Lang voor de Britse mediaregulator Ofcom de deuren opende naar een meer pluralistisch radiolandschap, moest de jeugd het doen met een beperkt aantal uren popmuziek op de BBC. De komst van Radio Caroline vanaf het zendschip Fredericia (afbeelding bovenaan) op 28 maart 1964 waardoor het staatsmonopolie van de Engelse openbare omroep handig werd omzeild, ontketende een mediarevolutie.
Geen wonder dat het initiatief van de Ierse zakenman Ronan O’Rahilly onmiddellijk navolging kreeg. Radio London, Radio Scotland, Radio City focusten vooral op jongeren om de nodige reclame-inkomsten te werven. Maar een teveel aan offshore radio-stations en de onderlinge concurrentie die vaak ontaardde in sabotage en andere maalbare praktijken, eindigde met een politiek ingrijpen dat z’n hoogtepunt bereikte op 14 augustus 1967.
Alle Britse offshore station gingen die dag uit de lucht of waren al eerder gestopt, vanaf 15 augustus waren ze immers strafbaar. Op uitzondering van Radio Caroline, dat koppig doorging. The Marine Offences Act verbood resoluut alle medewerking van Britse onderdanen aan offshore radio. Die dag ging de geschiedenis in als ‘Black Monday’.
Een halve eeuw later zorgde BBC Radio 2 – op 14 augustus 2017 – voor een passend en een verdiend eerbetoon. De ex-autoverkoper uit Birmingham Johnnie Walker, die op dezelfde dag van de gedwongen sluiting om middernacht Radio Caroline naar een nieuw illegaal tijdperk leidde, diende als briljante gids.
Keith Skues en Tony Blackburn behoorden tot de eerste generatie medewerkers van Radio Caroline South, dat na de versmelting met concurrent Atlanta was ontstaan. Beiden beschreven het zendschip de MV Mi Amigo als een klein onderkomen. Hun verbazing nam toe met de komst van de voormalige mijnenveger MV Galaxy van waarop het Amerikaans gerichte Radio London, met een uitstekend geoliede organisatie onder leiding van directeur Philip Birch, iedereen met stomheid sloeg. Geen wonder dat het duo snel van werkgever zou wisselen.
Teksten en jingles
De Canadees Pete Brady, de eerste ochtend presentator van Big L, voegde er aan toe dat hij aanvankelijk intenties koesterde om bij de BBC te gaan werken. De functie DJ was er echter totaal onbekend aangezien de omroep enkel ‘announcers’ of ‘aankondigers’ gebruikte. Die kregen bovendien nog de opdracht om zelf hun teksten uit te schrijven. Iets wat hij, ondanks zijn baan als assistent producer voor commercials niet echt op prijs stelde.
Emperor Rosko, die geruime tijd bij Radio Caroline vertoefde, raakte tijdens het korte bestaan van Swinging Radio England enorm onder de indruk van het jingle-pakket dat het bedrijf in Dallas PAMS had klaargestoomd. Hij aarzelde niet om via een bandrecorder deze juweeltjes op te nemen om ze vervolgens te verknippen tot nieuwe spotjes voor zijn werkgever. Eigenaar Ronan O’Rahilly kon dit aanvankelijk maar matig waarderen want hij kreeg maar liefst veertien advocaten van de benadeelde partij op bezoek.
Tot besluit was er ook het merkwaardige verhaal van Robbie ‘The Admiral’ Dale. Hij verving tijdens de ‘laatste’ boottocht naar de MV Mi Amigo van Radio Caroline South de pas aangeworven Roger Day, die zijn identiteitspapieren niet geregeld kreeg. Hij betreurde de gedwongen sluiting van Radio London en verwelkomde spontaan de luisteraars van het station na een minuut stilte uit solidariteit.
Geen slot zonder de legendarische overgang naar 15 augustus 1967 toen de pionier onder de zeezenders alle voorschriften negeerde en ‘All You Need Is Love’ van The Beatles als begin van een zoveelste woelige periode gebruikte. Samengevat: een uitstekende maar een veel te korte flashback naar een korte periode in de Britse radiogeschiedenis, die als wake up call voor de BBC diende.
Wordt binnenkort vervolgd. (FVM)
° Herbeluister hieronder de complete uitzending.