De Belg besteedt elke dag 4 uur en 55 minuten aan het luisteren naar audio. Het live luisteren naar radio neemt daarvan 65,7 procent in. Dat blijkt uit de CIM Audio Time 2023. De resultaten van deze tweede editie van dit onderzoek werden vanmorgen al kort toegelicht tijdens de uitreiking van de Soniq Awards.
CIM Audio Time was in 2022 de opvolger van een aantal studies die eerder door verschillende regies apart werden uitgevoerd, uiteraard met verschillende methodologieën. Het gaat om een studie die alle audioconsumptie overschouwt: radio, streaming en ‘owned music’. Ze werd uitgevoerd bij 4.092 personen in oktober-december 2022. De openbare resultaten van de studie maken helaas geen onderscheid tussen de taalregio’s. Het gaat dus voorlopig enkel om globale Belgische cijfers.
Belangrijkste vaststelling is dat er maar weinig verschil is met de resultaten van vorig jaar, toen het gemiddelde audioverbruik per dag uitkwam op 4 uur en 56 minuten. Het aandeel van live radio zakte van 66,5 naar 65,7 procent, wat neerkomt op dagelijks 3 uur en 14 minuten. Het luisteren via FM daalde van 39,1 naar 37,1 procent, terwijl DAB+ steeg van 11,1 naar 14,1 procent.
Radioluisteren via de televisie zakte van 8,1 naar 6,7 procent en ook het luisteren via internet daalde van 8,3 naar 7,8 procent. Binnen die 7,8 procent is er wel een verschuiving merkbaar richting de smartspeaker (van 2,4 naar 2,7 procent).
Bij de andere audiovormen is er winst voor de audiostreamingdiensten, van 14,5 naar 16,7 procent. Spotify blijft met grote voorsprong de slokop, maar verliest toch enkele procenten aan YouTube Music. Het luisteren naar audio via video terugvalt van 10,7 naar 9,8 procent. Ook het aandeel van het luisteren naar eigen geluidsdragers (‘owned music’) boert achteruit, van 5,8 naar 4,9 procent. Podcasts stijgen lichtjes van 2,6 naar 2,9 procent, wat dus betekent dat de gemiddelde Belg dagelijks 8,5 minuut spendeert aan het luisteren van podcasts.
Opvallend is dan weer dat het radioluisteren in vergelijking met vorig jaar enkel afneemt in de groep 25-34 jaar en bij 45+. Bij de jeugd (12-17 en 18-24) is er zelfs een stijging van respectievelijk 3 en 8 procent, terwijl het cijfer stabiel blijft in de groep 35-44.
In vergelijking met vorig jaar wordt er ook minder thuis geluisterd, maar de studie van 2022 werd uitgevoerd in het najaar van 2021 toen er nog een aantal coronabeperkingen van kracht waren. Dat is dus geen echte trend, maar eerder een ’terug naar normaal’.







