Vlaams minister van Media Benjamin Dalle heeft dinsdagnamiddag in een zoom-meeting met de Vlaamse lokale radio’s het kader geschetst waarin proefprojecten voor regionale DAB+ mogelijk zullen worden. In het beste geval kunnen de eerste proefmuxen in Vlaanderen van start gaan op 1 februari 2022.
De Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) publiceerde dinsdagavond nog het kader met de algemene en technische voorwaarden waaronder tijdelijke zendvergunningen kunnen worden toegekend voor lokale DAB+ proefprojecten. Theoretisch voorzag het mediadecreet al in de mogelijkheid om dergelijke proefvergunningen af te leveren, maar het ontbrak de VRM voorlopig aan beschikbare frequenties.
Sinds de intrekking van de licentie van Norkring voor het omstreden kanaal 10 zijn die theoretische mogelijkheden er nu wel. Het kanaal zal worden opgedeeld in vier muxen – 10A, 10B, 10C en 10D – en elke provincie zal in dit proefproject een verschillend kanaal krijgen. West-Vlaanderen en Limburg zullen dezelfde frequentie gebruiken.
Op een definitief digitaal frequentieplan voor de lokale sector is het volgens minister Dalle nog minstens twee jaar wachten. In afwachting kan per provincie slechts één proefproject worden toegekend, elk met maximaal 12 stations, al liet de VRM meteen ruimte dat er een “rek” mogelijk is op die 12, indien het aantal kandidaten per provincie hoger zou liggen. In dat geval zal men de bit-capaciteit per station moeten verlagen (met 96 kbp/s kun je 12 stations in een mux steken, met 64 kbp/s kun je tot 18 stations gaan, maar theoretisch zijn er nog veel meer mogelijkheden).
Het is de bedoeling dat enkel de erkende Vlaamse lokale radio-omroepen – momenteel zo’n 125 – kunnen deelnemen aan de proefprojecten. Slecht nieuws dus voor de Vlaamse internetradio’s, waaronder ook heel wat stations die in 2017 hun FM-licentie kwijtspeelden, die hoopten via DAB+ terug in de ether te kunnen komen.
De procedure
In een eerste bevraging, die loopt tot 15 oktober, kunnen stations gewoon hun interesse kenbaar maken bij de VRM. Die zal dan per provincie de kandidaten oplijsten, zodat ze met elkaar in contact kunnen treden. De eigenlijke projecten, inclusief een technisch dossier, moeten worden ingediend tegen 1 december. De stations mogen zelf onderling bepalen wie als operator zal fungeren. Ze kunnen hiervoor ook samen een eigen entiteit oprichten.
De proefmuxen moeten bestaan uit minimum twee en maximum drie zendersites. De samenwerkende stations mogen die vrij kiezen binnen hun zendgebied. De VRM spreekt van 800 tot 1.000 Watt uitgestraald vermogen (ERP) per zendersite. Op zich is dat onvoldoende om een volledige provincie kwalitatief te bestrijken, maar een bereik van iets meer dan een halve provincie moet mogelijk zijn.
Hoe men dat technisch gaat oplossen met een geografisch zeer moeilijke provincie als Vlaams-Brabant (waarbij trouwens ook Brussel zal inbegrepen zijn, want het is niet de bedoeling dat Brussel een eigen proefmux krijgt), dat is een vraag die helaas niet viel tijdens de zoomsessie, waaraan zo’n 60 stations deelnamen.
In Antwerpen, de meest verstedelijkte provincie, verwachten sommigen dat daar de vraag naar mogelijkheden het aanbod zou kunnen overtreffen. Al blijft dat voorlopig natuurlijk koffiedik kijken.
“Deze proefprojecten kunnen de Vlaamse overheid en de lokale radiosector nuttige inzichten bieden in de wijze waarop DAB+uitzendingen kunnen worden gerealiseerd in een lokaal zendgebied en welke dekking daardoor tot stand komt, hoe de samenstelling van de ‘multiplex’ kan gebeuren (cloud versus operator), hoe kan worden samengewerkt om dit alles te realiseren en of nieuwe DAB+zenders eventueel impact hebben op de bestaande landelijke DAB+netwerken”, zo stelt de VRM.
De kleine lettertjes bepalen trouwens ook dat iedere deelnemer aan de proefprojecten elke zes maanden een evaluatieverslagje moet insturen, kwestie van de VRM wat feedback te geven die nuttig kan zijn in haar beleidsondersteunende opdracht.
Wat met Norkring?
De tijdelijke zendvergunningen zullen worden toegekend voor 1 jaar (met ingang van 1 februari 2022), eventueel verlengbaar met 3 of met 6 maanden. Toch blijft er nog een juridisch onzekere factor, want Norkring is – zoals wel verwacht kon worden – wel degelijk in beroep gegaan tegen de intrekking van ‘zijn’ kanaal 10 bij de Raad van State. Dit beroep werkt echter niet opschortend, reden waarom de proefprojecten voorlopig toch kunnen doorgaan.
Het blijft hierdoor eveneens zeer onduidelijk in hoeverre binnen twee jaar een vlotte overgang van de proefperiode naar een definitief frequentieplan tot de mogelijkheden zal behoren, een probleem waar ook andere landen al eerder mee kampten. Dat kan sommige lokale radio’s ervan weerhouden om nu al in een ‘avontuur’ te stappen.
