Medio oktober 1965 was in de Nederlandse kranten te lezen dat omroepvereniging VARA zou starten met een nieuw muziekprogramma, vooral gericht op de jeugd. ‘Top of Flop’ zou na een periode van bijna vijf jaar een opvolger krijgen. Op vrijdag 22 oktober 1960 was de eerste aflevering uitgezonden, toen gepresenteerd door Judith Bosch en Astrid Engels. Herman Stok zou als gastheer evenwel het meest bijblijven. Maar nu was het tijd voor wat anders.
‘Fanclub’ werd de opvolger, gepresenteerd door onder andere Ati Dijckmeester en Sonja Barend. In de eerste aflevering was er onder meer een optreden van Cliff Richard, waarvoor speciaal een verbinding werd gemaakt met de BBC in Londen. Voor die tijd een dure grap. Ook Liesbeth List en Adamo waren erbij, weliswaar met eerder op locatie gemaakte opnames. Daarnaast werden er onderwerpen behandeld die jongeren bezig hielden en was er ruimte voor onder meer de mode.
Vaste onderdelen in de eerste jaargang waren de korte competities tussen leden van fanclubs van popsterren. Denk aan Dave Berry en Tom Jones. Vanaf het tweede seizoen werd de inhoud lichtjes aangepast. Zo werden de opkomende talenten Wim de Bie en Kees van Kooten onderdeel, dat weer later werd omgedoopt tot ‘Fenklup’. Zo ontstonden de avonturen van de Klisjeemannetjes. Nieuwkomers als Jimi Hendrix en Pink Floyd doken eveneens op in de VARA-studio. In 1967 was er David Bowie die daarmee voor het eerst buiten Engeland van zich liet horen en zien. (Foto bovenaan)
Hiernaast: Sonja Barend presenteerde op de Israëlische tv een programma vol muziek en poëzie over de herfst. (1970)
In 1968 was het programma voor het laatst te zien. Het werd allemaal te duur voor de VARA. Bovendien zag de leiding het nut er niet van in. De regie was al die jaren in handen van Ralph Inbar, die vervolgens – met zijn toenmalige echtgenote Sonja Barend – besloot te emigreren naar Israël. Beiden zouden een belangrijke rol spelen bij de oprichting van de televisie in het land.
In de herfst van 1965 werden cijfers bekend over het aantal tv-toestellen in de Nederlandse huishoudens. Ongeveer zes op de tien hadden er eentje, wat neerkwam op 59,8% van de alleenstaanden en gezinnen van twee of meer personen. Wel waren er per provincie, streek en gemeenten duidelijke verschillen in percentages.
Zo was Hulst in Zeeuws Vlaanderen de plaats met het grootste aantal ontvangers; 73,2%. Middelburg daarentegen scoorde het laagst met 35%. De provincie Groningen haalde 57,7 %, terwijl in Friesland het percentage op 51,5% uitkwam. Drenthe scoorde het hoogst met 59.9%. Er was ook een lijstje inzake de dichtheid in plaatsen boven de 100.000 inwoners.
In Groningen kwam het erop neer dat 28.975 toestellen waren verdeeld over 49.396 huishoudens. Goed voor 58,7% en dat was dat 3,6% lager dan de gemiddelde dekking in Nederland. De cijfers waren verstrekt door de PTT, toen verantwoordelijk voor het innen van de omroepbijdragen. Het rapport kreeg 1 juli 1965 als datum mee.
° Hans Knot
° Foto bovenaan: credits Davids Secret Lover
