Nu in Wallonië de langverwachte erkenningsronde voor de radiofrequenties – analoog én digitaal – officieel van start is gegaan, is het interessant om ook eens wat dieper in te gaan op de digitale radioplekjes die Wallonië tegelijk uitrolt voor de lokale radio’s. En vooral: wat kunnen we in Vlaanderen op dit vlak leren van Wallonië? Heel wat, zo blijkt. In een driedelig dossier probeert RadioVisie u wat meer inzicht te geven in deze materie.
Deel 3: Wat met kanaal 10?
In de tweede aflevering van dit dossier kon u gisteren lezen hoe Wallonië zogenaamde “digitale restfrequenties” gebruikt om extra ruimte te creëren voor de lokale digitale radio. En dat in Vlaanderen een gelijkaardige oefening eveneens tot extra ruimte kan leiden. Op zich is dit echter onvoldoende om in Vlaanderen de lokale radio op een volwaardige manier ruimte te geven in het digitale spectrum. En dat brengt ons bijna naadloos bij hét grote “geheime” digitale (frequentie)probleem in Vlaanderen: het fameuze kanaal 10.
Bij dat kanaal 10 hoort eerst wat historische toelichting. Vlaanderen beschikt, volgens de internationale afspraken, in band III over vier kavels: 12A (VRT-mux), 11A (Norkring), de regionale kavel 5A/5D (omgezet tot landelijke kavel, eind oktober 2018 toegewezen aan Norkring) en tot slot – en daarover gaat het hier concreet – ook nog de volledige kavel 10, die overeenkomt met het volledige kanaal 10.




Theoretisch kan die voor DAB(+)-capaciteit worden opgedeeld tot 10A, -B, -C en -D. In feite is dit kanaal 10 dus met voorsprong de meest waardevolle van de aan Vlaanderen toegewezen kavels. Als je die allemaal zou inzetten voor lokale/regionale radio, aangevuld met de in deel 2 vernoemde restfrequenties, dan is er in Vlaanderen makkelijk plaats voor dubbel zoveel lokale muxen als in Wallonië, voor zover dat commercieel en/of maatschappelijk al wenselijk zou zijn.
Noem het kanaal 10 dus maar gerust de verborgen digitale ‘holy grail’ van Vlaanderen. Theoretisch, want in de praktijk werd met dit kanaal in 2009 helaas een gigantische en historische politieke blunder begaan…
Het kalf ligt gebonden
In het kader van het “Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de pakketten van digitale frequenties” uit eind 2008, werd in 2009 door de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM), naast de kavel 11A en de hogere banden voor DVB-T(2), o.m. ook het fameuze kanaal 10 toegewezen aan Norkring België. Veel keuze had de VRM niet, want Norkring was de enige kandidaat die een aanvraag indiende. Het politieke dossier werd al sinds 2006 voorbereid door Geert Bourgeois (N-VA), als toenmalig minister van Media, maar het werd na zijn ontslag verder uitgevoerd door toenmalig Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V).
Belangrijk om weten is dat dit kanaal 10 tien jaar geleden niét werd toegewezen als capaciteit voor DAB(+), maar wel voor “andere diensten dan digitale omroep”. Officieel heette dit toen namelijk nog de DVB Layer Band III. Die band bevindt zich uiteraard volledig binnen het normale spectrumbereik van alle DAB(+)-ontvangers en mag/kan dus door de regering in theorie eenvoudig worden omgezet naar (extra) capaciteit voor DAB+. Alle ons omliggende landen hebben dat intussen trouwens al gedaan. Net als Wallonië trouwens. Daar betrof het kanaal 6, nu omgevormd tot de tweede landelijke mux met mogelijkheid tot provinciale ontkoppeling.
Joost mag weten waarom de toenmalige Vlaamse regering destijds besliste om ook het kanaal 10 in het pak te gooien. Er zijn daar toen ook geen politieke vragen over gesteld, voor zover we konden nagaan. Er werd in die dagen weliswaar ook gedacht aan DVB-H (handheld), naast DVB-T, maar die standaard (voor mobiele tv) bleek al snel een doodgeboren kind. Het is ook niet dat Vlaanderen politiek het voorbeeld volgde van andere landen, zoals dat de laatste jaren wel het geval is in het DAB(+)-dossier. Integendeel, die kavel in de zogenaamde “DVB Layer Band III” werd door de andere landen keurig gekoesterd als een reservepotje, voor het geval digitale radio dankzij de nieuwe DAB+ standaard alsnog vleugels zou krijgen.
Noteer ook dat Norkring dit kanaal 10, net als de mux 11A en de DVB-T(2)-ruimte, kreeg tot 2024, overigens zonder dat er een financiële vergoeding tegenover staat, en dat Norkring die licentie ook nog eens, quasi eenzijdig, voor 15 jaar kan verlengen. De angel in het verhaal is dus dat Norkring dit meest waardevolle kanaal 10 “bezit”, maar het enkel kan/mag gebruiken voor “andere toepassingen dan digitale omroep”.
Vanaf hier wordt het evenwel wazig, want intussen zijn we tien jaar later en blijken er in de praktijk nauwelijks toepassingen voor die band uitgetest, laat staan volwaardig uitgerold. Zo dacht Norkring in 2012 onder meer aan Local Event Broadcasting, maar dat draaide al snel uit op een flop.
In Vlaanderen ligt het kalf dus gebonden door deze zware strategische blunder van tien jaar geleden. Norkring kreeg met die kavel 10 zomaar frequentieruimte cadeau, waarvan de Vlaamse regering destijds de reële waarde voor omroepland duidelijk niet te volle besefte. Een zware erfenis, waarvan Gatz zich vandaag ongetwijfeld wél ten volle bewust is, maar waar hij juridisch moeilijk kan aan raken. Als hij dat uit zichzelf al niet had uitgevist, dan zal de Nederlandse consultant Jacqueline Bierhorst hem dat ongetwijfeld wel diets hebben gemaakt, durven we aan te nemen.
