Vlaams minister van Media Sven Gatz (Open VLD) zei vanmorgen in de commissie Media van het Vlaams parlement nogmaals dat de Vlaamse radiostations die beschikken over een niet-betwiste erkenning zich helemaal geen zorgen hoeven te maken over de vernietiging van het Vlaamse frequentieplan. “Dergelijke erkenning, indien niet betwist bij de Raad van State, is immers altijd definitief na zestig dagen. Dit is trouwens vaste rechtspraak. Van een domino-effect, als gevolg van de vernietiging van het Vlaamse frequentieplan, kan dus geen sprake zijn”, aldus de minister.
De minister begon zijn uitleg met te stellen dat in het frequentieplan nog nooit een link werd gemaakt met de Europese richtlijnen “elektronische communicatie”, noch door zijn voorgangers, noch door een rechterlijke instantie. “Die richtlijn dateert al uit 2002. Het gaat dus niet om nieuwe of over verstrengde Europese regels. Het is pas de eerste keer dat de Raad van State oordeelt dat enkele beginselen uit het kader rond de “elektronische communicatie” ook van toepassing worden geacht te zijn op FM-frequenties. In het verleden is dat tot drie keer niet gebeurd. Als overheid konden we dus niet anticiperen.”
Gatz belichtte daarop de vernietingsgronden, die we u hier besparen wegens al voldoende behandeld, en ontkrachtte daarop dat het “kind met het badwater wordt weggegooid”. “De wettelijke basis voor de erkenningen valt weg, maar dat betekent niet dat de erkenningen zijn vernietigd. De inhoud van de frequentiepakketten stond ook nergens ter discussie. De auditeur die advies uitbracht bij de vordering tot vernietiging stelde dat de erkenningen die niet het voorwerp waren van een individuele betwisting bij de Raad van State konden blijven bestaan. Een individuele bestuurshandeling van een erkenning wordt altijd definitief na zestig dagen. Die definitieve erkenningen, zo’n 90 procent, blijven dus verworven. Dat is courante juridische rechtspraak. Er is dus geen reden om de erkenningsprocedure over te doen. Voor de lopende zaken kan dat nog veranderen, maar dat zijn allemaal individuele geschillen.”
De minister is dan ook niet van plan om de afloop van die nog lopende zaken af te wachten om werk te maken van een herstelbesluit. Daarbij gaat hij eerst de 26 “vermiste” frequenties analyseren en, indien ze bruikbaar zijn, ze opnemen in het frequentieplan. Van een onafhankelijke technische consultatie, zoals Vlaams parlementslid Karin Brouwers (CD&V) expliciet vroeg, wil Gatz niet weten. “Dat kost te veel tijd”, antwoordde de minister. “Het herstelbesluit moet er, in het algemeen belang, zo snel mogelijk komen. We moeten de onzekerheid op korte termijn wegwerken. Dat nieuwe besluit zal in elk geval eerst aan een openbare inspraakronde worden onderworpen en de frequenties waarover twijfel is zullen we voor de zekerheid ook opnemen in het herstelbesluit. We doen dus gewoon verder op basis waarvan we vertrokken zijn.”
U kunt de commissievergadering herbekijken via onderstaande video. Het agendapunt over het frequentieplan start op 53′.