Een erkenning is echter nog geen zendvergunning. Die werd wel heel snel aangevraagd. 0p 4 december, de eerstvolgende werkdag na de erkenning, gebeurde dit al ter plekke in Brussel. Aangezien men in Aalst van frequentie moet veranderen, wordt er een zogenaamde ‘inpasbaarheidsstudie’ uitgevoerd. Daar wordt nog steeds op gewacht. Tot die tijd worden de uitzendingen verplicht, gestaakt op 107.8 FM. Online blijft CityMusic wel te beluisteren.

Inkomsten worden mislopen
Zoals bekend moeten radiostations die een erkenning kregen van het Ministerie van Media daarna nog wachten tot de VRM hen ook een uitzendlicentie geeft. En net daar komt de hele procedure momenteel in een soort flessenhals terecht. Door het erg laat bekend maken van de nieuw erkenden, pas op 1 december jongstleden gebeurde dit, restte nog slechts één maand om alle frequenties te coördineren. Heel wat ‘winnaars’ zitten nu met de handen in het haar. Luisteraars zijn hun vertrouwde omroep kwijt, adverteerders zien hun reclame-opdrachten de mist ingaan. De radiostations zien ingecalculeerde missen een pak inkomsten.
Van zodra alle nieuwe erkenningen bekend waren, is de VRM aan haar deel van het werk begonnen. Radiostations werden vriendelijk aangemaand om zélf niet te dralen met het aanvragen van de licenties. Feit is dat de VRM nu eenmaal verplicht is om een haalbaarheidsstudie uit te voeren. Die wordt gedaan door de ingenieur van de Administratie Media. Frequenties vanaf een nieuwe uitzendplaats moeten (opnieuw) bekeken worden. Dat is geen eenvoudige administratieve kwestie, er moet zelfs toestemming aan de buurlanden gevraagd worden, ook al gaat het in sommige gevallen maar om een verhuizing van anderhalve kilometer. Daarom kan dit algauw twee tot drie maanden duren.
VRM laat van zich horen
Zenders die toch doorgingen of startten op 1 januari zonder de noodzakelijke vergunning, werden na vier dagen teruggefloten door de VRM. De ‘overtreders’ deden dit in eerste instantie niet omdat ze balorig waren, maar wel omdat ze zich gesterkt voelden door minister Sven Gatz die op diverse gelegenheden had laten uitschijnen dat er een gedoogbeleid zou komen, een soort overgangsperiode waarin iedereen zich pragmatisch zou opstellen. Niet dus.
De sector had de minister er nochtans op gewezen dat de periode tussen erkenning en het verkrijgen van de noodzakelijke licentie veel te kort was. Maar het Kabinet nam geen gas terug. Daarmee geconfronteerd door De Standaard wist Peter Dejaegher, communicatiemedewerker van minister Gatz te melden dat er contact zou worden opgenomen met de VRM om enerzijds de licenties zo snel mogelijk uit te laten reiken en tegelijk om de overgang zo vlot mogelijk te laten verlopen. De minister zelf zou nu gaan bemiddelen.

‘Dat heb ik nog nooit meegemaakt’
Bruno Heyndrickx van TOPradio en de Vlaamse Radiovereniging: “Minister Gatz heeft de nieuwe erkenningen voor de lokale radio’s te laat toegekend, waardoor die nu in de problemen komen. We hebben hem in december nog gevraagd de invoering van het nieuwe frequentieplan enkele maanden uit te stellen en de lopende vergunningen te verlengen, maar daar wou hij niet van weten. Er zou in de overgangsfase een ‘gedoogbeleid’ komen. Maar de VRM rapporteert niet aan de minister en doet gewoon zijn werk. Met de rampzalige gevolgen die we nu zien. Voor die zenders is dit een catastrofe. Ze verliezen reclame-inkomsten en luisteraars.”
Volgens Minister Gatz deed zich bij de vorige erkenningsronde, in 2003, hetzelfde probleem voor, en kneep de VRM toen wél een oogje dicht. Heyndrickx ontkent dat: “Er was toen een overgangsperiode voorzien van vijf maanden. Geen enkele radio heeft daardoor toen de uitzendingen moeten staken. Wat nu gebeurt, heb ik in 35 jaar radio maken nooit meegemaakt. En er zullen nog slachtoffers vallen, want de VRM contacteert de komende dagen nog tientallen lokale radio’s in andere provincies.”
Ik vind in elk geval dat het in de media in het algemeen en ook in het parlement zeer stil is over dit geklungel… Bij de radio’s die wel al uitzenden en een vergunning hebben vind ik bij de meesten ook zeer weinig terug van het dossier dat werd ingediend, wat wordt uitgezonden in praktijk lijkt in geen mijlen op wat er theoretisch beloofd werd…
Halsoverkop een nieuwe erkenningsronde organiseren, zonder eerst samen te zitten met de andere betrokken instanties om dit vlot te laten verlopen is ongezien en getuigt van een amateuristische en ondoordachte aanpak. Onvoorstelbaar dat zoiets mogelijk is anno 2018. Geen enkel ander land heeft een dergelijk mank (media) beleid als België (lees Vlaanderen).