De Britse radio-dj Tony Blackburn vierde gisteren zijn 80ste verjaardag. In zijn intussen 58-jarige radiocarrière werd hij vaak geprezen én verguisd en beleefde hij vele persoonlijke hoogte- en dieptepunten. Een carrière-overzicht.
Blackburn werd geboren op 29 januari 1943 in Guildford, Surrey, Engeland. Hoewel hij best een goede student was, verliet hij de school op zijn zestiende, om muzikant en zanger te worden in een amusementsorkest. Tot hij in 1964 reageerde op een advertentie in het Britse popblad NME, waarin de pas gestarte zeezender Radio Caroline discjockeys vroeg. Hij stuurde een tape en een week later zat hij al aan boord, als jongste dj van het team.
Tony bleek een instant succes, mede door zijn vlotte presentatiestijl en zijn imago van ‘the boy next door’. In mei 1966 maakte hij de overstap naar concurrent Radio London, waar hij zich nog meer als een vis in het water voelde. Hij introduceerde er als eerste Britse dj ooit eigen gezongen naamjingles.
Blackburn bleef later altijd heel dankbaar en nostalgisch over zijn jaren op de legendarische Britse radioscheepjes. Maar hij was ook de eerste ‘radiopiraat’ met faam die in 1967 de overstap kon maken naar de BBC.
Harold Davison, als impresario de man die o.m. Frank Sinatra in Europa introduceerde en The Rolling Stones in Amerika lanceerde, onderhandelde voor Blackburn een lucratief contract, eerst nog voor BBC Light. Toen op 30 september 1967 BBC Radio 1 van start ging, als dé officiële Britse popzender, was Tony de grote ster van de ochtend en de man die het nieuwe station officieel mocht openen.
Het werden dé gouden jaren voor Tony. Hij kreeg bij Radio 1 creatief en muzikaal complete vrijheid, want de zender ging immers voluit voor ‘personality radio’. Binnen de kortste keren luisterden liefst 21 miljoen Britten iedere ochtend naar zijn radioshow, een veelvoud van het publiek dat hij ooit bij de zeezenders bereikte. Blackburn bleek in die late jaren ‘60 trouwens cruciaal voor de doorbraak van de Amerikaanse soulmuziek in het Verenigd Koninkrijk, een verdienste waarvoor hij lang werd miskend.
Ook voor de Britse pers werd hij een flinke prooi, vooral toen Tony, die op persoonlijk vlak eerder een teruggetrokken bestaan leidde, een relatie begon met Lynn Partington, een blonde ‘bunny girl’ uit de Londense Playboy Club. Toen die relatie twee jaar later op de klippen liep, werd dat dagenlang breed uitgesmeerd. In 1972 trouwde Blackburn met actrice Tessa Wyatt, met wie hij een zoon kreeg, maar ze scheidden in 1977.
In 1973 kreeg de dj een eerste professionele opdoffer te verwerken, toen de BBC besliste dat Noël Edmonds de ochtendshow kreeg bij Radio 1 en Tony verhuisde naar de voormiddag. In 1977 moest hij ook dat tijdslot afstaan aan Simon Bates en kreeg Tony een programma in de namiddag. Dat laatste viel niet toevallig samen met zijn scheiding. Blackburn was zeker in die jaren in zijn programma altijd vrij openhartig over zijn familiaal leven en dat was hij volgens de BBC-leiding ook net iets te veel over zijn pijnlijke echtscheiding.
Er volgden op persoonlijk vlak een vijftal moeilijke jaren, met een losbandig leven en verslavingen aan alcohol en valium. In 1979 verloor hij hierdoor zijn dagelijks programma en mocht hij op Radio 1 enkel nog de BBC Top 40 presenteren. In september 1984 was het helemaal ‘game over’ voor Tony bij Radio 1 en hij verhuisde naar de lokale BBC Radio London.
In de zomer van 1988 maakt hij de overstap naar het commerciële netwerk Capital Gold op AM 1548 kHz, waar hij ruim 15 jaar zou blijven. Ook privé vond hij stilaan weer de rust toen hij in 1992 trouwde met Debbie Thompson, met wie hij zijn dochter Victoria kreeg.
In 2002 kwam Blackburn terug in de nationale schijnwerpers toen hij op ITV de allereerste editie won van ‘I’m a celebrity and get me out of here’ en zich kroonde tot ‘King of the Jungle’. Het werd zowaar de onverwachte start van zijn wederopstanding bij het brede publiek.
In 2003 kreeg Tony een dagelijkse ochtendshow bij Classic Gold. Opmerkelijk daar was het incident in juni 2004 toen hij door de leiding van het station werd geschorst omdat hij Cliff Richard – op dat moment in het oog van een schandaal rond vermeend kindermisbruik – bleef draaien, ondanks een verbod. Het publiek reageerde echter massaal zodanig woest op de schorsing, dat die al binnen de 48 uur werd teruggedraaid.
Nog in 2004 keerde hij ook terug naar BBC Radio London, waar hij een wekelijkse soulshow op zondag en een lunchprogramma op zaterdag kreeg, in combinatie met zijn dagelijkse ochtendshow bij Classic Gold. In de zomer van 2007 kwam het tot een fusie tussen Capital Gold en Classic Gold en moest Blackburn de baan ruimen. Een jaar later werd hij opgepikt door het Londense Smooth Radio, waar hij een ochtendshow kreeg in het weekend.
In november 2010 was Tony voor het eerst sinds 1984 weer nationaal te beluisteren als nieuwe presentator van ‘Pick of the Pops’, op zaterdagmiddag bij BBC Radio 2. In februari 2016 kwam het opnieuw tot een persoonlijke tragedie als de BBC Blackburn op staande voet ontsloeg. In de nasleep van het schandaal rond Jimmy Saville, van wie na zijn dood vele gevallen van kindermisbruik aan het licht kwamen, werd ook Tony beschuldigd van betrokkenheid.
Die beschuldigingen bleken achteraf compleet vals en op de laatste dag van 2016 mocht hij zijn comeback maken op BBC Radio 2. Dat deed hij veelbetekenend met Gloria Gaynor’s ‘I Will Survive’.
In maart 2017 nam Tony Blackburn bij BBC Radio 2 op zaterdagochtend het programma ‘Sounds of the 60’s’ van Brian Matthew over. Dat presenteert hij zes jaar later nog steeds, net als de rondreizende theatershow onder dezelfde naam. Ook zijn wekelijkse ‘Soul on Sunday’ op BBC Radio London draait nog steeds mee.
Eén van de beste pioniers !
Samen met zijn maatje, Johnnie Walker één van de laatste “pirates of the airwaves”
nu nog te beluisteren op BBC radio Two….