Bladerend door een aantal knipsels uit de maand juni 1971, alweer bijna een halve eeuw geleden, zag ik dat er toch wel erg vaak, via commentaren en ingezonden brieven, tegen de toen actieve omroepen werd aangetrapt. Logisch, gezien het beperkte aanbod televisieprogramma’s. Er was enkel Nederland 1 en Nederland 2. Tel daarbij het veel beperkter aantal uitzenduren op. Reden genoeg dus om te mopperen over programma’s, programmabladen en meer. Een bloemlezing uit de kranten en omroepbladen.
Een veel voorkomende klacht waren de blijkbaar soms slaapverwekkende oproepen, in korte spotjes, waarin de omroepverenigingen hun eigen huis mochten promoten. Het kwam er altijd op neer dat de kijkers werden gevraagd om een lidmaatschap te nemen. In ruil kregen ze dan allerhande prularia toegestuurd. Het gevecht om de kijker dus. Ook toen al.
Vooral de TROS wist de aandacht naar zich toe te trekken door zeer passende muziekjes in te zetten. Op een bepaald moment werd er zelfs een elpee op de markt gebracht, door een bevriende platenmaatschappij, die dan weer ruimte kreeg in TROS Kompas, het omroepblad. Naar alle waarschijnlijkheid… met een gesloten portemonnee.
De omroepen hadden het ook bepaald niet gemakkelijk in die tijd. Dit blijkt onder meer in een artikeltje uit de NCRV Gids waarin het programmaprobleem werd aangesneden door de heer G.A. Kieft: ‘Wat moet er van de winterprogramma’s terecht komen nu de herverkaveling van zendtijd voor het komende seizoen nog niet bekend is? Wij varen in de mist. En dat geldt dan vast niet alleen de NCRV. Maar de NCRV houdt het wel fijn.’ Kieft was Kamerlid voor de ARP, wethouder in Utrecht, maar ook secretaris voor die omroepvereniging. Een dubbelrol, zoals toen vaak het geval was. Zijn overdenking ging verder met: ‘Wiens schuld het wel is? Nee, namen noemen we niet’.
Veel lezers vonden de VARA Gids kleurloos, maar het blad ging wel in op de actualiteit. Zo was voor de redactie de aanslag op de Mebo II, het zendschip van Radio Noordzee Internationaal, door concurrent Radio Veronica, een gerede aanleiding om een pleidooi te houden voor het verbieden van dit soort ‘etherpiraten’.
G. P. Bakker citeerde zelfs een paar voorbeelden van kranten die zich kritisch opstelden: ‘Ja, ja. Niemand is vervelender dan hij die voortdurend zichzelf citeert, moet Bakker gedacht hebben’ was een van de reacties op zijn opmerkingen. De Mies Bouwman-programma’s waren, zo legde de redactie van de VARA Gids bloot, toch te kleurloos. Zelf zei Mies Bouwman destijds: “Ik zeg elk jaar, dat ik met een programma ophoud wat willen we nou?”
KRO Studio, de omroepgids van de Katholieke Radio Omroep, had een redactioneel hoofdartikel waarin de nadruk lag op de verdwijnende mini-omroepen, die volgens het artikel overbodig waren geworden. Het ging om de NVSH, de Bond zonder Naam, De Morele Herbewapening en HIRO, omroepjes met een minimale zendtijd om hun meningen te kunnen verspreiden.
‘De NVSH had in het begin een functie’, aldus het artikel, dat in juni 1971 verscheen in Studio, de programmagids van de KRO, ‘maar nu de grote omroepen regelmatig onderwerpen als geboorteregeling en abortus aan de orde stellen, heeft de NVSH zich in feite overbodig gemaakt. Dat is natuurlijk wel een geheel eigen voorstelling van zaken, want het wil er alsnog niet in, dat de NVSH zoveel inspraak heeft gehad bij het maken van programma’s van de grote omroepen. De Minister van CRM heeft bij de NOS gedaan gekregen dat de op deze manier vrijgekomen zendtijd ook uitbreiding van het programma ‘Zienswijze’ oplevert. Misschien kunnen de grote omroepen ook wel wat meer zienswijze laten zien’.
Dan was er ook nog Televizier dat de kranten haalde omdat er aandacht werd besteed aan het feit dat men een kijkje had genomen in de klerenkast van de populaire Trudy Labij. De redactie wilde wel eens weten hoe een Nederlandse actrice zich privé bezig hield met mode. Het commentaar was niet mis want men vond Labij een bedroevende consument. Ze mocht dan wel gemiddeld tweehonderd gulden per maand aan kleding uitgeven, de gekozen stukken vielen niet goed bij de keurmeester van Televizier.

Tenslotte was er die bewuste week in Vrije Geluiden, het lijfblad van de VPRO, een mening van Eddy van Vollenhoven. Hij stelde dat de ledenraad van deze omroep een debatclub was die zich regelmatig in details verloor: ‘Inspraak geeft daarbij toch tal van problemen maar op de lange duur moet daar onvermijdelijk een opener, beweeglijker en zakelijker structuur uit tevoorschijn komen dan dit verenigingsbanden kunnen toelaten. Als je een structuur dat alles wil meegeven, zit je eigenlijk bij voorbaat al op de lange duur.’
De vraag is of elke luisteraar of kijker, die de VPRO destijds een warm hart toedroeg, de bedoeling begreep. Dan kwam een andere opmerking in het programmablad Studio van de KRO, denk ik, beter over bij de ‘clubleden’. ‘Koffie, koffie, lekker bakje koffie, zult u nog vaker horen, maar leve de man die het bier uitvond niet meer’.
Ik stop ermee voor deze column en ga voor een eigen gemaakte coffee de crème uit een koffiemachine die er in 1971 nog lang niet was.