Het CIM publiceerde op 23 april de nieuwe luistercijfers en marktaandelen in coronatijd. De eerste, gespreid over de eerste helft van 2020, omvatte de periode van de eerste lockdown. De tweede gaat over de periode van september 2020 tot februari 2021 en weerspiegelt (waarschijnlijk) nog meer de gevolgen van de pandemie.
We gaan terug naar de lente van 2020. Met het plotselinge einde van alle niet essentiële verplaatsingen, hadden veel mediawatchers verwacht dat er minder naar de radio zou worden geluisterd. Geen files, geen lange autoritten meer, kortom een dalend aantal minuten dat de radio zou aanstaan onderweg. Maar met deze tweede golf, die in grote lijnen de vorige bevestigt, staat het vast dat de algemene luistercijfers, de dagelijkse penetratie en luisterduur niet gedaald zijn.
In Vlaanderen wordt nog net zo vaak en net zo lang geluisterd. Aan Franstalige kant zijn de gerapporteerde bereikniveaus niet ongezien en ligt de luisterduur boven de drie uur per dag, ondanks een licht dalende trend. Anderzijds heeft het online luisteren zich, vooral in Vlaanderen, duidelijk ontwikkeld tijdens de lockdown. Met een ongekend bereik (20%) tijdens de laatste golf. Met 15% van de luistertijd via internet werd ook in Wallonië een record gevestigd. Alhoewel de trend er niet zo duidelijk is.
Het verplaatsingsverbod heeft dus wel degelijk een impact gehad op het luistervolume in de auto. In Vlaanderen ging het aandeel van 16-17% naar 13-14%. In Wallonië vertegenwoordigt de auto nu 19% van de totale luistertijd, 2% minder dan voorheen. De verrassing komt van elders. Het thuis luisteren, dat steeds het leeuwenaandeel vertegenwoordigde, is nog toegenomen tijdens de lockdownperiodes en vertegenwoordigt nu ongeveer twee derde van het totale volume.
Wie een dalend radiobereik tijdens de lockdown verwachtte, had het duidelijk bij het verkeerde eind. De luisteraars hebben enkel hun gewoonten aangepast. Op het werk daalde het luisteren niet echt in Vlaanderen en zakte het aandeel in het zuiden enkel tijdens de laatst golf. Je kunt je natuurlijk afvragen of wie telewerkt ‘thuis’ of ‘op het werk’, naar de radio luistert. CIM-respondenten hebben zich dat ongetwijfeld afgevraagd, maar dit komt niet aan bod in de methodologie. (Media&Marketing)

