Reclamespot inclusief ploppende microfoon en schurende tape
De vakantie zit er op, tijd voor een nieuwe column dus. In een aantal afleveringen wil ik het onder meer hebben over het toveren met luistercijfers. De geschiedenis van de Nederlandse commerciële radio in periode 1964 – 1989 is tevens die van de zeezenders. Het nodigde geld voor deze stations werd binnengehaald met het uitzenden van commercials. Er moesten dus adverteerders worden gevonden.
Daarom werd de buitenwereld regelmatig verrast met folders en persberichten. Goede luistercijfers waren een prima middel om adverteerders aan te trekken. Al was er over die aantallen luisteraars niet veel bekend. Daar werd dus handig gebruik, of beter gezegd, misbruik van gemaakt.
Een goed voorbeeld zijn de florissante cijfers over het publieksbereik waarmee de Britse pers in de jaren 60 werd bestookt. Radio Caroline en Radio London liepen daarbij ver voorop, zo vertelden ze zelf. In Engeland zouden beide zenders miljoenen luisteraars tellen. Vaak ging het om onderzoeken die, zogenaamd, werden gehouden door een grote adverteerder met daaraan vastgekoppeld een bekend marketingbureau.
Echte luisterrapporten werden vaak niet openbaar gemaakt. Of men volstond met slechts een deel van de cijfers vrij te geven. Ook werd er via omwegen voorgewend dat men een goed bereik had. Een mooi voorbeeld vinden we terug bij Radio Caroline, begin jaren 70. Onder de naam Radio 199 was de Caroline-organisatie, na een periode van bijna vijf jaren stilte, in december 1972 opnieuw opgestart. Het werd een zeer moeilijke periode waarin een deel van de bemanning zelfs beslag liet leggen op het zendschip, wegens het niet nakomen van de lonen aan de bemanning.
° Testuitzending Radio 199 (21/12/1972) met Mike Storm en Jan Proost
In januari 1973 was het station regulier terug in de ether als Radio Caroline. Voor het verder bestaan had men geld en dus adverteerders nodig. Het ronselen deed men destijds deels door het midden- en kleinbedrijf telefonisch te benaderen.
“Adverteer en binnen een uur bent u op de radio,” zo luidde het parool. En inderdaad sleepte men vanaf het Caroline-kantoor, toen gevestigd aan de Van Hoogendorpstraat 16 in Den Haag, de nodige financiën binnen. Het is overigens de vraag of al dat geld ook werd besteed aan de exploitatie van het station of dat het uiteindelijk belandde in de zakken van enkele mensen binnen de organisatie.
Dennis King was één van de toenmalige medewerkers. Hij bouwde later een mooie radiocarrière op in Duitsland, maar werkte in de jaren 70 heel slim aan de zijlijnen van het zakelijk handelen. Hij wist op het officiële briefpapier van Radio Caroline op 20 februari 1973, na slechts zes weken uitzenden, een toekomstige acquisiteur hoge luistercijfers te laten zien.
Uit de betreffende brief citeren we onder meer: “Radio Caroline zendt uit op een golflengte van 259 meter, wat overeenkomt met een frequentie van 1178 kHz. Radio Caroline is overdag een easy-listening-station vooral voor de huisvrouwen en schoolkinderen. Na 16:00 uur worden de programma’s langzaam iets heftiger. Onze luisterdichtheid is in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, westelijk Noord-Brabant, Utrecht en Groningen acht procent hoger dan die van Radio Noordzee; dit alles na een marktonderzoek dat in opdracht van een van onze cliënten is verricht.”
Al kan ik me uit die eerste zes weken van 1973 geen enkele adverteerder voor de geest halen die behoorde tot de categorie ‘kapitaalkrachtige ondernemingen’, die in staat of bereid zouden zijn geweest een duur luisteronderzoek te betalen. De verwijzing naar een duur marktonderzoek was dus pure bluf van King. Neem van mij aan dat voornoemd onderzoek nooit heeft plaats gehad. King’s cijfers waren niet meer dan een portie gebakken lucht.
De reclameverkoper kreeg bovendien namens de Caroline-organisatie nog een premie voorgeschoteld door King van de afdeling ‘Programming and Organisation’: “Hierbij de bevestiging die ik je reeds telefonisch beloofd had. Je kan voor ons, op basis van tien procent, freelance advertenties verkopen. Ik hoop dat ik je hiermee van dienst ben geweest en dat je op deze basis — tien procent van ieder contract dat door jou gesloten wordt — veel voor ons mag verkopen. Lekker gezond blijven en de groetjes.” Was getekend Dennis King.
De bedragen die in die prille begindagen, na de herstart in 1973, moesten betaald worden, waren overigens niet echt hoog te noemen. Voor de somma van 35,00 gulden ging een advertentie voor 15 seconden de ether in, terwijl voor elke seconde extra 3,50 gulden moest worden bijbetaald. Men diende daarbij wel een minimaal aantal van dertig spots te bestellen, die zouden worden uitgezonden in een periode van één, twee, drie of vier weken.
Voor het produceren van een reclamespot door een Caroline-medewerker werd anno 1973 minimaal 150,00 gulden gevraagd, exclusief BTW. En dat compleet met ploppende microfoon en schurende tape tijdens de opname. In de volgende aflevering vertel ik over de meer betrouwbare luisteronderzoeken en drie zeezenders in het jaar 1985.
reclame verkopen voor caroline… waar is de tijd (en waar is de premie 🙂 )