Vandaag, 21 april is het precies achtenvijftig jaar geleden dat de eerste uitzendingen van Radio Veronica te horen waren. Amsterdammer Max Lewin was de eerste die met het plan voor een zender vanaf zee kwam. Een boek van Hugo de Groot, de ‘Mare Liberum’ was de inspiratiebron voor Radio Veronica. Een jaar voor zijn dood in 2011, sprak Max Lewin, toen de enige nog in leven zijnde stichter van de zeezender, over het ontstaan. De vrije zee waarover de rechtsgeleerde in de zeventiende eeuw schreef, was een mogelijkheid om het monopolie van de Hilversumse omroepen te doorbreken.
Lewin (90) vertelde het vanuit een rolstoel in een Amsterdams zorgcentrum. Hij praatte moeizaam en hoorde nog slechter. In 1959 was hij de initiatiefnemer voor het radiostation, maar nooit eerder werd zijn verhaal over het begin gepubliceerd. Aanvankelijk overwoog hij een omroep te stichten die niet aan politiek en godsdienst zou doen. “Je had omroepen die allemaal aan bepaalde groepen verbonden waren. Aan de arbeiders bijvoorbeeld. Als zoon van een arbeider had ik een gloeiende hekel aan arbeiders”.
Waarom zou een ander niet ook eens iets in de omroepwereld kunnen beginnen, was destijds zijn overweging. De felheid van zijn spraak getuigde ervan dat hij na al die tijd nog helemaal achter zijn frustraties over het omroepbestel stond. Hij had in Den Haag eerst nog wel geïnformeerd naar de voorwaarden voor het verkrijgen van officiële zendtijd.
Max Lewin in 1968
“Ze zeiden: u moet minstens honderdduizend leden hebben om een vergunning te kunnen aanvragen. Waarop ik reageerde: om zoveel leden te krijgen, moet je eerst uitzenden. Dat was een logica waar ze op het ministerie niet bij konden. Want ja, voor geloofsorganisaties en een arbeiderspartij was het niet moeilijk geweest zoveel leden te werven.” Lewin had het toch al niet zo op de politiek, hoewel hij later – zonder noemenswaardig succes – enkele obscure rechtse partijen zou oprichten, rechtse krantjes begon uit te geven en ook flirtte met Hendrik Koekoek van de Boerenpartij.
“Radio Mercur? Nee, dat kende ik niet. Ik heb me onder andere bij Radio Holland laten informeren over de wettelijke mogelijkheden om uit te zenden. Buiten de territoriale wateren waren er geen beperkingen. Geld was van later zorg. Ik wist niet eens hoeveel er nodig was. Toen ik de mogelijkheden had bekeken ben ik eens naar Slootmans gestapt. Hij had een rijwielhandel en gaf in Amsterdam een huis-aan-huiskrantje uit, waarin dingen stonden die me interesseerden. Toen ik eens bij hem in de buurt was, heb ik contact opgenomen. Hij vond mijn idee wel wat.”
Slootmans zou al snel het initiatief naar zich toe trekken. Het plan van Lewin was dan ook amper meer dan een idee: “Het moest een station worden dat niet gebonden was aan een politieke of godsdienstige richting. Als je de radio aanzette, was er in die tijd altijd reclame voor een partij of een geloof. Dat moest eruit, volgens mij. Muziek, gezellige muziek en eens een hoorspel. Vrolijke muziek is altijd goed. Belangrijk waren wel mededelingen van algemene aard.”
“Nee, ik heb nooit het voornemen gehad via dat station mijn politieke denkbeelden te verspreiden. Ik wilde juist een station zonder politiek. Ik wilde de mensen eindelijk eens iets anders bieden. Aan geld verdienen dacht ik niet. Het was een idee. Ik verwachtte wel mensen te kunnen vinden die dat konden uitvoeren. Ik was bevriend met Kees Manders, die veel contacten in de omroepwereld had. En ik dacht ook aan televisie met programma’s voor iedereen. Via een contact met twee mensen van een reclamebureau in Den Haag wist ik van een lichtschip dat in Emden te koop lag en voor ons plan geschikt zou zijn.”
