Hij lijkt op het eerste gezicht op een gewone hoogspanningsmast, maar in 1938 was deze «Armstrong Tower» de geboorteplaats van de FM. Hij staat in het stadje Alpine, in de Amerikaanse staat New Jersey. De mast is net geen 130 meter hoog en is duidelijk zichtbaar van over de Hudson River.
De radiozendtechniek «frequentie modulatie» (FM) werd al in het begin van de 20ste eeuw beschreven. Jarenlang werd echter gedacht dat er te veel nadelen waren aan FM ten opzichte van de toen gangbare «amplitude modulatie» (AM). Pas eind jaren ’20 was ingenieur Edwin Armstrong (1890-1954) de eerste onderzoeker die besefte dat er voor radiostations veel meer kwaliteitsmogelijkheden waren weggelegd via de FM-techniek. Het zou Armstrong doen uitgroeien tot de meest invloedrijke uitvinder in de radiogeschiedenis. Al liep dat allerminst van een leien dakje.
Edwin Armstrong had eerst jaren vergeefs geprobeerd om oplossingen te vinden voor de vele (statisch-elektrische) storingen waar AM-zenders last van hadden. Na vijf jaar geheim onderzoek aan de universiteit van Columbia kreeg hij in 1933 vijf patenten voor de zogenaamde «breedband-FM».
Superheterodyne radio
Armstrong presenteerde zijn uitvinding in 1934 aan RCA, de Radio Corporation of America, op dat ogenblik de grootste Amerikaanse producent van zowel radiozenders als -ontvangers.
RCA was ook zijn bevoorrechte partner, want Armstrong had ruim tien jaar eerder, in 1923, aan de firma al een enorme dienst bewezen met zijn uitvinding van de superheterodyne-ontvanger. Tot dan waren radiosignalen niet op zeer lange afstand te ontvangen, omdat men de radiogolven nog niet kon onderscheiden van de natuurlijk voorkomende elektromagnetische golven op aarde.
Armstrong had echter ontdekt dat er een vast patroon was in die natuurlijke aardgolven. Hij ontwierp een oscillator om in de ontvanger het natuurlijke elektromagnetisme van de aarde te onderscheiden van de draaggolf van de zender. Kortegolfradio was geboren en de uitvinding had van Armstrong al een vermogend man gemaakt.
Geen interesse in FM
Maar terug naar de FM. Armstrong had zijn moment slecht gekozen, want RCA was in die vroege jaren ‘30 vooral bezig met onderzoek naar televisie. De firma zag geen heil in FM, want dat zou alle bestaande AM-radiotoestellen waardeloos maken. Die AM-toestellen behoorden op dat moment bij de bestverkopende producten op de Amerikaanse markt en ze zorgden er voor dat RCA geen enkele hinder had ondervonden van de depressie na de grote beurscrash van 1929. Armstrong mocht de RCA-gebouwen wel gebruiken voor een reeks FM-testen, maar moest uiteindelijk zijn boeltje pakken.
De uitvinder bleef echter overtuigd dat FM op vijf jaar tijd de AM volledig zou kunnen vervangen, wat net zou zorgen voor een enorme boost in de verkoop van radiotoestellen. Dus besloot hij zelf te investeren in de ontwikkeling van FM, samen met enkele kleinere radioproducenten.
Apex-band
In 1938 financierde Armstrong zelf de constructie van het eerste FM-radiostation ter wereld, W2XMN in Alpine. Van de FCC, de Amerikaanse mediaregulator, mocht hij uitzenden op 42.8 MHz, op de experimentele Apex-band. Die bestond in de VS tussen 1936 en 1940, als een uitbreiding van de AM-band.
De FCC-ingenieurs dachten dat FM-uitzendingen via dergelijke – voor die tijd hoge – frequenties weinig verder zouden reizen dan de horizon. Met een vermogen van 40 kilowatt bleek de eerste FM-zender echter vlot een bereik van 160 kilometer te halen, even goed als een zender van 50 kilowatt op de lagere AM-band.
In 1940 was de FCC al helemaal overtuigd van de superieure kwaliteit van Armstrong’s FM-systeem en werd beslist om een eigen FM-band in het leven te roepen, tussen 42 en 50 MHz. Hoewel er veel interesse was van radiostations voor deze nieuwe band kwam er opnieuw roet in het eten, dit keer door de Tweede Wereldoorlog.
De industrie, met op kop de dominante RCA dat zelf de FM-boot had gemist, profiteerde hiervan om te lobbyen voor een nieuwe herziening van de frequentiebanden. RCA eiste de lage FM-band op voor televisie (RCA was ook eigenaar van NBC, de oudste van de drie grote netwerken) en in 1945 besliste de FCC dat de FM-band moest verhuizen naar 88-108 MHz.
De verbanning van FM
Economisch voelde die hoge FM-band op dat moment aan als een verbanning, maar met een slimme en baanbrekende marketingcampagne, onder de noemer “Radio’s Second Chance”, wist Armstrong «zijn» nieuwe FM-band uiteindelijk toch in de Amerikaanse radiomarkt te zetten.
De bestaande zenders op de lage FM-band mochten nog enkele jaren simultaan uitzenden in zowel de lage als de hoge FM-band. In 1949 werden de bijna 400.000 radiotoestellen met enkel de lage FM-band van de ene op de andere dag volledig waardeloos.
Bittere juridische strijd
Zelf zou de uitvinder en gewezen legermajoor, goed voor 42 patenten, niet lang kunnen genieten van zijn succes. RCA aasde uiteindelijk ook op de FM-techniek, maar de onderhandelingen met Armstrong over een licentie liepen spaak. RCA kwam eind jaren ’40 dan maar met een eigen variante op het FM-systeem op de proppen. Hierop raakte Armstrong in een jarenlange bittere juridische strijd verwikkeld met RCA.
Die strijd slorpte al zijn tijd op en kostte hem ook zijn huwelijk. Verscheurd door liefdesverdriet, pleegde hij in 1954 in Manhattan zelfmoord door van de dertiende verdieping naar beneden te springen. Zijn weduwe zette de juridische strijd voort en kreeg een jaar later een schadevergoeding van 1 miljoen euro van RCA.
Postume eer
Het duurde tot de jaren ’60 alvorens de Amerikaanse luistercijfers op FM hoger zouden liggen dan die op AM. Uiteindelijk zou FM wereldwijd gedurende ruim een halve eeuw dé dominante zendtechniek worden. Armstrong werd in 1980 postuum opgenomen in de National Inventors Hall of Fame en kreeg in 1983 een eigen postzegel. Armstrong’s FM-technologie zou er ook voor zorgen dat ruimtereizen en satellieten mogelijk werden.
De Armstrong Tower is vandaag nog steeds in gebruik als radiomast voor tal van toepassingen. Een aantal tv- en radiozenders die hun antennes op het WTC in New York hadden, weken, na de 9/11-aanslagen op de Twin Towers in 2001, tijdelijk uit naar deze zendmast.
Het gebouw aan de toren, de plek waar Armstrong destijds zijn onderzoeken deed, is nu een museum en bevat artefacten uit de ontwikkeling van de FM-radiotechnologie. Boven de ingang van het gebouw hangt nog steeds de originele roepnaam van het station, W2XMN.
In «Empire Of The Air», het boek van Tom Lewis en de documentaire van Ken Burns, wordt het even wonderlijke als tragische levensverhaal van Edwin Howard Armstrong uitgebreider beschreven. Zowel het boek als de video zijn verplichte kost voor wie meer inzicht wil in de geschiedenis van 20ste-eeuwse radiotechnieken.
