Op 15 augustus 1967 werd in Engeland de wet van kracht die de geschiedenis is ingegaan als de ‘Marine Offences Act’. Plots was het voor Britten officieel verboden om op wat voor manier dan ook mee te werken aan zeezenders. Radio Caroline ging, met haar beide schepen, het gevecht tegen de wetgever aan en bleef in de lucht tot 3 maart 1968.
Op die dag liet een ontevreden firma Wijsmuller, die onder meer verantwoordelijk was voor het bevoorraden en het nautisch personeel, beide schepen van hun ankerpositie verslepen naar de haven van Amsterdam, waar ze aan de ketting werden gelegd.
Weinig alternatieven
In de periode na begin maart 1968, had de jeugd nog slechts drie radiostations waar ze met plezier naar kon luisteren, tenminste als het ging om goede popmuziek. Radio Veronica was er nog steeds vanaf de Norderney, terwijl vanuit Luxemburg het gelijknamige radiostation het publiek bleef verrassen met uitzendingen in het Nederlands, Duits, Frans en Engels.
En dan was er natuurlijk nog Hilversum III, de voorganger van het huidige 3FM. Dat station was echter bijlange na nog niet horizontaal geprogrammeerd en zeker niet in staat om de belofte van de overheid, een reële vervanging worden van de zeezenders, waar te maken.
Het einde van de Britse zeezenders had een duidelijke lacune achtergelaten. Vrijwel maandelijks waren er in de kranten geruchten te lezen als zou er weer een nieuw project vanaf zee worden opgezet om de strijd tegen de nationale popstations van Nederland en Engeland aan te gaan. Slechts één ervan zou later bewaarheid worden. Vanaf internationale wateren zou een nieuw en kleurrijk popstation zich laten horen. Maar voordat het zover was moesten de initiatiefnemers nog flink wat problemen overwinnen.
Gekopieerd in heel Europa
Wonderful Radio London was één van de meest populaire radiostations geweest, sinds het van start ging in december 1964 op 266 meter. Hun Top 40-format werd in heel Europa gekopieerd. Op 14 augustus 1967 kwam er een einde aan de uitzendingen. De eigenaren hadden besloten niet tegen de eerder genoemde Britse wet in te gaan.
Vrijwel direct na de close down werd het zendschip, de MV Galaxy, een voormalige mijnenveger (de MV Density) uit de Verenigde Staten, op 19 augustus 1967 naar de haven van Hamburg gevaren, waar het op 21 augustus arriveerde. Het schip kreeg er een voorlopige ligplaats in de Elbe om later naar Dok 20 te worden gesleept en te worden verkocht aan een Griek voor een bedrag van tienduizend Engelse Ponden (omgerekend naar 2018, zo’n slordige 45.000 duizend euro).
Niemand wist wat de eventuele toekomst van het schip zou worden, totdat in april 1968 de eerste geruchten opdoken. Het Deutsche Presse Agentur (DPA), kwam met een bericht dat ook in een aantal Nederlandse kranten verscheen. Onder de kop ‘Nieuwe piratenzender op komst’, werd gemeld dat de MV Galaxy was aangekocht door een reclamebureau uit het Zwitserse Sankt-Gallen.
Klaus Quirini duikt op
Het zou opnieuw als zendschip worden uitgerust om daarna in internationale wateren te worden verankerd op een positie tussen Helgoland en Scheveningen. De definitieve positie, aldus het bericht, zou pas worden bekend gemaakt na een periode van proefuitzendingen.
In de maand augustus 1968 was er een volgend bericht, dit keer van Klaus Quirini, de oprichter en voorzitter van het Deutsche Deejay Verbund, uit het Aken. Quirini werkte op dat moment als disk-jockey in Zürich. Op grond van een bericht in de ‘Neuen Züricher Zeitung’ was hij door de eigenaren van het betreffende reclamebureau, Gloria International, aangezocht als deejay en programmaleider.
Verwarrend krantenbericht
Hij wist te melden dat het door Zwitsers gefinancierde project, dat overigens toen al het ‘Project Radio Nordsee’ werd genoemd, wellicht op 1 december 1968 van start zou gaan. Na ruim twee maanden stilte was het op 28 oktober het Algemeen Dagblad dat meldde dat spoedig het eerste Duitse zeezenderproject van start zou gaan onder de naam Radio Nordsee International en dat het zendschip een positie zou krijgen tussen Helgoland en de Duitse kust:
‘Men zal 20 uur per etmaal programma’s gaan verzorgen. De uitzendingen beginnen waarschijnlijk al op 1 december op de golflengte van 266 meter. Achter dit zo geheimzinnige project staat een in Liechtenstein gevestigde zakenman.
Het zendschip zou de vroegere MV Mi Amigo zijn, die de activiteiten moest staken daar de piratenzenders verboden werden. Het schip wordt in een Nederlandse haven uitgerust en krijgt een bemanning van 28 personen. Het zendschip zal geregistreerd worden in Jamaica. Via een impresariaat in Aken zijn al zes deejays aangeworven. De Duitse regering zal weinig kunnen ondernemen, omdat de apparatuur uit Duitsland afkomstig is.’
