De eerste nacht van Hilversum 3
Gedurende de zomerperiode blikte ik terug op verschillende luisteronderzoeken die in de loop der decennia zijn gehouden. Van een lezer kreeg ik de vraag of het starten, op 15 oktober 1973, van de nachtuitzendingen van Hilversum 3 ook een invloed had op het luisterpatroon van de Nederlanders.
Ik heb enkele cijfers kunnen opduiken uit het archief. In de eerste week luisterde 0,6% per uur van de Nederlandse bevolking naar de nachtuitzendingen. Het betrof de leeftijdsgroep van twaalf jaar en ouder. Omgerekend kwam dat neer op ongeveer 60.000 personen. Tussen middernacht en één uur was de luisterdichtheid gemiddeld hoger en kwam uit op 1,5%, destijds goed voor 150.000 personen.
Daarna liep het aantal luisteraars terug. Van 01:00 tot 02:00 uur naar 0.9 procent ofwel 90.000 personen. Van 02:00 tot 03:00 uur tot 0.4 procent ofwel 40.000 luisteraars. Tot 07:00 uur liep het percentage terug tot 0.3 procent, goed voor 30.000 luisteraars. De cijfers zijn afkomstig van de derde luisterdichtheidsmeting 1973 van de afdeling Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS, die van 7 tot en met 21 oktober 1973 werd gehouden.
Gemiddeld luisterde per nacht tussen 24.00 en 06.00 uur 1.8 procent korter of langer naar Hilversum 3. Naar andere radiostations die na middernacht in de lucht waren, was dat tezamen 1.3 procent. In de loop van de week luisterde tussen 24:00 en 06:00 uur 6 procent korter of langer naar het publieke popstation en 3.9 procent naar alle andere tezamen. Tussen 24:00 en 02:00 uur bedroeg dat percentage 5.7 procent voor Hilversum 3 en voor de andere radiostations tezamen 3.4 procent. Tussen 02:00 en 05:00 uur was dit voor Hilversum 3 1.3 procent en de andere stations tezamen 1 procent.
Ook werd gekeken naar de samenstelling van het luisterpubliek. Dit vertoonde enkele opmerkelijke afwijkingen ten opzichte van de samenstelling van de bevolking als geheel. Zo bleken aanzienlijk meer mannen tot het nachtelijk Hilversum 3-publiek te behoren dan vrouwen; het ging om ongeveer tweederde van het totale aantal luisteraars. De jongere leeftijdsgroepen waren sterk oververtegenwoordigd. Bijna de helft van de luisteraars was jonger dan 25 jaar.
Het nachtelijk Hilversum 3-publiek vertoonde gemiddeld een relatief hoog opleidingsniveau. Omdat deze cijfers betrekking hadden op de eerste week van de nachtuitzendingen dienden, aldus de afdeling Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS, deze gegevens met enig voorbehoud te worden gehanteerd.
Ook werd er gekeken naar de beluistering tijdens de dag. Daaruit bleek dat in het tijdvak van 07:00 tot 19:00 uur gemiddeld 22.1 procent van de Nederlandse bevolking van twaalf jaar en ouder naar de radio luisterde. Bij een eerdere meting werd een totaalbeluistering van 21.9 procent genoteerd. In het najaar van 1972 bedroeg de totaalbeluistering 24.1 procent en in het najaar 1971 25.3 procent. Ten opzichte van 1971 was dit overdag gedaald met 3 procent.