‘De discussie over het reclameplafond van de VRT is nu wel even gaan liggen’
De inkrimping van de reclamesector door de coronacrisis laat zich overal voelen in de media, ook bij de radio. Al is het ergste leed misschien geleden. Met ieder stapje verder weg uit de lockdown, herleeft de ‘wereld zoals we die vroeger kenden’ een heel klein beetje. Radio is daarbij een prima graadmeter omdat het medium zich razendsnel kan aanpassen aan de evoluerende situaties.
Commerciële zenders, netwerken en lokale omroepen zagen de voorbije weken nauwelijks nog nieuwe adverteerders opduiken. Maar hoe zit dat bij de VRT? Gefinancierd door u en ik? Al is dit slechts voor twee/derde waar. De VRT krijgt een overheidsdotatie, maar ruim een derde van het totaalbudget moeten ze zelf bij elkaar sprokkelen. Els Van de Sijpe, manager van alle radiozenders van de publieke omroep, lichtte één en ander toe in de krant De Standaard.
“De noodgedwongen aanpassingen in de programmaschema’s van de radio’s zullen geen grote financiële impact hebben. Het klopt dat we financiële afspraken maken bij uitzendingen op locatie, zoals festivals. Maar dat gaat om bijdragen in de productiekosten, de VRT maakt daar geen winst op. Die inkomsten vallen weg, maar de kosten ook.”
Om dat ene derde zelffinanciering te halen, werd in 1990 de VAR (Vlaamse Audiovisuele Regie), opgericht als dochteronderneming van de VRT. De naamloze vennootschap Pebble Media volgde negentien jaar later. Daarvan zijn de aandeelhouders NV VAR en Telenet. Zij zorgen voor de commercialisering van de VRT-websites en een aantal andere sterke mediaspelers in Vlaanderen.
Saskia Schatteman (ceo van VAR): “Uit onderzoek blijkt dat de reclame-inkomsten in de mediasector dit voorjaar met 30% zijn gedaald. Bij de radio is dat zelfs 50%. Dat gaat over ettelijke miljoenen euro. Maar radio is een erg flexibel en lokaal medium. Bovendien is het de adverteerders niet ontgaan dat de Vlaming tijdens de crisis massaal naar de radio luistert.”
“De discussie over het reclameplafond van de VRT is nu wel even gaan liggen. De voorbije jaren kregen we van de regering de opdracht met de rem op te rijden, omdat we dat plafond soms overschreden. Nu zullen we het wellicht niet halen, door de crisis.” (Quotes: De Standaard)