Streekomroep
In de begin jaren 80 ontstonden er allerlei lokale omroepen; bijna iedere gemeente had er eentje. Het waren vrijwilligers, amateurs, die al dan niet met enige subsidie van de gemeente, diverse lokale programma’s brachten. Hoewel het ook voor een groot gedeelte radiootje spelen was, zaten er juweeltjes tussen. En er werd veel naar geluisterd.
Dat kwam mede omdat er in die tijd maar twee publieke TV kanalen waren, amper regionale omroepen op de radio en ook nog geen commerciële stations. Het werd later vakkundig geleid door de overkoepelende OLON. Na enige tijd werd er ook lokale televisie gebracht. Maar dat was vaak een maatje te groot. Daardoor hebben verschillende lokale omroepen het loodje gelegd.

Wanneer het idee ontstond weet ik niet meer maar ineens was daar het woord ‘streekomroep’. De overkoepeling OLON (jarenlang uitstekend werk verricht) werd ineens ingeruild door NLPO. Die streekomroepen zouden het gaan maken. De bedoeling was dat verschillende lokale projecten op zouden gaan in een streekomroep. En dat dan zowel het Rijk als de gemeenten er bakken geld in zouden stoppen.
Zelf vond ik het vanaf het begin een absurd idee omdat er al lang regionale zenders zijn. Dus wat is dan de meerwaarde? En de kracht van lokale omroep is juist ‘radio van om de hoek’. Maar het moest en het zou doorgedrukt worden. Inmiddels zijn er enkele streekomroepen ontstaan. Maar andere zijn jammerlijk gestrand of failliet gegaan. En zowel het Rijk als de gemeenten zijn amper met meer geld over de brug gekomen.
Hierdoor zijn er grote twijfels ontstaan over de haalbaarheid van de streekomroepen. Temeer daar ze aan strenge (informatie)eisen moeten voldoen. Die verschillen niet veel van een regionale omroep terwijl die veel meer middelen tot hun beschikking hebben. Onder de naam streekomroepen werden en worden nog steeds veel subsidies aangevraagd.
Onder namen als Business Plan zijn gemeenteraden fantastische plannen voorgeschoteld. De omroep zou op diverse media verschijnen zoals kabel, ether, alle digitale kanalen, kabelkrant, websites, enzovoort. Gemeentes waren onder de indruk en trokken de portemonnee. Nadien is gebleken dat er weinig van terecht is gekomen en dat het geld de deur uitgevlogen is; mede door de dure digitale kanalen.
Er zijn nu omroepen die denken dat er met de kabelkrant winst is te behalen. En ook met reclame via de ether uitzendingen. Men denkt dan dat de info via websites en dergelijke voldoende is om aan de ICE norm van het Commissariaat van de Media te voldoen. In feite commerciële radio spelen met een publieke media vergunning.
Ten eerste is het nog maar de vraag of het CvdM hier wel mee akkoord zal gaan. Ten tweede zie ik de winst op een kabelkrant niet zo zitten. Waarom zijn de meeste er mee gestopt? En hoe denkt lokale etherradio winst te gaan maken terwijl bijna iedereen is afgestemd op de landelijke commerciële zenders? Alle regionale publieke omroepen hebben een totaal marktaandeel van negen procent. Bij de lokalen is dat nog een heel stuk lager.
Volgens mij zijn ze bezig met wishfull thinking.