De verrassende actie van de Vlaamse Regulator voor de Media van vorige week donderdag, waarbij alle nog niet vergunde lokale radio’s aangemaand werd om uit de ether te gaan, heeft voor heel wat ongenoegen gezorgd. Verloren luisteraars en inkomsten zijn daarbij de rode draad. Het is duidelijk dat de sector zich grote zorgen maakt.
Zo ook de VRRO, de Vereniging Regionale Radio Omroepen die veertig leden telt. Zij stuurden nu een brief naar de leden van de Commissie Media, het kabinet van de Mediaminister Sven Gatz, de Administratie Media en de voorzitter van de Sectorraad Media. De brief belandde zopas ook op onze redactie.
Aan de leden van de commissie media
Aan het kabinet van de Mediaminister Sven Gatz
Aan de Administratie Media
Aan de voorzitter van de Sectorraad Media
Beste
In deze contacteer ik u namens de VRRO, de Vereniging Regionale Radio Omroepen. Zoals u weet, is de VRRO de belangenvereniging die liefst 40 onafhankelijke lokale radiozenders groepeert.
Zonder twijfel las u in de krant over de impasse waarin tientallen lokale radiozenders momenteel, buiten hun wil om, verzeild zijn geraakt.
Artikel in De Standaard
Afgelopen donderdag werden verschillende lokale radiozenders, die vorig jaar erkend werden, telefonisch benaderd door de onderzoekscel van de Vlaamse Regulator voor de Media. Zij kregen het dwingende verzoek om onmiddellijk hun uitzendingen te staken. Omdat zij niet over een zendvergunning beschikken.
Het gaat al zeker om: Stadsradio Mechelen, Radio TOS Turnhout, Zen FM Gent, Radio Land Van Waas Sint-Niklaas en Lokeren, Radio Opsinjoor Mechelen, Radio Gemini in Kortrijk, FM Goud in Bree, FM Goud Plus in Hechtel-Eksel en City-Music in Aalst.
Wat is er in concreto aan de hand:
– Deze radiozenders kregen stuk voor stuk een verlenging van hun erkenning en mogen dus vanaf 1 januari 2018 voor 9 jaar op FM blijven uitzenden.
– Een erkenning is nog geen vergunning. De betrokken radiozenders deden begin december hun vergunningsaanvraag bij de VRM.
– Doorgaans levert de VRM de zendvergunning binnen de 14 dagen af. Behalve indien er een inpasbaarheidsstudie dient te gebeuren. Dat is het geval indien de radiozender van zendsite verandert of zelfs van frequentie.
– De betrokken radiozenders zijn in de situatie waarbij zij van frequentie moeten veranderen. Daardoor is het dossier – voor de inpasbaarheidsstudie – van de VRM naar de Administratie Media gegaan.
– De duurtijd van de inpasbaarheidsstudie loopt op. De administratie slaagde er niet in – zoals gevreesd werd – om tegen 1 januari 2018 alle zendvergunningen af te leveren. In de mediacommissie van 14 december werd hierover van gedachten gewisseld. De minister zei toen:
“Nu moet men eerst zorgen dat erkenningen die door de Vlaamse Regering zijn toegekend, zo snel mogelijk worden gevolgd door een vergunning, weliswaar aangevraagd door de betrokken radiozender. De VRM heeft aangegeven dat men zich daarbij pragmatisch zal opstellen, net zoals bij de overgangsperiodes in de vorige rondes. Van de VRM kan niet worden verwacht dat hij zegt dat hij de regelgeving niet volgt. Met andere woorden, de VRM kan niet expliciet stelling nemen over ‘wij zullen hier en daar een oogje in het zeil houden’. Dat mag men niet van een regulator verwachten. Maar, de VRM zal pragmatisch omgaan met de overgangsperiode zoals dat de vorige keer ook is gebeurd. Er zullen dus geen radio’s uit de ether worden geplukt waar dat niet nodig is. Meer kan ik daarover niet zeggen. U begrijpt dat, maar in radioland begrijpt men dat niet altijd helemaal.”
Bron: Vlaams Parlement Commissies Commissievergaderingen Verslag
– Deze uitspraak stelde de radiozenders zonder zendvergunning op 1 januari gerust. Er zouden immers “geen radiozenders uit de ether worden geplukt waar dat niet nodig is”. De VRM werkt echter ‘volgens het boekje’ en verplicht de radiozenders zonder zendvergunning om hun zenders uit te schakelen.
