Enkele paneldebatten tijdens de toonaangevende IFA-beurs in Berlijn – de belangrijkste Europese beurs voor consumentenelektronica – legden afgelopen week opnieuw de diepe kloof bloot die er in Duitsland blijft bestaan tussen de grotere commerciële radiostations (op FM) en de switch naar DAB+.
Het debat is niet nieuw en zelfs niet zo exclusief Duits, maar de Duitse ‘case’ legt wel goed de symptomen bloot van hoe het digitale radiodebat (te) vaak (verkeerd) wordt gevoerd en hoe de grote commerciële netten hun bestaande machtsbasis (op FM) uitspelen en trachten te beschermen.
Voorafgaand aan het debat werd in Berlijn het «Digitalisierungsbericht der Medienanstalten 2019» uitgebracht – zie hierover ons DAB+ weekrapport 29 – dat inzake verkoop van DAB+ de sterkste jaarlijkse groei ooit liet optekenen (+ 2,8 miljoen toestellen in 2019). De protagonisten van DAB+ hadden het daarbij over een ‘momentum’.
Eerst even een terugblik. Politiek werd in Duitsland de principiële keuze voor en de geleidelijke overstap naar DAB+ al in 2008 gemaakt. De eerste jaren bleef het nog grotendeels bij testen. Pas in 2011 ging de eerste Duitse federale mux – DR Deutschland – van start, in de beginperiode met een slechts gedeeltelijke dekking. Binnen het (federale) Bundesministerium für Verkehr und digitale Infrastruktur werd in 2015 een begeleidende en adviserende Digitalradio-Board opgericht, waarin ook de sectorverenigingen (onder meer dus de radiostations) vertegenwoordigd zijn.
Sinds pakweg 2015 komt de Duitse DAB+ stilaan in een stroomversnelling. Vandaag heb je in Duitsland al meer dan 250 radiostations die actief zijn op DAB+, waarvan 65 die enkel digitaal uitzenden, al verschilt het aanbod sterk van deelstaat tot deelstaat. In elke staat ontvang je vrijwel overal wel minstens twee muxen (de Bundesmux DR Deutschland en een mux uit het ARD-net, de Duitse openbare regionale omroepen).
Via deze link vind je overigens een leuke tool waarmee je voor elke plaats in Duitsland kunt nagaan welke stations je er actueel kunt ontvangen in DAB+. Op vlak van private regionale en landelijke DAB+ verschilt de situatie nog sterk per deelstaat. Enkel in Beieren zitten alle analoge radiostations ook op DAB+ (de laatste twee achterblijvers sluiten binnenkort aan).
Het geval Vaunet
In de begeleidende werkgroep bleek Vaunet – tot begin 2018 nog VPRT (Verband Privater Rundfunk und Telemedien) – als spreekbuis van vooral de grote commerciële (FM-)radiostations altijd al de koele minnaar van DAB+. Deze grote spelers, meestal verbonden aan tv- en uitgeversgroepen, maakten de voorbije tien jaar vrijwel geen aanstalten om zich te manifesteren in de digitale ether. Ze vreesden duidelijk de komst van nieuwe concurrenten en hielden liever vast aan het economisch voordeel dat ze in hun comfortabele FM-zones genoten (en nog steeds genieten). Al werd dat uiteraard nooit met zoveel woorden toegegeven.
Het waren dus vooral de middelgrote en kleinere commerciële radiogroepen die, samen met de openbare radionetten, het voortouw namen en die durfden te investeren in DAB+. Veel van hen zijn overigens aangesloten bij de Arbeitsgemeinschaft Privater Rundfunk (APR), een afscheuring van regionale radiospelers die het beu waren dat Vaunet te veel de belangen van de grote spelers vooropzette.
Begin 2017, toen de Duitse regering besliste om digitale radio met een concreet stappenplan nadrukkelijker op de kaart te zetten, vielen de maskers en stapte Vaunet zelfs helemaal uit de Digitalradio-Board. Dat maakte de koude oorlog tussen de twee kampen compleet.
FM-switchoff in 2025?
In het ontwerp van het nieuwe Duitse federale regeerakkoord, begin 2018, stond oorspronkelijk een passage om de digitale switch in de radio-ether te realiseren tegen 2025. Toen de Frankfurter Allgemeine Zeitung dit vroegtijdig uitbracht, zette Vaunet de politici meteen zwaar onder druk, waardoor de passage in laatste instantie sneuvelde in het finale akkoord.
Binnen de federale en de deelstaatregeringen is er vandaag echter nog steeds een algemene consensus om voor de FM-switchoff vast te houden aan 2025, ook al zijn er hier en daar FM-vergunningen die nog lopen tot 2030. Zeker nu Zwitserland eind 2024 – mogelijk zelfs twee jaar eerder – als definitieve einddatum van FM heeft afgekondigd, lijkt Duitsland politiek niet van plan om analoge radio langer dan strikt noodzakelijk te behouden. In augustus keurde de Duitse federale regering ook een nieuwe telecommunicatiewet goed waarin onder meer wordt bepaald dat alle nieuwe radiotoestellen – zowel de autoradio’s als de huishoudelijke toestellen – in de toekomst DAB+ moeten kunnen ontvangen.
Vanuit de DigitalRadio-Board werden de harde woorden richting Vaunet altijd geschuwd. Liever wil men de vereniging weer mee aan de gesprekstafel krijgen. Binnen Vaunet beseffen ze intussen – mede onder druk van een toenemende groep kleinere leden die DAB+ wel genegen zijn – dat ze ook niet tegen de tijdsgeest in zullen kunnen blijven roeien. Werd de eind vorig jaar afgekondigde EECC-regel – die vanaf 2021 DAB+ verplicht in alle nieuwe autoradio’s – nog een “schande” genoemd, dan zei Vaunet in de aanloop naar de IFA-beurs dat “DAB + om politieke redenen het point-of-no-return heeft overschreden”. Al blijft men halsstarrig weigeren om DAB+ als een uniforme Europese norm te erkennen.
500 miljoen nodig
De vereniging heeft daarom het geweer van schouder veranderd. Vaunet ‘eist’ nu van de federale regering een bedrag van 500 miljoen euro als steun voor de volledige private radiosector om tegen 2025 de overgang naar DAB+ technisch en promotioneel te ondersteunen. Er wordt daarbij verwezen naar de (naar schatting) 600 miljoen euro die de publieke ARD zou ontvangen om de digitale transitie te maken. Maar zelfs dan wil Vaunet nog steeds niet horen van een FM-switchoff. Pas als het luisteraandeel van FM beneden de 10 procent zakt, kan een uitdoofscenario van drie jaar van start gaan, stelt de lobbygroep.
Intussen gokt Vaunet nog steeds nadrukkelijk op internetradio als het digitale alternatief. In het «Digitalisierungsbericht der Medienanstalten 2019» ligt het aantal Duitsers dat ‘wel eens’ naar een webradio luistert op 41 procent (37 procent in 2018). Maar dat cijfer zegt op zich niet zoveel. Slechts 11 procent geeft aan ‘hoofdzakelijk’ via IP-radio te luisteren en bovenal: de luisterduur ligt er beduidend lager dan via het traditionele radiotoestel. Uit de allernieuwste Media Analyse IP Audio (tweede kwartaal 2019) blijkt zelfs een vrij forse terugval in het aantal luistersessies van webradio in Duitsland. (RDS)