Veertig op donderdag, dertig op vrijdag
De Nederlandse Top 40 is in principe een Veronica gerelateerd product. Iedereen die naar de zeezender luisterde en de geschiedenis goed heeft gevolgd, weet dat in januari 1965 werd begonnen met het uitzenden van deze wekelijkse lijst. Vanaf de tweede week lag er een gedrukt exemplaar van de Top 40 in vele platenzaken overal in het land. Gratis af te halen.
De Top 40 werd tot het bittere einde, ten gevolge van een wetswijziging verdween Veronica uit de ether op 31 augustus 1974, uitgezonden. Die bewuste zaterdag werd de laatste aflevering geprogrammeerd. Lang zaten de luisteraars niet zonder. In de daarop volgende periode was de lijst te beluisteren op verschillende radiostations, in verschillende vormen.
De exploitatie werd eind 1974 overgenomen door de net opgerichte Stichting Nederlandse Top 40. In de maand september van dat jaar en eveneens op de eerste twee zaterdagen in de maand oktober 1974 werd de Top 40, vanaf band, uitgezonden via Radio Mi Amigo in de presentatie van Frans van der Drift. Ook de publieke omroepvereniging TROS zond de lijst uit. Ferry Maat nam de presentatie voor zijn rekening vanaf 3 oktober 1974, via Hilversum 3. De start van de befaamde TROS Donderdag.
Tot 20 mei 1976 haalde de TROS met de Top 40 hoge luistercijfers, ondanks het feit dat de lijst op een doordeweekse dag werd geprogrammeerd. Eigenlijk was het de bedoeling dat de omroep eerder zou stoppen met het programma. Tenminste als het gelegen had aan de Programma Coördinatie Commissie Radio van de NOS (PCC). Dat blijkt uit een intern document van de NOS gedateerd op 18 maart 1975. De PCC eiste in een brief dat de TROS de Top 40 op de donderdagen via Hilversum III uiterlijk op 1 mei van dat jaar stop zou zetten.
De PCC was tot dit dringende verzoek gekomen omdat er een geschil was ontstaan met de NOS die de Nationale Hitparade (Top 30) op de vrijdagmiddagen, eveneens via Hilversum III uitzond. Nadat vertegenwoordigers van beide omroepen zich mochten verdedigen, werden de lijsten van vier opeenvolgende uitzendingen met elkaar vergeleken. Eveneens werden gedeelten van twee vergelijkbare uitzendingen van de TROS en de NOS beluisterd, waarbij ook de wijze van presentatie in de oordeelsvorming werd betrokken.
De PCC liet de TROS weten dat de nummers van beidde hitlijsten identiek waren, dat de volgorde enigszins verschillend was, maar de presentatie gelijkaardig kon worden genoemd. Slotconclusie van de commissie was derhalve dat het ene programma een ongewenste herhaling was van het andere. Daarbij werd gewezen op het toenmalige artikel 45 lid 2 van de Omroepwet.
De TROS Top 40 werd op donderdag uitgezonden, de NOS Top 30 op vrijdag. Die laatste lijst kon dus beschouwd worden als een herhaling. Maar ook daar had de PCC in haar brief duidelijk op geantwoord. Weliswaar, zo merkte men op, stond het NOS programma één dag later geprogrammeerd, maar er was een voorgeschiedenis.
Met volledige instemming van alle omroeporganisaties werd ze al vanaf 1970 uitgezonden. De TROS kwam pas jaren later met haar versie van de Top 40, die dan nog één dag eerder werd geprogrammeerd. Reden genoeg voor de commissie om te besluiten dat de TROS haar programma diende in te trekken. Het zou echter nog tot 20 mei 1976 duren vooraleer de Top 40 niet meer door de TROS maar door de VOO, weliswaar in verkorte vorm, werd uitgezonden.
De Europarade zou vervolgens haar intrede doen bij diverse Europese omroepen, waaronder de TROS.