Wanneer op tafel?
Het verklaart meteen waarom de huidige liberale minister van Media continu om de hete brij blijft dansen, als het thema over de digitale mogelijkheden voor de Vlaamse lokale/regionale radio’s occasioneel ter sprake komt. Politiek gezien kun je dat slechts op twee manieren verklaren: of Gatz wil zelf hoffelijk blijven voor de politici die destijds tekenden voor deze blunder, of de andere betrokken partijen (N-VA en CD&V) hebben Gatz bezworen om hier vooral geen “zaak” van te maken.
In de commissie Media kwam deze kwestie in de aflopende legislatuur overigens nooit op tafel. Intussen is het al één jaar geleden dat in die commissie een hoorzitting werd gehouden over de uitrol van DAB+ in Vlaanderen. Daar werd zelfs het bestaan van kanaal 10 niet één keer vernoemd.
Waarom roept de commissie Media Norkring niet eens op het matje met de vraag wat ze al die tijd met dat waardevolle spectrum concreet hebben gedaan? Al kan de commissie evengoed de vraag stellen waarom de VRM deze al jaren ongebruikte licentie niet gewoon probeert in te trekken? In elk geval gaat iemand, vroeg of laat, deze “vervelende zaak” eens aan de orde moeten brengen.
Zou Norkring eventueel zelf “vrijwillig” bereid zou zijn om zijn licentie voor kanaal 10 terug te geven? De eventuele toepassingen waar Norkring destijds aan dacht zijn immers intussen allemaal achterhaald door nieuwere, eenvoudiger en dus ook goedkopere toepassingen via het (vaste en mobiele) internet.
In die zin mag de lokale radiosector in Vlaanderen zich vooral gelukkig prijzen dat Wallonië vandaag aantoont dat het dus wél perfect mogelijk is om DAB+ tegelijk uit te rollen voor de grote én kleine radio’s. Het verschil is dat ze in Wallonië tien jaar geleden geen ondoordacht koehandeltje hebben gedreven met hun digitaal radiospectrum.

Ik pik uit het artikel ‘Lokale DAB+ in Wallonië: wat kan Vlaanderen leren? (deel 3)’ volgende twee citaten:
(Citaat 1): “Een zware erfenis, waarvan Gatz zich vandaag ongetwijfeld wél te volle bewust is, maar waar hij juridisch moeilijk kan aan raken. Als hij dat uit zichzelf al niet had uitgevist, dan zal de Nederlandse consultant Jacqueline Bierhorst hem dat ongetwijfeld wel diets hebben gemaakt, durven we aan te nemen”. (Einde citaat)
(Citaat 2): “of Gatz wil zelf hoffelijk blijven voor de politici die destijds tekenden voor deze blunder, of de andere betrokken partijen (N-VA en CD&V) hebben Gatz bezworen om hier vooral geen “zaak” van te maken. (einde citaat)
Daartegenover zet ik volgende citaten.
In de opdracht van Jacqueline Bierhorst was kanaal 10 niet betrokken, de minister beloofde daar zelf onderzoek te doen. Dat is te hier te lezen:
1.Vraag om uitleg over de voorbereiding van de digitalisering van de radiosector, vraag van Karen Brouwers (Commissie Media 27 oktober 2016): (Citaat) “Minister, begin september heeft uw departement een offerte uitgeschreven voor het afsluiten van een raamovereenkomst voor consultancy in functie van de opmaak en de uitvoering van een trajectplan tot uitrol van DAB+ (digital audio broadcasting) in Vlaanderen. …/… Opvallend in deze offerte: in punt 1 op pagina 18 bij ‘Opmaak technisch en strategisch plan’ staan enkel 11A, 5A en 5D vermeld als te onderzoeken – huidige en toekomstige – frequentieblokken voor DAB+. Frequentieblok 10 wordt hierbij niet vernoemd. Nochtans werd in uw conceptnota hierover het volgende gezegd: “Tot slot, technisch is het mogelijk om kanaal 10, dat tevens voorkomt in het frequentieplan van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007, en dat aan Norkring werd toegewezen voor DVB-T, op te delen in 4 landelijke DAB+-frequentieblokken (10A, 10B, 10C en 10D).” Minister, u kondigde hierover trouwens verder onderzoek aan. Dat staat wat verder in de conceptnota: “(…) onderzoeken of het huidige kanaal 10 dat aan Norkring is toegekend voor transmissie van televisieprogramma’s via DVB-T niet kan omgevormd worden tot frequentieblokken voor de transmissie van DAB+.” (einde citaat) https://www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/1087962/verslag/1090860
Hoe dat ‘onderzoek’ verder evolueert…
2.Ontwerp van decreet uitgavenbegroting, beleidsbrief Media 2018-2019, van 4 december 2018:
(citaat) Sven Gatz: “De uitspraak van Norkring dat ook lokale radio’s digitaal kunnen gaan, wordt onderzocht”. (einde citaat) http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1452680
In 2016 werd het ‘onderzocht’, alhoewel het de opdracht niet was van de consultancy. Eind 2018 wordt beloofd ‘te onderzoeken’. Moeten we dan nog een tekening hebben? We kunnen de minister blijven ‘vrijpleiten’, maar belofte maakt ook schuld. Er zou na 3 jaar minstens resultaat van ‘onderzoek’ mogen zijn.
Beloftes moet men houden, dat ligt niet aan anderen. Gewoon (zelf) doen.