Zeepsopjes om plaatjes mee af te wassen
Voor het jaar 2020 helemaal om zeep was, heb ik gisteren nog snel wat foto’s opnieuw gearchiveerd. Je weet maar nooit waar ze ooit nog eens voor kunnen dienen. Eentje die bijzonder opviel heb ik alvast onderaan deze column gezet. Hij voerde me mee naar de tijd dat Martin Kuypers (foto links), oud postcollega en muziekfan tot in de diepste vezels van zijn lijf, en ikzelf met een zekere regelmaat naar een bedrijf in Wevelgem trokken om er ‘oude jukebox’ plaatjes te kopen. Ik was op het spoor gezet door een andere oud-collega, maar dan eentje uit de vrije radiosector, Willem de Zwijger.
Bovengemiddeld geïnteresseerd in muziek en als dusdanig bij Radio Gemini binnengewandeld begin jaren 80 om ettelijke uren live non stop muziek te draaien. Vandaar ‘De Zwijger’. Enige gelijkenis met Willem Vermandere was hem trouwens ook niet vreemd. Vandaar ‘Willem’. Geboren als Philip Rosez (foto rechts) hield hij een populair volkscafé open in Dadizele, waar muziek uit een jukebox klonk. De ‘pompeschitter’ (zo worden de bewoners van Dadizele genoemd) leerde me de vinylplaatjes-opslagplaats kennen. Hoeveel singeltjes we er die eerste keer kochten, kan ik bij benadering niet meer zeggen. Maar het waren er veel.
De bewuste firma plaatste jukeboxen in cafés en zorgde ook voor de singeltjes. Op vaste tijdstippen werden die vervangen door nieuwe releases. De oude schijfjes werden terug meegenomen en eindigden in een stapelruimte waar je ze kon kopen voor 5 BEF (0,20 eurocent). Niet iedereen mocht er binnen, maar ‘de mannen van de radio’, die konden dat wel… 45-toeren bij de vleet, hoesjes waren zeldzaam… Afhankelijk van de populariteit van een liedje was het vinyl in redelijke tot abominabele staat.


Daarom sleurden we ook zelf een platenspeler mee, om de schijfjes vooraf te kunnen beluisteren. Als we enkel nog aan het label konden zien welk nummer het was, maar het niet meer kon horen, werd de single in de definitieve afvalbak gedumpt. Zoveel vertrouwen had de eigenaar van de zaak nu ook weer in ons.
In die periode werkte ik voor Radio Gemini, de discotheek aldaar bestond voor minstens de helft uit dat soort gerecycleerde plaatjes. Ze werden in neutrale, meestal witte hoesjes gedaan, met een kijkgat aan weerszijden. In Genk hadden we via collega Johnny Player een drukker gevonden die steevast restanten van kwaliteitsvol papier had. Op zijn beurt recycleerde hij die restjes en maakte er hoesjes van. Te koop voor de spreekwoordelijke appel en een ei.
Maar om terug te komen op wat ik eigenlijk wilde vertellen, eenmaal thuis met de nieuwe buit, werden alle singeltjes in een lauw sopje gedaan, netjes afgedroogd met een speciale, zachte, niet pluizende vod en te drogen gelegd op grote badhanddoeken. Kijk… hadden we toen maar zo’n afwasmachine-voor-vinyl gehad… En nu die dingen er wel zijn, is de radio d’r niet meer. Afijn, toch niet degene waar ik een mooie tijd beleefde. Maak er een leuk eindejaar van! En blijf vooral gezond in 2021.
