Donderdag 28 september ging in het Vlaamse Parlement – Commissie Media, een hoorzitting door over de nieuwe Vlaamse radiolicenties. Er werden vragen gesteld door de parlementairen Bart Caron (sp.a), Karin Brouwers (cd&v) en Katia Segers (sp.a). Dit naar aanleiding van onder andere de netwerkerkenningen. Ik zette de links naar de beelden en de verslagen vorige week al op mijn FB-pagina. Maar ik zal me niet vergissen als ik stel dat niet iedereen die belangstelling heeft voor de materie de zitting heeft… uitgezeten en/of de verslagen heeft gelezen.
Eén week later heb ik er me doorheen gespit, de ministeriële antwoorden laten bezinken en conclusies getrokken. Om een beter inzicht te krijgen, bekeek ik de meest markante uitspraken die letterlijk door de minister gedaan zijn. Ik heb ze nu op een rijtje gezet en voorzien van ‘ondertiteling’ (telkens vooraf gegaan door een °). Ik splits deze evaluatie ook op in twee afleveringen. Vandaag heb ik het over de antwoorden van de minister in verband met de behandeling en de toekenning van de nieuwe radiodossiers. Morgen bekijk ik de lokale radio’s, de invoering van DAB+ en de afschakeling van de FM.
De experten
Over de experten vertelt de minister het volgende: “De jury bestond uit zes personen. Het zijn personen die zowel via interne mobiliteit als extern door het departement aangeworven werden in het voorjaar en die gerekruteerd werden op basis van een specifiek functieprofiel voor deze erkenningsronde. Zo werd tijdens de selectie bijvoorbeeld ook gekeken naar affiniteit met de aanvullende kwalificatiecriteria zoals die in het besluit en het decreet waren ingeschreven, dit om een complementair beoordelingsteam te vormen waarmee de diverse competenties gebundeld werden in functie van deze erkenningsronde.”
“Ik maak me nog steeds sterk dat de jury wel degelijk dermate divers was samengesteld. Het waren telkens zes mensen per dossier, met een tweede check om na te gaan of de interpretatieverschillen tussen de dossiers vergelijkbaar waren. Hiermee wil ik aangeven dat er wel degelijk een beoordeling in de diepte is gebeurd. De perfecte jury, ook in de kunstensector, bestaat niet. Dat is ook het argument dat men vaak krijgt: als het dossier niet goed genoeg is beoordeeld, kijkt men vaak naar de examinator. Ik wil daarmee niet de bal opnieuw in het kamp leggen van diegenen die dit zeggen, maar we hebben met voldoende mensen met meer dan voldoende competentie de weging willen doen.”
° Dit is een typisch politiek antwoord. We kennen geen leeftijden, hebben geen cv’s van ‘de zes’. Eigenlijk weten we nog steeds evenveel. Niets dus. Kunnen we daaruit besluiten dat het niveau niet bijzonder was? Niet iets om mee uit te pakken?
De controle
Over de controle van de aangeleverde informatie stelt de minister dit: “Wat de waarheidsgetrouwheid van de dossiers betreft, is bij de beoordeling van de dossiers enkel en alleen rekening gehouden met de informatie die in het dossier werd meegegeven. Dat is natuurlijk eigen aan een beauty contest procedure waarbij men uitgaat van het ingediende dossier. Ook in vorige erkenningsrondes was dat trouwens zo.”
° Mooie woorden om te vertellen dat ze niets gecontroleerd hebben en alles voor waarheid hebben aangenomen? De grootste leugenaar zou dus de winnaar kunnen zijn geworden.
Het verkopen van een vergunning
De minister stelt kordaat: “In het Mediadecreet staan geen bepalingen die inhouden dat men een erkenning kan verkopen”.
° Er staan ook geen bepalingen in dat je de erkenning niet mag verkopen. Een andere wetgeving in België en Europa regelt dit wel. Dus een erkenning verkopen, het kan absoluut wel.
Over de vragenlijst
“De gehanteerde werkwijze en vragenlijst zijn opgesteld om tot een zo objectief mogelijke beoordeling te komen en zijn niet op maat van deze of gene geschreven.”
° Niemand kende de vragen. Niemand weet hoe ze tot stand zijn gekomen en op welk moment dat gebeurd is. Laten we hopen dat ze inderdaad niet op maat geschreven zijn. Misschien eens met de besluitvorming hierover boven tafel komen?
Het inzagerecht in de dossiers
“Wij kunnen de dossiers niet als geheel openbaar maken. Ik wil gerust tot op de grens gaan van de wet op de openbaarheid van bestuur, maar er zitten ook concurrentiële gegevens in die dossiers die niet zomaar kunnen worden vrijgegeven. Wat wij zeker kunnen doen, is de beoordelings-excels bezorgen, die nog wat gedetailleerder zijn per netwerkpakket, maar de dossiers op zich overmaken kan ik niet, dat is in strijd met de wet op de openbaarheid van bestuur”.
Fotocredits: © Image Globe
Bijlage: Verslag Commissie Media