Eigenlijk ging het al snel mis met de bemoeienis van Lewin. “Ik had Slootmans bij hem thuis in Blaricum gesproken en daarna bleef het stil. Bij toeval zag ik in Het Parool de aankondiging van een vergadering van vrije radio- en tv-handelaren. Slootmans deed ook in die apparatuur. Hij zou diezelfde avond komen met het agendapunt van de vrije radio. Ik belde hem meteen op: ‘Hoe kun je nou zonder mij in kennis te stellen en terwijl de voorbereidingen nog niet klaar zijn…’ Het enige wat hij zei was: ‘Kom dan ook maar vanavond’. De naam Vrije Radio Omroep Nederland heb ik onderweg naar Krasnapolsky bedacht.”
Oswald werkt Lewin eruit
In het zaaltje met zo’n twintig zakenlui merkte Lewin over welke overredingskracht Slootmans beschikte. “Hij was er sterk in mensen voor voldongen feiten te plaatsen. Wekte de indruk dat de zaak al ver gevorderd was. De aanwezigen konden voor vijfduizend gulden aandeelhouder worden. Of ze enthousiast waren, was slecht in te schatten. Het waren ja-knikkers. Ene meneer Oswald stond meteen op en zei: ‘Dat idee had ik ook al en ik kan een zender bouwen. Hij ging meteen bij ons achter de tafel zitten. Hij had een vlotte babbel en grote brutaliteit”.
“Oswald zag er winst in en wilde de baas worden. Maar nou heb ik een vervelend geheugen en kon me herinneren over hem in De Telegraaf te hebben gelezen dat hij veroordeeld was wegens illegale gokspelen in zijn bedrijf in de Beursstraat. Zo’n man wilde ik er niet bij hebben. Maar aan wie ik dat ook vertelde, niemand vond dat belangrijk; ook de Verweijs niet”.
Bij de volgende vergadering van de handelaren was Lewin niet meer welkom. “Waarom? Ze hadden kennelijk in de gaten dat ik hun praatjes niet vertrouwde. Een kennis had me gewaarschuwd voor Oswald, die een groot aantal schuldeisers had. Grote zwendelaars, oplichters en politici denken mensen iets wijs te kunnen maken. Bij de ingang van de vergadering heeft Slootmans me tegengehouden. Ze hebben me nog zeshonderd gulden gegeven.”
Bep Slootmans, Meester Geluk en Wald Emden
“In feite werd ik uitgekocht. Zo van: daar hebben we geen last meer van. Tja, wat had ik dan moeten doen? Dat anderen er met je ideeën vandoor gaan gebeurt je hele leven. Ik heb geleerd dat je zo min mogelijk van je ideeën moet prijsgeven. De mens is van nature slecht. Je kunt mensen overal voor krijgen. U heeft de bezetting niet meegemaakt…”
Voor het misliep had Lewin Slootmans al verteld van het schip in Emden. “Hij zei dat hij daar ging kijken en ik wilde mee, maar daar kwam niets van in. Absoluut niet. Dat was alweer een waarschuwing voor me. Slootmans wilde van het geld dat de aandeelhouders hadden ingebracht zo weinig mogelijk aan dat schip besteden. Hij en Oswald hebben van het werken aan het schip steeds plezierreisjes gemaakt op kosten van anderen.”
“Het was een teleurstelling”, wil Lewin met enige tegenzin wel erkennen. “Maar het leven gaat verder. Nee, Veronica heb ik niet meer gevolgd. Het station speculeerde op de laagste instincten van de mensen. De soort muziek… Ik kan niet zeggen dat ik er graag bij was gebleven. Wie weet hoeveel ellende je zou hebben gehad met al die artiesten.”
Dat hij met zijn initiatief later veel radioluisteraars een plezier heeft gedaan, geeft hem geen bijzonder gevoel. “Ik heb er zelf geen plezier van gehad. Denkt u dat die vele mensen mij daarvoor zouden bedanken? Nee, ze zullen zeggen: ‘Wat een sufferd dat hij zich opzij heeft laten zetten’.”
Met dank aan Frank Roos en Hans Knot
De man had niemand in zijn kaarten moeten laten kijken dan was hij in die tijd spekkoper geweest, maar als zo vaak gaan anderen er met jou idee vandoor daarom zeg ik nu zelf niets over mijn nog te starten projekt en geef ik anderen het na kijken.
Voor de geïnteresseerden is er de biografie van Max Lewin: https://www.bol.com/nl/p/averechts/9200000030213167/?suggestionType=typedsearch&bltgh=sDa6cDGE-pL4KqS5l05G5w.1.2.ProductTitle