Laat de naam van Sylvain Tack vallen in een gesprek en er volgen onmiddellijk associaties met Suzy Wafels, Joepie, Radio Mi Amigo en niet zelden ook met Paul Severs. Iets minder bekend is dat deze Vlaamse zanger eigenlijk aan de basis lag van alle avonturen die Tack beleefde in de muziek- en mediawereld. Paul was de ’trigger’ tot de grootste avonturen.
Paul Severs werd geboren op 26 juni 1948 in Huizingen. Muziek was er steeds bij hem thuis. Van de koster van Halle kreeg hij vanaf zijn tiende gratis pianoles, maar wanneer hij veertien jaar werd, koos hij definitief voor de gitaar. Hij werd op vraag van zijn klasgenoot Jan Van Hoof, de vaste zanger van de in de regio populaire groep The Criminals. Hij was net zeventien. Een aantal bandleden zongen ook in het koor van de paterskerk en zo kwam Paul in contact met broeder Pax. Hij werd de eerste manager van The Criminals.
Op een dag zag Pax in het muziekblad Jukebox een aankondiging van Jean Klüger, producer van onder meer Will Tura, dat hij op zoek was naar nieuw zangtalent. In ijltempo werd een demobandje opgenomen. Een week later werden Paul and The Criminals in de studio Madeleine in Brussel uitgenodigd. Klüger was niet meteen weg van The Criminals, maar zag het wel zitten Paul als solozanger vooraan te plaatsen. Hij bracht nog een wijziging aan; de teksten moesten voortaan in het Nederlands gezongen worden.
En daar is Sylvain Tack
In 1966 werd ‘Geen wonder dat ik ween’ uitgebracht, een nummer van Paul Severs op tekst van Nelly Byl. Het succes kwam zo snel dat pater Pax niet meer kon volgen. Hij toog op zoek naar een nieuwe manager die hij vond in zijn vriend Sylvain Tack. De man was in 1959 gestart met de productie van Suzy Wafels. Hij had veel last van stress en de dokter had hem aangeraden verstrooiing te zoeken in één of andere hobby. Dat werd de muziek. Bij Klüger had Paul drie singles uitgebracht: ‘Geen wonder dat ik ween’, ‘Met jou bij mij’ en ‘Geld is maar papier’. Maar die scoorden nauwelijks. Sylvain vond dat Klüger de betere hits voor zijn paradepaard Tura bewaarde.
Daarop besloot Tack meteen geld in Severs en zijn groep investeren en om professioneel te gaan werken. Paul kreeg een peperdure P.A. en een lichtshow cadeau. Tack had vooraleer hij met Gnome begon, de platenfirma Start opgericht en wilde Paul via deze weg lanceren. Eddie Govert en Johan De Graeve werden als producers aangetrokken. Omdat Paul nog niet kon leven van zijn muziek, werd hem in het de wafelfabriek een deeltijdse job aangeboden. Tussendoor kreeg hij de gelegenheid om zang- en dictielessen te volgen.
Het eerste succes
Er volgden onder de hoede van Tack singeltjes als ‘Catharina’, ‘Jenny my girl’ en ‘Hey Baby’. Maar ook die vielen niet echt op in de hitlijsten. Tot singel nummer 8 uitkwam. ‘Ik ben verliefd op jou’ was oorspronkelijk als B-kant van de single ‘Buona sera signorita’ bedoeld. Kassa! Er moest een opvolger gevonden worden. In 1970 trok Paul opnieuw naar de studio om op vraag van Sylvain Tack zijn eerste hitje ‘Geen wonder dat ik ween’, een productie van Jean Klüger daterend van 1966, opnieuw op te nemen. Nogmaals kassa!
Imperium breidt uit
Nadien begon Paul te voelen dat de muzikale smaak in Vlaanderen een andere richting uitging. Johan Verminnen liet almaar meer van zich horen, Zjef Vanuytsel had aardig wat succes gescoord. De muzikale smaak werd aangescherpt. De VRT schoof stilaan de Vlaamse schlagerzangers aan de kant. De Sommers- en Severs-stijl was over haar hoogtepunt heen. Maar Sylvain Tack liet dat niet aan zijn hart komen en ging niet bij de pakken zitten.
Om zijn artiesten Ricky Gordon, Samantha, Octopus, Joe Harris en nog steeds Paul Severs te promoten, was hij een eigen tienerblad begonnen. ‘Joepie’ lag voor het eerst bij de bladenboer op 27 maart 1973, Guido Van Liefferinge was hoofdredacteur. In het blad stond ook de Joepie Top 50. Aanleiding voor Tack om op zoek te gaan naar een radiozender die de hitlijst ook wilde uitzenden.
Hij huurde een tijdje zendtijd bij Radio Atlantis om nadien zijn eigen Radio Mi Amigo te starten. Paul Severs presenteerde er een tijdlang, op zondagochtend, een verzoekprogramma dat erg populair was. Toen het Mi Amigo-team uitweek naar Spanje, vroeg Tack hem mee te verhuizen, maar hij weigerde. Hij besloot in Vlaanderen te blijven. Paul Severs zou Sylvain steeds blijven omschrijven als ‘zijn tweede vader’.
° Lees ook: De week van Sylvain Tack – 1 (audio)
° Lees ook: De week van Sylvain Tack – 2 (audio)
° Lees ook: De week van Sylvain Tack – 3 (video)
° Lees ook: De week van Sylvain Tack – 4 (audio)