Combien ça coute?
Hoe duur dat avontuur wordt, dat zal in de komende weken en maanden wellicht iets duidelijker worden. Bruno Heyndrickx (Radio Plus in Gent) had het over 30.000 euro om drie zendersites en een multiplex ‘up and running’ te krijgen. Ongetwijfeld zijn er goedkopere scenario’s denkbaar, maar ook 30.000 euro mag niet onoverkomelijk zijn als je dat kunt delen door pakweg 10 partners. De VRM zal de licentiekost alvast beperken tot eenmalig 100 euro per zendersite.
De proefprojecten kunnen echter een belangrijke boost geven aan de lokale radiosector in Vlaanderen, die al jaren na elkaar kampt met een tanende belangstelling. Dé grote uitdaging is ongetwijfeld of en hoe de stations per provincie er onderling gaan uitkomen.
Dat zijn dan zeker zenders met gouden oortjes, of en een verkoper met een dikkere auto dan normaal. In Nederland betalen de omroepen rond een 5 a 6 duizend euro voor een zendersite van 500 a 1000 Watt ERP, incl de multiplex. (daarbij een klein beetje zelf support van de omroep) en op leasebasis rond de driehonderd euro in de maand (per zend installatie). In de regio delft met 3 zenders in een SFN rond de 60 euro per omroep per maand.
De minister mocht eens nadenken over het laten vallen van één of meer fm frequenties door zowel vrije radios, als grote commercielen …
Op die manier kan een vrije radio wellicht een dab freq betalen, en de commercielen wat besparen, om zo de dab te promoten.
Het is precies niet echt de bedoeling om zoveel mogelijk ruimte te creëren, maar eerder te claimen dat alle frequentieruimte in gebruik is.
Deze frequentieplanning lijkt mij een poging om naar de toekomst zo snel mogelijk kunstmatige schaarste te creëren
Die conclusie mag je niet trekken. Het gaat louter om proefprojecten, niet om een definitief frequentieplan. In dat definitieve plan zullen naast de vier blokken van kanaal 10, waarvan wellicht slechts een deel lokaal zal worden gebruikt, ook nog bijkomende restfrequenties in andere kanalen worden gebruikt. Die laatste moeten eerst internationaal worden gecoördineerd (wat voor de blokken in kanaal 10 niet meer nodig is). In Wallonië werd theoretisch ruimte gecreëerd voor 218 lokale stations, waarvan er momenteel 72 zijn toegewezen (en nog maar 15 in de lucht zijn). Het is te vroeg om voor Vlaanderen uitspraken te doen over de aantallen, maar 250 tot 300 lokale plaatsen creëren, waarbij je elke mux een bereik garandeert tot 500.000 inwoners, is theoretisch geen enkel probleem. Dan is er zelfs nog plaats over voor een derde landelijke laag (vierde, als je de VRT meetelt), kwestie van het feitelijke monopolie van Norkring te doorbreken. Kortom, de kans dat je dat allemaal volgepropt krijgt is zeer klein, maar het is – wat mij betreft – ook belangrijk om in DAB+ op alle niveaus ten allen tijde restcapaciteit beschikbaar te hebben, zodat nieuwe projecten op elk moment op de markt kunnen komen ipv om de zoveel jaar. Dat is echt nodig voor een continu gezond radiolandschap.
De toekomst zal dit uitwijzen
Hopelijk wordt het uiteindelijk geen massale frequentieverspilling zoals men in Wallonië gedaan heeft, maar ik vermoed dat men de huidige landelijke muxen 11A en 12A niet zomaar gaat verknippen.
Aan de andere kant is het wel jammer dat de VRT zo inefficiënt mag omgaan met hun ruimte door de 5 versies van radio2 landelijk uit te zenden.
Over de kosten dia aan Unisono zullen moeten betaald worden bleef men echter opvallend in het duister. De vraag werd gesteld maar door de minister willens nillens niet behandeld !
In principe kan Dalle daar weinig – zeg maar niets – aan doen, want hij is daar zelfs niet bevoegd voor. Je hebt natuurlijk het objectieve gegeven dat de zendgebieden voor de deelnemers anders/ruimer gaan zijn dan hun bestaande bereik via FM. Anderzijds is het bereik van DAB+ in aantallen luisteraars nog beperkt, plus kan dezelfde luisteraar ook maar één keer luisteren, hetzij via FM hetzij via DAB+. In principe zou men dus hoogstens enkel een kleine toeslag mogen aanrekenen voor het (sowieso beperkte) extra aantal luisteraars dat je via DAB+ zou kunnen genereren. Het zou interessant zijn om na te gaan hoe dat geregeld is bij de netwerkradio’s, want daar is er ook een belangrijk verschil in dekking tussen FM en DAB+. In principe is die kennis aanwezig in de lokale sector, via de mensen achter Topradio, VBRO en SRV. Daarnaast kan het zeker helpen om als deelnemers aan de proefprojecten als één stem te onderhandelen met Unisono.
Heel jammer dat de Vlaamse internetradio’s hier niet aan mogen deelnemen. Er zijn er toch een aantal die heel professioneel overkomen maar alleen op internet zitten, en zo toch niet door iedereen bekend zijn.