Vandaag blikken we terug op het radiogebeuren in de eerste maanden van het jaar 1969. Voor de jeugd was het radio-aanbod uiterst karig. Nadat in augustus 1967 het merendeel van de Engelstalige zeezenders uit de ether was verdwenen, waren alleen nog Radio Veronica en Radio Caroline actief vanaf internationale wateren.
Maar zeven maand later verdween ook Caroline van het toneel. Restten enkel nog – naast Veronica – de Hilversumse netten, waarbij het de bedoeling was dat de programmering van Hilversum III zou concurreren met Veronica. Een beperkt aantal jongeren luisterde naar de programma’s van AFN en Radio Luxembourg.
Hilversum III zond allerlei soorten programma’s uit die door de diverse omroepverenigingen de ether werden ingeslingerd. Onbegrijpelijk was ook het feit dat de ontvangst van het middengolfsignaal beperkt was in tijd. De 240 meter werd immers al vroegtijdig uitgeschakeld om niet te interfereren met andere stations die op dezelfde golflengte in Europa actief waren.
Op 29 januari 1969 werd duidelijk dat Hilversum III vanaf 1 februari langer op de AM mocht uitzenden. Tot 1 oktober zou de 1250 kHz tussen 09:00 en 18:00 uur in gebruik zijn, terwijl in de maanden november tot en met januari de frequentie een uur eerder zou worden verlaten. Het nieuwe schema was een gevolg van onderhandelingen met de Hongaarse en Ierse collega’s van de PTT, die destijds verantwoordelijk was voor de zenders in Nederland. Beide landen maakten immers ook gebruik van die 240 meter.
Vanaf 3 februari 1969 waren trouwens nog meer veranderingen te verwachten. Er gingen namelijk liefst 45 van de 65 programma’s, die tot dan wekelijks werden geprogrammeerd, verdwijnen. Verbazing alom bij de liefhebbers van het zogenaamde popstation, want de meeste pop- soul- en beat-programma’s gingen verdwijnen. Het aandeel van ‘gesproken woord’ wilde men terug te brengen tot een minimaal zinnetje tussen de muziek. Dacht men in Hilversum III al aan de zogenaamde oneliners, die we jaren later onder meer bij Laser 558 zouden horen?
Het nieuws werd naar buiten gebracht door Jan de Troye (foto -Beeld & Geluid), voorzitter van een speciale commissie Hilversum III. Hij stelde onder meer: “De hele week zal een keur van lichte, gevarieerde muziek via Hilversum III opklinken. Dat wil niet zeggen dat alle soul, pop, beat en hoe het dan ook heten mag, gaat verdwijnen. Welnee, die worden tussen alle andere platen doorgedraaid.” Doel was geen uitzendingen meer te brengen die duidelijk betrekking hadden op minderheidsgroepen. Gedaan met programma’s gericht op zieken, sportliefhebbers en speciale muziekgenres.
Ik dien eerlijk te bekennen dat ik voor 85% de programma’s van Hilversum III al die jaren heb vermeden. Sommige heb ik nooit beluisterd. De NCRV hevelde zaterdagmiddagprogramma’s als ‘Twien’, ‘Pop-Thinkin’ en ‘Strictly Country Style’ over naar Hilversum II. Bij de AVRO betekende de nieuwe opzet dat het woensdagmiddagprogramma ‘Super Clean Dream Machine’ diende te verdwijnen wegens te specialistisch. De uitzending werd verschoven naar de zondagavond en hield er nog vele jaren stand.
Op de vrijdagen verdween ‘Tussen 10+ en 20-‘. Daarvoor kwam in de plaats een verzoekplatenprogramma voor marktbezoekers met als titel ‘Indekraamtepas’. Was dit dan ook geen programma voor een speciale, kleine doelgroep? Bij de VARA werden ‘Zorro’ en ‘Pow Pow’ geschrapt. Bovendien dienden programma’s als ‘Klinkklaar’, ‘Mix’ en ‘Ekspres’ volledig aangepast te worden bij het algemene nieuwe patroon van Hilversum III.
Bij de NRU, de Nederlandse Radio Unie, mochten alle shows blijven, wel diende de inhoud te worden aangepast. Verbazing alom ook toen de NCRV op het popstation op de zaterdagmiddagen, een licht gevarieerd programma ging brengen met muziek van Malando, Metropole Orkest, Kilima Hawaiians… Bezwaarlijk popmuziek te noemen. Tevens werd op de zaterdagmiddag ‘Nee, we noemen geen namen’ geprogrammeerd.
De Troye meldde ook dat, zodra de verbouwing in het VARA-onderkomen aan de Heuvellaan in mei 1970 gereed zou zijn, er ruimte zou worden gecreëerd voor een soort van workshop, een studioruimte waarin allerlei (toekomstige) medewerkers van de omroepen volop zouden kunnen oefenen en experimenteren met de nieuwe gedragsregels. Er was, volgens hem, duidelijk wens naar een dergelijke ruimte.
De Troye nogmaals: “Nu is het zo dat nieuwe discjockeys meteen maar uitzendbare programma’s dienen te maken, met alle gevolgen van dien. Als ze mislukken worden ze eruit gegooid. Een behoorlijke opleiding is er niet. Die gelegenheid willen we ze in de toekomst gaan bieden. Want wat ons vooral nog mankeert: de programma’s moeten zo gepresenteerd worden, dat er met animo geluisterd kan worden.”