– De impasse is daarmee compleet. De radiozenders zijn – buiten hun wil om – uit de lucht en dat is het gevolg van de administratieve mallemolen. Enkele onder hen hebben juridisch advies ingewonnen – of zijn dat aan het doen – om een schadeclaim in te dienen voor geleden economische schade.
In de marge wil de VRRO er graag op wijzen dat men binnen een straal van 5 km van het origineel gecoördineerde punt mag verhuizen, zonder internationale coördinatie. Dat staat zo in de technische bepalingen van het Akkoord van Genève uit 1984.
Zie o.a. hier: History Digital Collection Doc Library
Wij citeren:
4.2.4 The agreement mentioned in section 4.2.1 is not required if:
a) the proposed modification relates to a reduction in effective radiated power or to other changes which would not increase the level of interference to services of other countries; or
b) the distances from the station under consideration to the nearest points on the boundaries of other countries, the administrations of which are Contracting Members, are equal to or greater than the limits indicated in Annex 4; or
c) the proposed modification relates to a change in the site of the station and the distance between the actual site of the transmitter and the site indicated in the Plan is no greater than:
– 15 km for transmitters having a total e.r.p. greater or equal than 1 kW;
– 5 km for transmitters having a total e.r.p. less than 1 kW;
provided that the change in topographical conditions does not increase the probability of interference caused to the stations of other countries.
De Administratie Media is hier uiteraard van op de hoogte, wat maakt dat een aflevering van de zendvergunning ons inziens toch snel moet kunnen gebeuren?
De oplossing die de VRRO ziet, is deze: De VRM reikte de voorbije jaren sporadisch zendvergunningen uit, maar met als toevoeging telkens het zinnetje “onder voorbehoud van de afronding van de coördinatie van de in deze vergunning toegewezen frequentie(s)”. Zie bijlage. Misschien ligt hier een mogelijkheid om de radiozenders die nu gedwongen en buiten hun wil om uit de lucht moeten snel verder te helpen?
Wij hopen op een bliksemsnelle oplossing om de geleden economische schade te beperken en luisteraars en adverteerder niet te lang ontevreden te stellen.
Afsluitend nog dit: de lokale radiosector is geen marginaal gegeven. De analyse van de CIM golf 2 van 2017 spreekt voor zich. Het marktaandeel van de lokale radiozenders bedraagt 7,2%. Ter vergelijking: Joe haalt 7,3%, Nostalgie 5,4%.
Bron: VAR – Publicaties
Hoogachtend,
Michel Vanderfeesten
i.o. VRRO
5km van origineel gecoordineerd punt in 1984, daar kan de huidige mast reeds behoorlijk van afwijken en kan het dus zijn dat je in een bepaalde richting niet zo veel marge hebt, of een directioneel patroon moet toepassen ipv rondstralend, omgekeerd kan ook natuurlijk…
Interessant om lezen:
“In de marge wil de VRRO er graag op wijzen dat men binnen een straal van 5 km van het origineel gecoördineerde punt mag verhuizen, zonder internationale coördinatie. Dat staat zo in de technische bepalingen van het Akkoord van Genève uit 1984.”
Dus wil dit in concreto zeggen dat je twee zendlocaties die nu maar 6.1 km van elkaar gescheiden zijn zomaar kunt verhuizen naar elkaar toe?
Stel dat je verhuist met een mast max. 5km richting de andere mast en die ook zelf nog eens naar de andere, dan kan je uiteindelijk vanuit 1 mast op twee frequenties uitzenden en wordt een cluster met drie antennemasten er plots een van 2. Helaas verkleint je zendbereik dan wel per cluster maar soit het zijn wel besparingen. Je halveert ook Sabam 😉
Of de mast staat nu op de grens met een andere gemeente of stad en 5 km verder zit je op een ander grondgebied dat niet in je cluster zit. Hallo collega-cluster hier ben ik? Gaan we mastje delen?
Waarom stelt de minister de eigenaars van een cluster niet in de mogelijkheid om twee of drie frequenties samen te voegen tot 1 met voldoende hoog vermogen (bv 0,5 kw)? Zo krijg je nog minder frequenties onair in vlaanderen en geraak je ook verder dan nu het geval is. Minder zenders is minder tegenvermogen.
Had dit niet eerst moeten gebeuren voor ze een radiodecreet maakten of erkenningsronde organiseerden?
Dirk