RadioVisie

  • .
    Spotlight
    .
Heynen

Eén eeuw radio, 100 jaar geschiedenis – 18

In het jaar dat in Nederland gevierd wordt dat het medium radio er een eeuw bestaat neemt Hans Knot je mee in een meerdelige reeks die enkele bijzondere facetten van die unieke geschiedenis opnieuw belicht.In dit achttiende deel wordt de ‘Telegraaf en Telefoonwet van 1904’ belicht, die in 1953 nog steeds van toepassing was.

De tijden zijn duidelijk veranderd

Na de Tweede Wereldoorlog werd in heel wat gezinnen bekeken wat de financiële mogelijkheden waren om snel een radiotoestel aan te schaffen, dan wel om zelf een ontvanger te bouwen. De Duitse bezetter had immers alle radiotoestellen in beslag genomen. Al was dat niet bij iedereen gelukt, sommige hadden hun toestel heel slim verstopt. 

Het bezitten van ontvangstapparatuur viel in de naoorlogse periode nog steeds onder de Telegraaf- en Telefoonwet van 1904. In de Technische Mededelingen, nummer 24 van de Nederlandse Radio Unie verscheen in 1953 een overdenking van N. Tjalling de Bode, die op een heerlijke manier de regelgeving nogmaals onder de aandacht bracht: ‘Met genoegen zie ik Uw gelaat afwenden. Wetten! Heeft niet onlangs een oud-premier in de Tweede Kamer de minister van Justitie verweten, dat het in Nederland niet past zo keen te zijn op wetten?’

‘De wet is ook uw salaris’

Hij vervolgde met een waarschuwing: ‘Maakt U een bandrecorder, is hij bijna gereed of helemaal klaar, of wordt deze reeds gebruikt? De T&T wet kan het gebruik verbieden. Overigens wees gerust, de boete mag niet meer dan duizend gulden zijn. Was U een Duitser, dan zei U: “Befehl ist Befehl”. Maar u bent een Nederlander en dus zegt U: “Dat kunnen ze toch niet controleren”. Wijze woorden uit in 1953. 

Het betoog ging over de verplichte luistervergunning. Volgens de Bode betrof dit dus ook een ‘bandopnameapparaat’. Hij vervolgde met: ‘Als U zelf de wet ontduiken wilt, moet U het ook anderen gunnen. Gesteld, dat morgen de helft van luisterend Nederland zijn luistervergunning inleverde en verder clandestien gaat luisteren. Onherroepelijk vindt U dan binnenkort ook de helft van Uw loon in het bekende doorzichtige zakje en ook dan moet U het loyale gebaar maken van laat zo maar. De T&T wet is de bron van Uw salaris. Hij verbiedt het hebben van een ontvangstinrichting; hetzij in gebruik, hetzij op zolder onder het stof als het zonder luistervergunning met bijbehorende luisterbijdrage wordt gebruikt.’ 

De schrijver stelde dat hij aan de ene kant voldoende informatie had verstrekt maar dat de redacteur van de Technische Mededelingen van de NRU toch nog wat meer wenste te weten. Onder meer of er in de toekomst ook belasting diende te worden betaald op een magnetofoon. Reden voor Tjalling de Bode om na te gaan wat de wet er over schreef: ‘Tot goed begrip van zaken dient het volgende. Het staatsbedrijf der P.T.T. heeft het monopolie van de transmissie van middelen, die een immateriële inhoud vertegenwoordigen. De voornaamste gronden van het monopolie liggen in de verzorging van een algemeen belang, met een niet op winst gericht doel en de geheimhouding. Sectoren, die bij de gestelde kosten verlies opleveren worden niet uitgesloten, doch hebben onder gelijke voorwaarden deel aan de diensten als de winstgevende sectoren.’

De opkomst van de magnetofoon
Na grondig te zijn ingegaan op het monopoly van de P.T.T. ging de auteur verder op de pas gelanceerde magnetofoon ofwel bandrecorder als huisobject. ‘Als authentieke interpretatie kent de wet geen bandrecorder of magnetofoon. Alleen komen de woorden geluidsopnametoestellen en geluidsweergavetoestellen voor. Maar, meent U niet, dat dit voor de wet een bezwaar is. Als zich volgende week een vehikel op de weg voordoet, dat beweegt door stoomkracht, onbekend en nooit gezien, gelooft U dan maar dat het onder de motor- en rijwielwet valt.’

Tjalling de Bode memoreerde aan de T&T-wet waarin onder meer werd vermeld dat het registreren van met de radio-ontvanginrichting opgevangen morseseinen en dergelijke, verboden was. Daarna werd gezegd dat men de ontvangstinrichting ook niet voor andere doeleinden mocht gebruiken en dan nog eens, ook geen andere toestellen mocht gebruiken om met behulp van elektrische energie deze over te brengen. Het zou namelijk voor zintuigelijke waarneming worden weergegeven. 

Heynen

Hij vervolgde onder meer met: ‘Naar analogie en volgens technologische en wetshistorische interpretatie komt het mij voor, dat alleen voor een magnetofoon, die niet vanuit een radio-ontvanginrichting of vanuit een openbare telefoon gemoduleerd kan worden, geen machtiging nodig is, mits hij binnenshuis blijft. Het ergste is als U een omroepprogramma opneemt en dat tijdens een openbare bijeenkomst afdraait, want behalve dat de Minister en de burgemeester U in de kraag laten grijpen, haken ook nog de BUMA en de Stemra in. De auteurswet spreekt van rollen en al dan niet draadloos en weergave door luidsprekers. Maar ik ben geen jurist, noch minder een rechter en alleen de laatste is bevoegd de wet te interpreteren.’ 

Het is bijna onmogelijk je anno 2019 te verplaatsen in de gedachtengang van 1953 en hoe men toen aankeek tegen alle technische snufjes om beeld en geluid, in welke vorm dan ook vast te leggen, te verspreiden en te archiveren. Ik denk daarbij nog vaak aan een kwarteeuw geleden, toen bij de Groningse Universiteit waar ik werkte, we bij de productie van een voorlichtingsvideo iedereen, dus ook de toevallige passanten, toestemming moesten vragen om in beeld te verschijnen. 

De tijden zijn duidelijk veranderd. 


TVV Sound
Topartikels bij RadioVisie Blikvangers op deze dag
Je zou ook interesse kunnen hebben in...
Inschrijven
Abonneren op
guest

0 Reacties
Inline feedback
Bekijk alle reacties
Don`t copy text!
0
Deel hier gerust uw gedachtenx