Een verward verhaal, waarbij de betreffende journalist wel iets had gehoord maar niet had gecheckt welk zendschip men probeerde uit te rusten. In de Duitse kranten, waaronder de Frankfurter Rundschau en het tijdschrift Crash, stonden berichten over ‘Die Musikpiraten’.
Een nieuw verfje voor de MV Galaxy
Intussen werd in de haven van Hamburg driftig de verfkwast gehanteerd, want toen ik in de maand december 1968 een kijkje ging nemen bleek de Galaxy prachtig in het wit geschilderd te zijn. Ook binnenin was er het nodige aan verfwerk gedaan. Maar aan de uitrusting van de studio’s zelf, was niets gebeurd.
Wel werd in de Duitse pers inmiddels een nieuwe startdatum genoemd; 12 december 1968. Onderzoek wees uit dat achter het Zwitserse reclamebureau, dat in een artikel werd genoemd, de heren Norbert Gschwendt en Emile Lüthi zaten.
Een dag later bleek uit een kranteninterview met beide heren dat al het werk aan studio’s en zenders klaar was en dat de uitzendingen binnen een week konden beginnen. Diegene die, net als ik, in Dok 20 van de firma Finkenwerder, onderdeel van Howaldts Werke-Deutsche Werf AG, was geweest, had zelf kunnen constateren dat deze beweringen verre van juist waren.
Investeerder trekt zich terug
Op 25 januari 1969 werd bekend dat Lüthi zich had teruggetrokken omdat hij, gezien uitlatingen van Duitse regeringsfunctionarissen, geen uitweg meer zag voor een financieel gezond project. De regering van West-Duitsland overwoog namelijk een anti-zeezenderwet in te voeren, naar het voorbeeld van de Britse ‘Marine Offences Act’.
In een verklaring maakte Lüthi bekend dat er nog geen enkel contract met enig potentiële adverteerder was getekend, omdat iedereen wilde afwachten of het project zou doorgaan en of er een goed signaal in de ether zou worden gebracht.
De andere financier, Gschwendt, organiseerde direct na het vertrek van zijn partner, een dure champagneparty en huurde een aantal kleine vliegtuigjes om de vertegenwoordigers van de pers over ‘zijn zendschip’ in de haven van Hamburg te laten vliegen.
Inmiddels waren de plannen van de West-Duitse regering knap serieus geworden. Op 2 juli 1969 werd de wet, die een jaar eerder al onder voorwaarden was geratificeerd, daadwerkelijk van kracht, waardoor het onmogelijk werd vanaf Duits grondgebied activiteiten te ontwikkelen ten bate van een zeezender.
Op die bewuste tweede juli 1969 lag de MV Galaxy nog steeds rustig afgemeerd in de haven van Hamburg. Het eventuele toekomstige project had in diverse kranten en bladen ook al zoveel publiciteit gekregen dat de autoriteiten niets anders zouden kunnen doen dan elke poging om het schip buiten nationale wateren te krijgen, te stoppen.
Tweede investeerder vertrekt
Uitgebreid werd in de geschreven pers duidelijk gemaakt, dat mocht er een poging worden ondernomen, dit onmiddellijk zou leiden tot het verwijderen van alle studio- en zendapparatuur. Ook de tweede zakenman uit Sankt-Gallen, Gschwendt, vond het toen maar beter om met het project te stoppen.
Op 28 september 1970 werd duidelijk dat de MV Galaxy op 2 december gerechtelijk zou worden verkocht namens diverse schuldeisers. Een verkoop die uiteindelijk niets zou opleveren, waardoor het schip nog jaren in Hamburg en Kiel zou blijven om daar uiteindelijk deels te zinken. Eind jaren tachtig werd het schip gelicht en gesloopt. Lüthi en Gschwendt hadden het dus opgegeven.
Maar daarmee is het verhaal nog niet afgelopen. Toen de plannen met de MV Galaxy nog volop uitgewerkt werden, had het duo twee landgenoten ingehuurd die de technische faciliteiten aan boord van het radioschip voor hun rekening zouden nemen. Met hen als hoofdrolspelers gaat deze geschiedenis verder.
Nieuw Zwitsers duo duikt op
Beide Zwitsers, Erwin Meister en Edwin Bollier, hadden, na het besluit van Gschwendt om ook te stoppen, al vrij snel het plan opgevat om zelf een soortgelijk project te beginnen. Het eerste benodigde geld kwam uit eigen middelen via de bankrekening van MEBO Ltd, dat kantoor hield in Zürich.
De onderneming was eigendom van het duo, de naam is een samenstelling van de eerste twee letters van beider namen. Gezien het mislukken van de plannen met de MV Galaxy in Duitsland, besloten ze wanneer er een schip zou worden aangekocht, om dit uit te rusten in een land dat geen wet tegen zeezenders had. Dat zou Nederland worden. Maar dat is iets voor een andere keer.