Ook in deze column keer ik terug naar februari 1980. Naar Freewave, later Freewave Media Magazine en weer later Freewave Nostalgie. Het blad stond inmiddels anderhalf jaar. Het viel driewekelijks in de brievenbus van de abonnees. Het was flink aanpoten om telkens weer het editie vol te krijgen. Er werden allerlei gastschrijvers gevraagd om een bijdrage te leveren. Zo schreef Hans Hogendoorn vol liefde over zijn belevenissen tijdens zijn Amerikaanse radioreizen.
Maar ook medewerkers van Radio Mi Amigo en later Radio Caroline kregen hun eigen rubriek, waarbij roddels af en toe niet ver weg waren. In samenwerking met RadioVisie en Free Radio Magazine kwam het tot drie afleveringen van een interview met Rob Hudson en Paul de Wit over hun tijd bij Radio Caroline. Deel 1 was het interview dat werd afgenomen door Ton van Draanen. Beide deejays werden later bekende radio- en televisie-persoonlijkheden onder hun eigen namen: Ruud Hendriks en Erik de Zwart. Daar kom ik zeker nog een keer op terug.
Zelf was ik nogal gericht op Amerikaanse radio. Vriend Meindert Dikboom had een prijzig abonnement op het Billboard Magazine, waarin ook veel over radio werd geschreven. Tevens wisselde ik programma’s uit per post met een aantal, over de VS verspreidde, radiofans. Uiteraard duurde het lang vooraleer een pakket met bijvoorbeeld vier tapes in Nederland aankwam. Maar dan had ik in totaal, op vier viersporen banden, zowat een etmaal programma’s om te beluisteren.
Op die manier begon een aantal puzzelstukjes, dat ik eerder niet kon plaatsen, aardig in elkaar te schuiven. Zo was op Radio London een tijdlang Tony Blackburn te beluisteren. Hij vertelde allerlei grappen in zijn programma’s, vaak waren het one-liners. Tom Mulder (foto bovenaan) vertelde mij jaren geleden dat hij Blackburn, inmiddels verkast naar BBC Radio One, eind jaren zeventig diezelfde grappen al hoorde vertellen.
Hoorde hij een goede grap dan zette Tom, destijds als Klaas Vaak aan het werk bij Radio Veronica, zijn auto aan de kant en schreef gelijk een Nederlandse vertaling op een notitieblok. Dezelfde dag nog werd de grap verteld in zijn programma dat op tape, een week later vanaf de Norderney werd uitgezonden op 192 meter.
Maar ook vele jaren later, in 1980, hoorden we in zijn programma’s bij de TROS op Hilversum 3 de grappen en grollen voorbij komen. De meeste luisteraars dichten Mulder een prachtige fantasie toe. De werkelijkheid was deels anders. Het merendeel werd toegeleverd door een andere Tom, Adams. Hij was de bedenker van de grappen die werden uitgegeven door Electric Weenie, gevestigd op Hawaï.
Iedere maand bracht Tom Adams een ‘joke sheet’ uit, die naar zo’n duizend deejays wereldwijd werd gestuurd. Met zijn grappen en grollen droeg hij ertoe bij dat deejays als Gary Owens en lan McRea onderscheiden werden als ‘Beste deejay van het jaar 1979’ in respectievelijk Amerika en Australië. Zelf was hij deejay bij WAKU in Honolulu.
The Electric Weenie werd trouwens speciaal geschreven voor ‘personality’ deejays, die volgens Adams juist de grappen nodig hadden om populair te blijven. Hij was met het idee in 1970 al begonnen, een aantal decennia later heeft zijn zoon Tom jr. de activiteiten voortgezet.